Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

De koningin van den H. rozenkrans. -

Bij den aanvang der maand October, aan de koningin van den Allerheiligsten Rozenkrans gewijd, kunnen we zeker niet beter doen dan, tot stichting van den lezer, onze Illustratie te sieren met het fraaie beeldwerk, dat ons de hemelsche Rozenkoningin zoo zinrijk voorstelt.

De kunstenaar laat Haar ons aanschouwen, met haar goddelijk kind tronend op de wolken. Zij heeft de aarde aan haar voeten, bestraald door den fakkel des geloofs, die vastgehouden wordt door den symbolischen hond van den H. Dominicus. Deze heilige ter rechter- en de H. Teresia ter linkerzijde ontvangen uit de handen van Maria en Jesus den rozenkrans, om dien over de wereld te verbreiden en daardoor de menschheid nieuwe weldaden en zegeningen van den hemel te verzekeren.

De beeldhouwer heeft er naar gestreefd, de liefdevolle minzaamheid, de onuitputtelijke goedheid der Moedermaagd tot de aanminnigste uitdrukking te brengen en tevens de vrome dankbaarheid der beide heiligen, aan haar voeten geknield, op het gelukkigst doen uitkomen. Zijn groep verbeeldt ons op bevallige en tegelijk treffende wijze de vindingrijke hemelsche liefde, die het menschdom tot zijn heil en zaligheid den rozenkrans biedt, en de innige erkentelijkheid, waarmee die weldaad door het menschelijk geslacht behoort te worden aanvaard.

Typen van verkiezingsredenaars. -

Ze vormen een sprekend contrast, die twee verkiezingsredenaars, naar wier politieke overtuiging men niet lang hoeft te raden. Den eenen met zijn magere zwaaiende armen en in zijn sjofel jasje staat de ontevredenheid op het gezicht te lezen. Hij is een van die zoogenaamde volkstribunen, die den toekomstigen gelukstaat niet beter meenen te kunnen voorbereiden dan door verwoed te schelden op de bestaande maatschappij, te bulderen tegen het ‘uitzuigend kapitalisme’ en te razen tegen de ‘klassenregeering’. Hij heft zijn beenige krampachtig gebalde vuist op met een furie, als was hij van plan de ‘tirannie van het kapitaal’ met één slag den kop te verpletteren.

Een heel ander man is zijn overbuur, die zich blijkbaar best kan schikken in de zoo schrikkelijk uitgekreten hedendaagsche wereldorde, vooral sinds hij door een parlementair mandaat geroepen is, daarin een rol te spelen. Nu de kiezers hem maar met hun vertrouwen hebben vereerd, valt er niet aan te twijfelen of het vaderland gaat de zegenrijkste toekomst te gemoet; want hij vertegenwoordigt immers het volk, en als het den vertegenwoordiger goed gaat, wat zou dan het volk nog te klagen hebben? Zooals onze afgevaardigde daar staat, aan den welvoorzienen feestdisch, ter eere zijner overwinning aangericht, in het deftige zwarte gala-costuum met het wijd uitgesneden vest, dat het hagelwitte overhemd, het zinnebeeld der vlekkelooze reinheid van 's mans bedoelingen, zoo schitterend doet uitkomen, is hij de levende type van den zelfvoldanen doctrinair, die meent dat alles op rolletjes moet loopen, als het maar volgens zijn stelsels en theorieën gaat, den bourgeois satisfait, wien niets kan deren als hij maar rustig op het kussen zit, den politieken redenaar, die zijn kiezers gouden bergen weet voor te spiegelen, maar ondanks al zijn mooie snorkende volzinnen van vrijheid, vooruitgang, volkswelvaart, inwendig de leuze huldigt: la politique est l'art de faire ses propres affaires aux dépens d'autrui, dat is: de politiek is het beste middel om er boven op te komen langs de schouders van anderen.

De Parnassus van Rafael in het Vaticaan. -

Beroemd zijn de zoogenaamde stanza's of vertrekken van Rafael in het pauselijk paleis, drie ineenloopende zalen, wier wanden door het penseel van den grooten meester met de schitterendste tafereelen zijn bedekt. Vooral het eerste dezer vertrekken, de stanza della segnatura, aldus genoemd omdat daar de pauselijke bullen onderteekend werden, prijkt met hoogst zinrijke wandschilderingen. De vier groote, door rondbogen afgesloten muren, geven namelijk de vier machten te aanschouwen, welke volgens de opvatting des kunstenaars het leven beheerschen: de Godgeleerdheid, de Wijsbegeerte, de Poëzie en het Recht.

Een dezer vier wandschilderingen, de Poëzie, wordt door onze gravure afgebeeld. Overeenkomstig de begrippen van zijn tijd heeft de schilder daartoe de mythologische voorstelling van den Parnassus, den Griekschen zangberg gekozen. De muur, waarop dat tafereel moest worden aangebracht, was hiervoor allesbehalve gunstig, daar hij in het midden door een venster werd gebroken; maar van die oogenschijnlijk ongunstige omstandigheid wist de meester op zoo geniale manier partij te trekken, dat alle dwang vergeten is en de heele compositie zich in volkomen vrijheid ontwikkeld schijnt te hebben. Wij zien in het midden de hoogte van den Helikon, aan welks voet de bron Hippokrene ontspringt. Op weelderige graszoden, onder slanke lauwerboomen, troont daar, van de schaar der Muzen omgeven, Apollo, de god van schoonheid, kunst en poëzie. Een roode, tot op den schoot afgevallen mantel laat de edele vormen van het jeugdige lichaam gedeeltelijk zichtbaar. Met naïeve kunstenaarsvrijheid heeft Rafael hem, in plaats van de antieke lyra, de moderne viool in de hand gegeven en daardoor voor het lichaam een bevalliger beweging verkregen. Naast hem hebben twee der Muzen plaats genomen; de eene houdt een groote bazuin vast, die zij tegen den enkel laat rusten; de andere, die op het gras geleund naar Apollo's muziek luistert, heeft een lier in den arm. In de eerste hebben wij waarschijnlijk Clio, in de tweede Erato te zien. Achter Erato sluiten vier staande Muzen, waaronder Thalia met het masker van het tooneel, de middelgroep af. De grootste van de vier wendt den beschouwer den rug toe en laat hem de pronk van haar plooienrijk gewaad bewonderen. Aan de andere zijde ziet men de overige drie Muzen, waarvan er twee aandachtig toeluisteren, terwijl de derde, door de macht der tonen aangetrokken, juist naar voren treedt: het masker in haar hand schijnt op Melpomene te duiden. Met onvergelijkelijke zielkundige fijnheid heeft Rafael in al deze figuren de verschillende stemmingen, van de hoogste opgetogenheid tot de stilste verrukking, uitgedrukt. Hij voegde er de ontzagwekkende gestalte van den blinde Homeros bij, die met plechtig gebaar den maatval zijner woorden begeleidt, terwijl Dante en Vergilius eerbiedig toeluisteren en een begeesterd jonkman met nog grooter belangstelling het oor leent.

Met grooten tact heeft Rafael aan weerszijden van het venster een lager rotsterras weten aan te brengen, waarop hij vooreerst Sappho met de lier en een schriftrol geplaatst heeft. Zij wendt zich naar een prachtige groep van vier gelauwerde dichters, die in een levendig onderhoud verdiept zijn en waaronder men Petrarca herkent. Aan de andere zijde vormt de eveneens zittende gestalte van den eerwaardigen Pindarus een pendant met Sappho. Hij is voorgesteld in gesprek met Horatius, terwijl een derde dichter achter hen peinzend den wijsvinger aan de lippen brengt. Nog een vijftal gelauwerde figuren vullen hier den achtergrond.

Het geheel is een verheerlijking van poëzie, kunst en schoonheid, volgens de opvatting der renaissance.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken