Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Toespraak van den oud-aalmoezenier, den HoogEerw. Heer F.B. Paaps.

Ecce quam bonum et quant jucundum habitare fratres in unum sub umbra Immaculatae Virginis Mariae.
Ziet hoe zoet en hoe aangenaam het is, als broeders te wonen onder de bescherming van de Onbevlekte Maagd Maria.
Woorden door Z.H. Pius IX geschreven op het Boek der Congregatie van de pauselijke Zouaven den 12 December 1866.

Opperbevelhebber, Wapenbroeders,

Niettegenstaande de pauselijke vlag nog het rouwfloers draagt; niettegenstaande de Pauskoning nog in het Vaticaan als in eene gevangenis zucht; toch zijne onze geesten verheugd en onze harten verblijd! En waarom? Omdat zij bewaarheid vinden de aangehaalde woorden van Pius IX: O! hoe zoet en hoe aangenaam is het toch als broeders vereenigd te zijn. Ecce quam bonum et quam jucundum habitare fratres in unum. Ja, zoo hard onze scheiding voor 22 jaren was, zoo zoet is nu ons weerzien

Gedenkt gij nog dien noodlottigen dag van 20 September 1870? Overwinnaars op alle punten ziet gij op eens de witte vlag opgeheschen! Gij moet uw zegepralend gevecht staken! En wat nog meer is, na als leeuwen zegenvierend gevochten te hebben, moest gij als lammeren gedwee naar de slachtbank geleid worden, om op het altaar van Rome, niet uw lichaam en uw bloed, dat ware het minste geweest; maar uw wil en uwe ziel ten offer te brengen. Herinnert gij u nog, hoe wij op het St.-Pietersplein stonden? Nu een bedroefden oogslag op St. Pieterskerk, dan een betraanden blik op het Vaticaan. Daar is St. Pieters Stoel; daar woont onze Paus-Koning.

Hoort gij de trompetten den aftocht blazen? In gelid! voorwaarts! Een laatste blik op St.-Pietersdom! een laatste oogslag op het Vaticaan. Daar wordt eensklaps een venster geopend. Pius IX de Paus-Koning komt te voorschijn. Op commando staat het zouavenkorps stil. Het genou terre klinkt, en terwijl de trompetten het indrukwekkend au champ blazen, geeft Pius IX ons voor de laatste maal zijn zegen. Oorverdoovend klinkt: Evviva Pio nono en leve de Paus-Koning uit alle monden en terwijl Pius IX van aandoening in de armen zijner kamerheeren in bezwijming valt, moest gij, de oogen vol tranen en het hart vol droefheid, vooruit; en terwijl ik naar het hospitaal S. Spirito de smart van hun Vader en het vertrek hunner wapenbroeders aan de zieken en gekwetsten mededeelde, trokt gij in gelid de lage vertegenwoordigers van eenen meineedigen overweldiger voorbij. Te Castelfidardo, Mentana en Rome hadt gij getoond dat gij kondet vechten als leeuwen, nu op het hooge van de Stad der zeven heuvelen moest gij Urbi et Orbi aan geheel de wereld toonen dat gij kondet gehoorzamen als lammeren. U scheen door Christus' Stedehouder gezegd te zijn: gaat en onderwijst alle volkeren de gehoorzaamheid, die deugd, waaraan onze ongeluk kige tijden het meest behoefte hebben, die deugd die alleen den mensch, de familie, de dorpen, de steden, de landen en de samenleving kan gelukkig maken! En uit de hoogte des hemels scheen God u toe roepen: Melior est obedientia quam victimae, het is beter te gehoorzamen dan te sterven.

Dit was onze Goede Vrijdag; maar wij hadden ook onzen Palmzondag gehad. Beter dan ik weet gij, want gij waart de werktuigen, hoe de roode draak met zeven koppen, dien de meineedige koning van Piëmont op Rome afzond, door het zouavenkorps te Bagnorea, Subiaco, Monte-Libretti, Nerola, Farnese, Viterbo en Monte-Rotondo gekwetst, eindelijk te Mentana verpletterd wierd Eene welsprekende stem zal u heden die overwinning bezingen; dat het mij vergund zij, u eene enkele herinnering in het geheugen te roepen: onze zegepralende terugkomst in Rome. Overal wappert de pauselijke vlag; het kanon van den Engelenburcht dondert door het luchtruim; al de klokken van Rome galmen; vreugdekreten vervullen de lucht; alles roept ons het welkom toe! Fier stapten wij over een tapijt van bloemen terwijl het kronen op onze hoofden regende. Bij de kerk van S. Maria della Vittoria groetten de zegepralende banieren van Lepanto onze zegenvierende doorschoten vlag en uit alle monden klonk het: Leve de Paus-Koning! leve de Charette! leven de zouaven! leven de overwinnaars van Mentana!



illustratie
de hoogeerw. heer f.b. paaps,
Kanunnik, Pastoor-Deken te Lubbeek, Oud-Aalmoezenier der Pauselijke Zouaven.


En nu zijn wij hier in Utrecht als broeders vereenigd, om met onzen moedigen opperbevelhebber aan het hoofd het zilveren jubelfeest van den roemwaardigen dag te vieren; daarom zijn onze geesten verheugd en onze harten verblijd; en wij ondervinden de waarheid van de woorden, die Pius IX voor zes en twintig jaar op ons Congregatie boek schreef: Quam bonam et quam jucundum habitare fratres in unum; hoe zoet en hoe aangenaam is het als broeders vereenigd te zijn.

Maar hetgeen mij het meest verheugt, hetgeen mij zelfs verwondert, is, dat wij na vijf en twintig jaren nog zoo talrijk en zoo welvarend zijn. Waaraan is dat toe te schrijven? Elk koninklijk huis heeft zijn wapen. Elke dienaar van dat huis draagt dat wapen. Zoo had de Paus-Koning ook zijn wapen en als zouaven van den Paus, dienaren van de H. Kerk, prijkte dat wapen op onze borst. Twee sleutels dooreen, gekroond door de driedubkroon spelden wij met fierheid door onze epinglette op onze borst; maar ter zelfder tijd droeg ons korps de kenteekenen der ware Kerk van Christus in het hart en vandaar die wonderbare levenskracht, die in de Kerk van Christus leeft, ook in het zouavenleger. Zooals de Kerk van Christus een, heilig, katholiek of algemeen is en wonderbaar voortduurt, zoo is het zouavenkorps een, heilig, algemeen of katholiek geweest, is het nog en zal het blijven zoo lang 't het wapen der Kerk op de borst, en de kenteekenen der Kerk in het hart draagt; en dan zal de God der krijgsheiren dit leger wonderlijk blijven bewaren. Hij zal met ons zijn tot het einde der eeuwen, usque ad comsommationem saeculi Wij zijn een. Een in hoofd en in leering. Gaat naar alle landen en vraagt aan elken zouaaf: wie is uw hoofd? En in alle talen zal men u antwoorden: de Charette! die beminde opperbevelhebber, dien wij hier in ons midden voor den God der heirscharen zien knielen en dien ik hier in ons aller naam eerbiediglijk groet. De Charette is met het zouavenkorps één geworden Ziet gij een zouaaf, dan denkt gij aan de Charette, ziet gij de Charette, dan denkt gij aan geheel het zouavenkorps!

Een in hoofd, zijn de zouaven ook een in leering. Welke was en is onze leering? De vijanden der H. Kerk bestrijden door alle wettige middelen, zwaard, pen, tong en gebed. Door het zwaard heeft men het ondervonden; door pen en woord ondervindt men het; door het gebed zal men het ondervinden. Ut innimicos Ecclesiae humiliare digneris, Heer! gewaardig u de vijanden der Kerk te vernederen, - zal ons gebed blijven totdat wij door pen en woord en zwaard de volkomen zegepraal der H. Kerk bekomen hebben.

Het zouavenkorps was ook heilig. Heilig in zijn roeping; heilig in zijn streven; heilig in het beste deel zijner leden. Waarom verlieten wij onze ouders, broeders en zusters, vrienden en kennissen? Waarom verlieten wij ons vaderland? Om het heden noodzakelijk tijdelijk gezag der Pausen, dat de zaak der Kerk en van God is, te verdedigen Kan men iets heiligers vinden?

Met die heilige roeping was al wat gij in Rome deedt heilig. 't Zij gij aat of dronkt, waaktet of sliept, vocht of rusttet, alles was voor 't geloof.



illustratie
de weleerw. heer h.a.r. kleinschmit,
Kapelaan te Raalte, oud-korporaal der Pauselijke Zouaven.


Sta mij toe hier eenige van uwe bezigheden te herdenken en gij zult zien hoe heilig gij waart. Herinnert gij u nog dat avondgebed in de kazerne? Herinnert gij u nog dat avondgebed in het kamp van Rocca di Papa, toen gij, in bataillon carré om uwen aalmoezenier geschaard, op zijn gebed in uwe moedertaal antwoorddet? en als wij op het einde, ons gewoon sluitgebed: Laudate Dominum omnes gentes, dat alle geslachten den Heer loven, aanhieven, hoe dat de hooge bergen onze laatste woorden: Laudate Eum omnes populi, dat alle volkeren hem loven, herhaalden? Gedenkt gij nog die militaire mis? Heugen u nog die vergaderingen der Congregatie, het octaaf der Onbevlekte Ontvangenis en de schoone Meimaand? Herinnert gij u

[pagina 187]
[p. 187]

nog die jaarlijksche voorbereiding voor het Paaschfeest? Staat het u nog voor den geest, hoe tijdens het Concilie of algemeene Kerkvergadering in de kerk van St. Jan der Florentijnen een kardinaal het hoogaltaar, Mgr. Wilmer, bisschop van Haarlem, en een Fransche bisschop de zij altaren ter zelfder tijd beklommen, om het brood en den wijn te veranderen in het Lichaam en Bloed van Christus? Hoort gij nog, hoe bij de Nuttiging onze ontbloote zwaarden op den kouden vloer rinkinkten, wat onze harten nog meer van liefde deed gloeien, om door die bisschoppelijke handen met het Brood des hemels gesterkt te worden? En wanneer de dood een slachtoffer in ons midden maaide, weet gij nog, hoe zijne compagnie op commando, en al die buiten dienst waren vrijwillig, om de familie te vervangen, de stoffelijke overblijfselen van hun wapenmakker naar de kerk en het kerkhof vergezelden en zijn graf met tranen en gebeden besproeiden? Wanneer ik dit alles overweeg, dan verwondert het mij niet, dat de bisschoppen van het Concilie mij zoo dikwijls zeiden: ‘Die zouaven zijn heilige jongens,’ en dat kardinaal Lavigerie, een onzer tot de zending van Middel-Afrika uitgekozen hebbende, hem doopte met den naam van le Saint, de heilige Joubert!



illustratie
medaille van castelfidardo.


Daarenboven ons beste deel is heilig. Geen zouaaf is gestorven, - en gij weet dat allen door mijne handen moesten gaan, - of ik moest uitroepen: beati qui in Domino moriuntur, gelukzalig is hij, want hij sterft in den Heer! en altijd zou ik in zijn plaats hebben willen optrekken.

En onze martelaars dan! Die voor de zaak van God sneuvelen zijn martelaars. Hoevelen tellen wij er niet te Castelfidardo, Monte-Libretti, Mentana, Rome! Indien zij zalig zijn, die in den Heer sterven, met hoeveel meer recht mogen wij dan zeggen: Zalig zijn zij die voor den Heer sterven? En wat te zeggen van die drie helden van liefdadigheid, die te Albano tusschen de graven der drie Horatiërs en drie Curiatiërs begraven liggen? Voegt daarbij nog die moedige zouaven, die in tijd van verlof voor 't Geloof naar Middel-Afrika snelden en daar voor de zaak van God stierven of sneuvelden! En waar is het Opperhoofd der Katholieke wereld, onze Paus Koning, die ons zoo dikwijls zegende, waar is Pius IX? In den Hemel. Wij mogen zeggen: Ons beste deel is heilig.

Het derde kenteeken der H Kerk is ook het derde van het zouavenkorps Katholiek of algemeen. Algemeen in zijn vorming. Uit alle katholieke landen der wereld stroomden de jongelingen te zamen, om voor den H. Stoel als leeuwen te vechten en indien het God behaagde te sterven. Algemeen ook is het in zijn bestaan. Naar alle katholieke landen der wereld zond de Paus-Koning die leeuwen, in lammeren herschapen, om de gehoorzaamheid te prediken. Nederland België. Frankrijk, Engeland, Duitschland, Zwitserland, Oostenrijk, Italië, Spanje, Amerika, Azië, Afrika en zelfs Oceanië hadden hun zouaven. En in Middel Afrika is het een zouaaf, die de banier van het H. Hart in de eene, en de vlag van den Paus-Koning in de andere hand houdt, voor de beschaving, de meerdere eer van God en het heil der zielen, en die zouaaf is kapitein Joubert, bijgestaan door den Nederlandschen broeder Mertz van Maastricht.

Het grootste wonder der R K. Kerk is, dat zij door de ketterijen, scheuringen en vervolgingen niet wordt ten onder gebracht. Dit is ook het. wonder van het zouavenkorps. Welke vervolgingen hebben zij niet te lijden gehad! Van vijanden en vrienden, geestelijken en we reldlijken, machtigen en zwakken.

En wij bestaan en zullen blijven bestaan om overal onze zending te volbrengen: zouaven van den Paus-Koning en oprechte onderdanen van onze wettige koningen. En zou men ons somtijds ons burgerrecht ontnemen, men zal ons toch nooit ontrukken ons burgerhart, dat klopt voor Vorst en Vaderland! En waarom dit wonderbare bestaan nog na vijf en twintig jaren? Mijn volle overtuiging uit ik u hier. Om nog groote werken te verrichten God is rechtvaardig. Te Rome heeft Hij ons vernederd, te Rome moet Hij ons verheffen. Het slijk dat St. Pieters rots sedert ons vertrek uit Rome besmeurt, kan niet afgewasschen worden dan door zuiver zouavenbloed.

Daarom roep ik u met vertrouwen toe: Expecta Dominum: Wacht de ure des Heeren af, en ondertusschen Viriliter age, handelt krachtdadig! blijft een, leeft heilig, werft aan, dan zal de Almachtige voor ons nog een wonder doen. Onder het bevel van onzen Generaal de Charette zullen wij nog eens naar Rome vertrekken. Zooals op de medaille van Castelfidardo gegrift is, zullen wij Pro Petri Sede, voor S.-Pietersstoel vechten. De overwinning, zooals Mentana's eeremetaal voorzegt, zal zijn Fidei et Virtuti, voor 't Geloof en den moed; en wij zullen nog eens verdienen het eereteeken, dat Z.H. Leo XIII op onze borsten heeft gehecht, Bene Merenti, wij zullen ons verdienstelijk gemaakt hebben voor God en Kerk, samenleving en vaderland, tijd en eeuwigheid.

Blijft een, want de Belgische spreuk zegt: L'union fait la force, eendracht maakt macht. Blijft getrouw aan uwe heilige grondbeginselen en wanneer men u zou kwellen, zegt dan met de Nederlandsche leuze: Je Maintiendrai, ik zal handhaven, en gij zult de waarheid der Fransche kenspreuk. Dieu protége la France, ondervinden. Hij zal ons beschermen in ons leven. beschermen in onzen dood, en na zouaven der H. Kerk geweest te zijn op aarde, zullen wij prinsen worden van God in den Hemel, en daar, onder de schutse van de Onbevlekte Maagd Maria met Pius IX, den Paus der Onbevlekte Ontvangenis en alle andere zouaven, martelaren en belijders vergaderd, zullen wij den troon van den God der heirscharen omringen en daar in alle eeuwigheid roepen: Sanctus Sanctus Sanctus Deus Sabaoth, driemaal heilig is de God der Heirscharen, en heilig zijn Zijne zouaven. Amen.



illustratie



illustratie
medaille bene merenti.




illustratie
kruis van mentana.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken