Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 272]
[p. 272]

Wetenswaardig Allerlei.

Voormalige Turksche renboden. -

In een reisbeschrijving uit de zeventiende eeuw leest men de volgende belangwekkende bijzonderheden omtrent de renboden van den Grooten Heer, die het blijkbaar onzen tegenwoordigen hardloopers in niets zouden toegegeven hebben.

De lakeien van den Turschen keizer loopen en springen altijd op de teenen voor den keizer uit; zij rusten nimmer, al reist de sultan ook den ganschen dag en meestal, wanneer hij op effen bodem of door een weide rijdt, wenden zij het gezicht naar hem toe en loopen dus ruggelings, altijd maar roepende: Allah dieckerin, dat is: God beware onzen heer nog lang in macht en heerschappij. Zoo maken zij ook nog andere complimentjes, besprenkelen de personen uit 's keizers naaste omgeving met reukwater, dat zij in de linkerhand dragen, en vergezellen hun heer op al zijn tochten, opdat hij ze elk oogenblik, als hij een brief of een boodschap verzenden wil, bij de hand hebbe. Zoodra een van hen met een boodschap belast is en den brief in de hand heeft, roept hij met luider stem: Sauli, Sauli, dat is: gaat op zij. En als hij het op een loopen zet, dringt hij zoo vlug en behendig door het volk heen alsof hij een hert was. Aldus kunnen die boden, zonder eenige rust te nemen, nacht en dag doorloopen. Zij dragen in den mond appeltjes of kogeltjes, die doorboord zijn, zoodat zij daardoor kunnen ademhalen. Op één dag leggen zij grooter afstand af dan een paard, ja het is voorgekomen dat een dezer renboden in twee dagen van Constantinopel naar Adrianopel en terug liep, wat men anders ook met het snelste paard in geen drie dagen kan doen.

Een zonderlinge orde.

De in 1827 te Spiers overleden geneesheer Johann Christian Ehrmann stichtte in 1809 te Frankfort aan den Main, in vereeniging met professor Fr. Christian Matthiae aldaar, de ‘orde der gekke hofraden’ (Orden der verrüekten Hofräte.) De zotste, onnoozelsteredenen gaven aanspraak op het lidmaatschap. De een of andere eigenaardigheid uit het leven en bedrijf van achtenswaardige en verdienstelijke mannen, een zonderlinge manier van doen, een hebbelijkheid of aanwendsel was voldoende om hen tot lid der orde te doen benoemen. Verdiensten, die door de overige wereld waren over het hoofd gezien, vooroordeelen, onschuldige hartstochten, grillen, vergissingen of ongerijmdheden konden plotseling aanleiding geven tot de toezending van het fraai gedrukte diploma, dat altijd van den 1en April gedateerd en met de handteekening Timander (vertaling van Ehrmann) voorzien was. Deze oorkonden drukten zooveel mogelijk in lapidairstijl, meestal op heel vernuftige en geestige wijze, de reden der benoeming uit, nu eens in korte woorden dan weer in toespellingen.

Zoo kreeg Creuzer zijn diploma ob pocula mystica, Jean Paul ob iram et studiam, Iffland ob cocardum, Goethe ob orientalismum occidentalem, Tot het jaar 1820 waren er zevenhonderd diploma's uitgereikt, waarna het eigenaardige verkeer onder de leden en daarmede de geheele orde verliep.

Een verwante vereeniging van grappenmakers was omstreeks het jaar 50 de sociëteit Ulk te Haspe in Westfalen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken