Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Meibloemen. -

Het is Mei, en alom ontluiken weer de bloemen; overal fleuren en geuren ze ons tegen, aan de groene heg de zoet riekende Meidoorn, in de wei de blanke madeliefjes met het gouden hart en de stralende boterbloempjes, in het bosch de fijngekleurde sneeuwklokjes, de fluweelige viooltjes en de hagelwitte lelietjes van dalen. Al is het voorjaar nog zoo guur geweest, er zijn maar een paar mooi[e] dagen noodig om tegen de lieve Mei alles in bloei te zetten. Waar komen ze opeens alle van daan? zou men zeggen.

Op die vraag geeft de teekenaar onzer voorplaat een geestig en dichterlijk antwoord. Een engeltje uit den hemel komt met een rijken schat van gebloemte op aarde neergedaald, om zijn kleurigen en geurigen last met volle handen links en rechts uit te strooien. Met een rijk gevulden bloemkorf op het hoofd en een schoot vol gebloemte komt de kleine gewiekte hemelbode neergefladderd tusschen een vogel en een vlinder, die juichen bij zijn komst. Tegen Mei moeten er bloemen op aarde zijn om de harten der menschen te verheugen en hun te herinneren dat de Vader in den hemel, van wien ons alle goede gaven komen, nog leeft, - bloemen ook om de beeltenis te sieren der zoete Moedermaagd, aan wie de mooiste maand van het jaar is gewijd.

Maria in de Mei. -

Deze titel mag ongetwijfeld met volle recht gegeven worden aan het bevallige en tegelijk treffende tafereel op de vierde bladzijde van dit nummer dat bij het eerste gezicht de oude Italiaansche school, verraadt. Niet de streng mystieke school van Fra Angelico, maar die welke zachtjes aan den overgang vormde tot de later zoo ontaarde Renaissance. De vrome monnik van Fiesole leefde als het ware niet op aarde, zijn gestadig verkeer was met de hemelingen en zijn schilderijen zijn dan ook meer bovennatuurlijke visioenen, dan wel voorstellingen der werkelijkheid. De school, waartoe onze schilder behoort, is minder vergeestelijkt; zij vermeit zich in het mooie hier beneden, zij heeft oog voor de natuur en voelt behoefte die binnen de wereld harer idealen te trekken. Zij vergaapt zich evenwel nog niet aan het uiterlijke en zinnelijke, zooals de latere meesters der Renaissance, die door het nastreven van de hoogste volmaaktheid in den vorm op het voorbeeld der antieken, ten slotte de christelijke uitdrukking geheel vergaten, in die mate dat Michel Angelo eenmaal een kruisdragenden Christus kon beitelen, die sprekend op een Apollo geleek.

Op ons tafereel is de natuur nog geheel ondergeschikt aan den godsdienstigen zin. Cantacalli schildert ons een Moedermaagd met het goddelijk kind op den schoot, met al de natuurlijke lieftalligheid en beminnelijkheid, die het onderwerp meebrengt en die het hem mogelijk is daarin te leggen. Maar het is duidelijk dat toch niet de uiterlijke bevalligheid, maar de geestelijke schoonheid der Madonna hem als het hoogste voor den geest heeft gezweefd. Hij plaatste zijn Maria in een fijn, lieflijk lentelandschap en gaf het kindje Jesus een lammetje naast zich om mee te spelen. Hij versmaadt de natuur niet, zooals zijn groote hoog-mystieke voorgangers, maar hij gaat er ook niet in op, zooals de latere meesters: de natuur dient hem als hulpmiddel tot uitdrukking van christelijke symboliek. Hij acht haar waardig tot de voorstelling van het heilige, mits zij daartoe eerst gereinigd en geadeld zij, en daarom trekt hij haar als een kleed van vrome christelijke stemming aan dat ons bij de beschouwing van zijn aanminnig tafereel onmiddellijk treft.

De H. Franciscus van assisi en zijn bruid, de heilige armoede. -

Is het niet of wij een schilderij van de boven bedoelde oude school voor ons hebben, wanneer wij dit moderne kunstwerk beschouwen, dat een sieraad uitmaakte van den Parijschen Salon in 1891? Blijkbaar heeft de Fransche kunstenaar zich de middeleeuwsche Italiaansche meesters tot voorbeeld gekozen. En kon hij wel beter doen, nu hij zich eenmaal tot taak had gesteld, een

[pagina 343]
[p. 343]

onderwerp te behandelen, dat alleen naar hun geest opgevat tot zijn recht kan komen?

Hij wilde ons den Serafijnschen vader Franciscus voorstellen op het oogenblik dat hem zijn uitverkoren, van den hemel afgebeden bruid, de heilige armoede verschijnt en hij haar met uitgebreide armen als zijn beminde begroet.

Ongetwijfeld heeft Giotto op zijn beroemde fresco's in de basiliek van Assisi dat onderwerp onvergelijkelijk verhevener behandeld. Wie ooit dat eerwaardige heiligdom bezocht, herinnert zich het onbeschrijfelijk treffend tafereel, dat overigens door afbeeldingen algemeen bekend is. Wij zien daar den verrezen Christus staan met die schitterende kalmte, welke, gedurende de laatste veertig dagen Zijner omwandeling op aarde, van Zijn goddelijk aanschijn straalde. Hij biedt den nederigen Franciscus de hand van een jonge dochter en Franciscus steekt haar den trouwring aan den vinger als onderpand van een eeuwig verbond. Deze schoone bruid is met rozen en lichtstralen gekroond, liefelijk stralen haar oogen, terwijl een bekoorlijk lachje om haar lippen speelt; maar haar kleed is grof en gelapt, en er vloeit bloed uit haar doorwonde voeten; zij wandelt op een ruw en moeilijk pad, met doornen en scherpe steenen bezaaid. De kinderen der wereld beleedigen haar, werpen haar met steenen, slingeren haar scheldwoorden naar het hoofd en overladen haar met verwenschingen en slagen. Het is de heilige, christelijke armoede. De koren der Engelen springen op van vreugde en buigen zich in diepe vereering voor deze geheimvolle vereeniging. Een engel der gerechtigheid drijft de gierigaards uiteen en die ontaarde kloosterlingen, die met welgevallen hun geldzakken liefkoozen, terwijl een engel der barmhartigheid den jongen rijken man, die zijn goederen aan de arme; uitdeelt, het zoet geluk der armoede binnenleidt. Boven geheel die heilige en vrede ademende schildering zweven de engelen der offeranden, die God de huizen, de kleederen en rijkdommen aanbieden, waarvan uit liefde tot Hem afstand gedaan is.

Wij zeggen nog eens, deze voorstelling is oneindig verhevener dan die van onzen modernen schilder. Zij is in den streng mystieken geest, die vooral aan een kerkschildering voegt. Maar de Fransche kunstenaar leverde geen fresco voor een kerk; hij gaf een gewone schilderij, en hem was dus een vrijere opvatting geoorloofd, waarbij aan de natuur een ruimer spel werd gelaten. Zijn tafereel wint daardoor ontegensprekelijk aan bevalligheid en beantwoordt tevens op treffende wijze aan Franciscus' aandoenlijke liefde tot al het geschapene.

Wij zien den heilige geknield te midden van een bloeiend landschap met een stad op den achtergrond, waarin wij Assisi meenen te herkennen. Vóór hem staat zijn uitverkoren bruid, de heilige armoede, die hem verschijnt met haar twee gezellinnen, de nederigheid en de kuischheid. Met minzamen glimlach treedt zij op den heilige toe, die de armen uitbreidt om haar te omhelzen.

Mgr. Kohn, de nieuwe prins-aartsbisschop van Olmütz. -

Op den aartsbisschoppelijken zetel van Olmütz, het Moravische Rome, zetelden tot dusver 61 bisschoppen, onder welke negen kardinalen, en de dragers dezer waardigheid waren sedert eeuwen bijna uitsluitend afstammelingen van hoog aristocratische geslachten.

Een schitterende glans straalt van den herderlijken zetel van Olmütz af. De opvolgers van den apostel der Slaven, den H. Methodius, voeren den titel van prins-aartsbisschop; zij genieten het vruchtgebruik van een reusachtig grondbezit; hun residentie te Olmütz en de historisch beroemde Kremsier zijn van buitengewone pracht. Behalve de oude geslachten Schwarzenberg en Esterhazy bezitten zij het recht, een gewapende eerewacht te houden.

Elk der domheeren bezit zijn eigen paleis en het kapittel heeft het recht, uit zijn midden den prins-aartsbisschop te kiezen. Tot domheeren werden alleen adellijken gekozen, en het kapittel beschouwde het als een privilege, enkel door adellijken te worden aangevuld. Onder den minister Stremayr werd evenwel met toestemming der pauselijke curie een soort van compromis gesloten, waardoor ook voor het burgerlijke element het verkrijgen van één of meer zetels als domheeren werd opengesteld. Het gevolg hiervan is, dat het tegenwoordige kapittel uit negen adellijke en acht burgerlijke capitularissen is samengesteld.



illustratie
mgr. kohn, prins aartsbisschop van olmütz.


Men hield het bij de verkiezing van een opvolger voor den onlangs overleden kardinaal landgraaf Fürstenberg voor zoo goed als zeker, dat weer een adellijke zou gekozen worden, om den vacanten bisschoppelijken zetel van Olmütz in te nemen. Zooveel te grooter was dan ook de verrassing, toen de keuze op een burgerlijke viel, op twee na den jongsten der domheeren, aan wiens verkiezing, behalve eenige weinige ingewijden, niemand gedacht had, en wel allerminst de tot deze hooge waardigheid gekozene zelf.

Toen in tegenwoordigheid van den keizerlijken verkiezingscommissaris, den minister van onderwijs, vrijheer Von Gautsch, van den kansel en aan de kerkdeur in de Latijnsche, Boheemsche en Duitsche taal dr. Theodoor Kohn als prinsaartsbisschop van Olmütz werd geproclameerd, verwekte deze mededeeling verwondering en vreugde, vooral in de Czechische kringen, voor wie de pasgekozen kerkvoogd steeds veel sympathie had betuigd.

Dr. Theodoor Kohn werd in het jaar 1845 in het bergdorp Brzegnitz in de Moravische Sudeten geboren. Zijn oorspronkelijk Israëlitische grootvader trad tot het Christendom over, terwijl zijn moeder van een katholieke familie afstamt. Zijn ouders, heel kleine burgermenschen, die nog in leven zijn, wilden hun zoon landbouwer laten worden, maar zwichtten ten laatste voor den wensch van den knaap en lieten hem den geestelijken stand omhelzen.

Toen de prins-aartsbisschop Fürstenberg hem in 1870 de H. Priesterwijding schonk, zal bij zeker niet vermoed hebben, dat hij in den jongen, bescheiden geestelijke zijn opvolger wijdde. Slechts een jaar was hij als kapelaan met zielzorg belast, om daarna verschillende waardigheden te bekleeden, dank de bescherming van den aartsbisschop, die den ijverigen, bekwamen en in de godgeleerde wetenschap grondig onderlegden priester, die ook als schrijver over het kerkelijk recht naam gemaakt had, als ceremoniarius in zijn onmiddellijke nabijheid wilde hebben.

Daarna onderwees hij als professor aan de godgeleerde faculteit te Olmütz, werd vervolgens raadsheerin het consistorie, pauselijk eerekamerheer, kanselier van het consistorie en secretaris van den prins-aartsbisschop. In het jaar 1887 werd hij door het kapittel tot kanunnik gekozen en verwierf zich als bestuurder der zaken van het diocees de achting der geestelijkheid.

Na zijn verkiezing verklaarde hij aan den keizerlijken verkiezingscommissaris, ook als aartsbisschop met dezelfde soberheid te zullen blijven leven als vroeger en de opbrengst zijner goederen tot goede werken te zullen gebruiken.

Den dag na zijn verkiezing stapte een oud, bescheiden gekleed paar uit een coupé derde klas en zette den voet op het perron. Nauwelijks hadden beide oudjes dit gedaan, of een geestelijk heer snelde op hen toe en sloot ze in zijn armen. Het was de nieuwe prins-aartsbisschop van Olmütz, die zijn ouders ontving en hen als dierbare gasten naar zijn paleis voerde.

De verloving van den erfgroothertog van luxemburg. -

Al zijn Nederland en Luxemburg indertijd slechts door een personeele unie verbonden geweest en al is, met het overlijden van Z.M. koning Willem III, ook die band weggevallen, toch blijven wij steeds belang stellen in hetgeen in het kleine, door België en Duitschland ingesloten landje voorvalt.

Met genoegen zullen dan ook onze lezers, al is het niet voor de eerste maal, het portret aanschouwen van den erfgroothertog Willem van Luxemburg, zoon van groothertog Adolf van Luxemburg, en daarnaast dat zijner verloofde, prinses Maria Anna van Braganza.

Deze jonge prinses, die den 13 Juli 1861 op het kasteel Bronnbach bij Wertheim aan den Ma in geboren werd, is een dochter van wijlen den onttroonden koning van Portugal, dom Miguel en prinses Adelheide van Löwenstein-Wertheim-Rosenstein. Deze laatste is de zuster van den prins van Löwenstein, het hoofd van een der meest aristocratische familiën uit Beieren en levenslang commissaris der katholieke vergaderingen in Duitschland.

Van de dochters van den infant dom Miguel is Maria de las Neves verloofd met den infant don Alfonso, broeder van den infant don Carlos, hertog van Madrid, die zich als troonpretendent Karel VII, koning van Spanje, noemt. Maria Theresia is de echtgenoote van aartshertog Karel Lodewijk, broeder van keizer Frans Josef, en zijn vermoedelijke erfgenaam

[pagina 344]
[p. 344]

van den Oostenrijk-Hongaarschen troon. Maria Josepha is gehuwd met hertog Karel Theodoor van Beieren, een der beroemdste oogheelkundigen ter wereld, die bij de Tegernsee een kliniek in de ophthalmie (oogheelkunde) heeft opgericht, waar hij, door zijn gade ter zij gestaan, een groot aantal zieken ter liefde Gods behandelt.

Hieruit blijkt, dat de toekomstige groothertogin van Luxemburg met de voornaamste dynastieën van Europa vermaagschapt is.

De bruidegom van prinses Maria Anna, de op den 22n April 1853 te Biebrich geboren erfgroothertog Willem, is de zoon van den voormaligen hertog Adolf van Nassau, nu groothertog van Luxemburg, en de groothertogin Adelheide uit het huis Anhalt. Totdat zijn vader door het overlijden van onzen koning op den Luxemburgschen troon geroepen werd, heeft prins Willem in het Oostenrijksche leger gediend.

In Luxemburg is de vreugde over het voorgenomen huwelijk van den troonopvolger met de Portugeesche prinses algemeen. Velen toch waren beducht, dat de bruid een prinses van Pruisischen oorsprong zou zijn, en dan had zij nooit de harten harer toekomstige onderdanen, die tegen al wat uit Pruisen komt een instinctmatigen afkeer hebben, kunnen winnen.

Een tweede reden van blijdschap is, dat de toekomstige vorstin het geloof van haar volk deelt. Prinses Anna Maria is vurig katholiek en gesproten uit een familie, hij wie de katholieke tradities altijd heilig waren en te gelijk met het blazoen van het eene geslacht aan het andere werden overgeleverd Het is aan geen twijfel onderhevig, of het huwelijk zal gesloten worden onder voor waarde, dat de kinderen in den katholieken godsdienst worden opgevoed, zoodat in verloop van tijd de kwetsende onbillijkheid zal worden weggenomen, dat een geheel katholiek volk door een protestantsch vorst wordt geregeerd. Dit huwelijk, dat zoozeer met de wenschen van het Luxemburgsche volk strookt, zal voor den troon der Nassau's een hechter stut zijn dan welk familie- of volkenverdrag ook. Bovendien is de onafhankelijkheid van het land door dit huwelijk beter gewaarborgd, dan wanneer de toekomstige groothertogin tot een der regeerende huizen van Europa had behoord.

Wij wenschen het groothertogdom en zijn vorstenhuis veel heil!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken