Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Drievuldigheidsbloemen.

Evenals de verschillende andere hooge feestdagen der katholieke Kerk, heeft ook het feest der H. Drievuldigheid zijn flora. Ile Drievuldigheidsbloemen zijn evenwel niet stralend, rijk aan kleuren en breed van vorm, zooals de Pinksterbloemen, maar voor het meerendeel teer en bescheiden. Terwijl op het Pinksterfeest een wereldschokkende gebeurtenis van groote openbaarheid herdacht wordt, viert de Kerk op Drievuldigheidszondag een geheim van zoo groote verhevenheid en teerheid, dat zij zich aan geen omschrijving waagt en in haar getijden altijd maar den kreet: O beata Trinitas! herhaalt.

Het ligt dan ook voor de hand, dat de naar dit feest genoemde bloemen zich niet door uiterlijke praal onderscheiden, maar gedeeltelijk zelfs klein en onooglijk zijn.

Dit is evenwel niet van toepassing op de eerste Drievuldigheidsbloem, de angelica, die zich door een kloeken vorm en heerlijk witten bloemkelk onderscheidt. Zooals wij in oude plantkundige werken kunnen lezen, heeft zij haar naam Drievuldigheidsbloem aan de om-

[pagina 364]
[p. 364]



illustratie

h. sacramentsdag, naar de schilderij van max volkhart.


[pagina 365]
[p. 365]



illustratie

avond in het schwarzwald.


[pagina 366]
[p. 366]

standigheid te danken, dat haar zeldzame constructie, drie elkaar insluitende vliesjes, uit wier midden zich de stengel verheft, de vrome christenen aan de H. Drievuldigheid herinnert. Haar naam engelkruid wordt in verband gebracht met den engel, die, toen eens de pest in het leger woedde, den keizer in een droom verscheen, om hem op het gebruik der genoemde plant opmerkzaam te maken. Anderen leiden haar naam van haar ‘engelachtige, alle verstand overtreffende’ krachten af. Alle deelen van deze schoone plant zijn genezend, en zoo is haar botanische naam Angelica Archangelica wel te verklaren. Ze wordt dikwijls meer dan zeven voet hoog en verfraait onze wegen en struikgewas door haar groen en bloemen

Zooveel te meer onooglijk is het lieve kleine stielmoedertje of akkerviooltje (Viola tricoloris). Dit bloempje zou, naar de sage ons meldt, vroeger nog zoeter geur verspreid hebben dan het Maartviooltje. Daar echter de menschen, om het te plukken, altijd het jonge groen onder den voet traden, verzocht het de H. Drievuldigheid, het zijn geur te ontnemen, opdat niet om zijnentwil de velden verwoest zouden worden. Zijn bede werd verhoord en sindsdien heet het Drievuldigheidsbloempje.

De Orchis morio, het roode lentekruid, wordt, hoewel men het ook dikwijls Pinksterbloem noemt, toch in den regel tot de Drievuldigheidsbloemen gerekend. Afgezien van zijn bloeitijd, verklaart zich dit hierdoor, dat het, evenals bijna alle orchideeën, naar het getal drie gebouwd is. Zijn bloemkroon bestaat uit twee kringen van elk drie bladeren, en ook zijn meeldraden zijn tweemaal drie in aantal. Van alle inheemsche standelkruidigen bloeit deze Orchis het eerst.

De lommerlievende steenbreke (Saxifraga umbrosa), een in onze tuinen veel gekweekte Alpenplant, is ook onder den naam Jehovahbloem bekend, omdat men in de roode vlekjes en streepjes van zijn witte bloembladen de Hebreeuwsche letters van den naam Jehovah meende te kunnen lezen.

De zevenstraal (Trientalis europaea), wordt ook, daar ze meestal om dezen tijd bloeit, tot de Drievuldigheidsbloemen gerekend. Het is een zeer bescheiden, omtrent een hand hooge, veel op de steenbreke gelijkende plant met witte bloemen, die een in zeven gedeelden kelk en een radvormige bloemkroon heeft.

Ook het rondbladerige wintergroen (Pyrola rotundifolia) en de roode amberbloem (Centauria jocea), uit het geslacht der korenbloemen, behooren tot de Drievuldigneidsbloemen. Waarom het madeliefje (Bellis perennis) daartoe gerekend wordt, is ons niet bekend. Zooveel te beter bekend is de beteekenis van den naam Drievuldigheidsbloem voor de klaver (Trifolium repens). Zooals ons de sage verhaalt, vond St. Patrick het onbeschrijfelijk moeilijk, den heidenschen Ieren het geheim der H. Drievuldigheid te onderwijzen. Toen hij eens zuchtend naar den grond keek, zag hij een klaverblad - het moet de zuringklaver (Oxalis acetosella) geweest zijn - en bediende zich daarvan, om door het drievoudige blad het hooge geheim aanschouwelijk te maken. Sedert wordt de klaver in het ‘groene Erin’ hoog in eere gehouden en is een zinnebeeld voor Ierland geworden, zooals de roos voor Engeland en de distel voor Schotland. Thomas Moore heeft in zijn Irish Melodies begeesterende verzen gewijd aan de shamrock, onze kruipende klaver (Trifolium repens), en daarin ‘de kracht, het verstand en de liefde,’ als door het klaverblad verzinnelijkt eigendom van zijn land bezongen. De klaver is bovendien reeds lang een zeer geliefde, door dichtkunst en bouwkunst verheerlijkte plant. De minnezangers der middeleeuwen, als Konrad von Kirchberg en Walter van der Vogelweide, lieten in den wedstrijd van planten en bloemen de klaver de zege behalen.

Ook de gewoonte van naar klaverbladen te zoeken, bewijst, hoezeer de klaver, die haar blaadjes voor de zonnestralen opent en ze bij het ondergaan der zon samenplooit, van oudsher door het volk gezocht was.

De ouden gaven bij hun voorstellingen in beeld, de hoop, die zij gaarne door een kind in schuchtere houding voorstelden, een klaverblad in de hand. Ook de gothische bouwkunst verheerlijkt de klaver, wier driedeelige bladeren haar tot een zinnebeeld der Drieëen heid maken. Er zijn weinig gothieke ramen uit de vroegste tijden, die niet den vorm van een klaverblad, nu klaverdrie, dan klavervier, vertoonen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken