Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Afgeketst. -

Om van dit aardig schilderijtje het rechte genot te hebben, moet men het pendant, dat we in ons vorig nummer gaven, er nog eens naast leggen. Daar zagen we den trouwlustigen ouden vrijer in de hoopvolste verwachtingen omtrent den uitslag van zijn huwelijksaanzoek. Helaas, hoe bitter is hij teleurgesteld. Zijn aanzoek is botweg afgeslagen. De brave zestiger kan zijn oogen haast niet gelooven, en toch het staat er in duidelijke, korte woorden: de juffer, wie hij zijn hart en hand had aangeboden, moet er niets van hebben. Ze versmaadt hem, hem, den deftigen rentenier, die haar met zijn geld een rijk, onbezorgd leventje had willen bezorgen, hem, die het zoo goed met haar meende, en met wien ze voor altijd geborgen zou zijn geweest. De man kan er niet over uit; hij is er kapot van, en wij - we zijn nog zoo gevoelloos van te spotten met zijn leed!

Edelweiss-zoekers. -

't Is een gevaarlijk karwertje, waarmee de Alpenjagers op ons tafereel bezig zijn, gevaarlijker dan het najagen van de gems op de ontoegankelijkste bergtoppen, daar zoo'n beest nog op een afstand door middel van een kogel te bereiken is en dan door de honden naderbij gesleept kan worden, terwijl de kostbare bloempjes op de plaats zelf, waar ze bloeien, geplukt moeten worden. En nu heeft het edelweiss, als om zich aan de begeerigheid van den mensch te onttrekken, de eigenaardigheid, zich in de ongenaakbaarste schuilhoeken van het gebergte te nestelen en de onmogelijkste hellingen, steilten en kloven uit te zoeken om er bij voorkeur zijn krachtige wortels te vestigen. Dat maakt de taak van den edelweiss-zoeker zoo bij uitstek gevaarlijk; maar zooals overal, verzoet ook hier het loon den arbeid. De lieve, stervormige bloempjes met de zachte, viltachtige witte bladerkroon worden door de toeristen goed betaald. Ieder, die in het Alpenland geweest is, wil als bewijs daarvan een takje edelweiss mee naar huis brengen, mis schien om goedgeloovige aanhoorders van avontuurlijke reisverhalen op de mouw te kunnen spelden, dat hij het met eigen hand heeft geplukt. Als men evenwel op onze gravure ziet, hoeveel er met dat edelweissplukken gemoeid is, zal men aan dergelijke verhalen van bergbeklimmers uit liefhebberij niet licht geloof slaan. Trouwens zou zulke waaghalzerij volkomen overbodig zijn, daar het edelweiss in het Alpenland, in dorpen en steden, overal zoowel versch als gedroogd voor geld te koop is.

‘Geef u over.’ -

Dit pakkend tafereel is een episode uit den veldslag van Villersexel uit den jongsten Fransch-Duitschen oorlog en verplaatst ons midden in de bloedige worsteling.

De kunstenaar heeft de houding der voornaamste groep met bewonderenswaardige meesterschap weergegeven.

De officier der Chasseurs d'Afrique, die den Pruisischen huzaar sommeert zich met zijn escadron over te geven, ziet er even krijgshaftig en onversaagd uit als zijn tegenpartij ontzet en verslagen. De afloop is niet twijfelachtig: die verwilderde oogen, die in vertwijfeling opgeheven hand, alles smeekt om genade: de ruiter zal een gevangene meer zijn. Het witte ros, uitstekend gemodeleerd en in het volle licht geplaatst, stelt het paard van den Franschen officier wel een beetje in de schaduw; dit laatste doet in zijn teruggetrokken houding en met zijn gespannen borst aan sommige schilderijen van Vernet denken, terwijl de beweging van kop en nek aan de hoofdgroep van het beroemdste doek van Eugène Delacroix herinnert.

Het tweede plan en de achtergrond vertoonen al de schrikwekkende bedrijvigheid van een slagveld, en de onzekere tinten van den gezichteinder doen de voornaamste figuren voortreffelijk uitkomen. Het kan ons niet verwonderen, dat de schilderij op de Parijsche tentoonstelling van 1890 grooten bijval mocht oogsten. Een dergelijk tafereel is er op berekend om alle Franschen in geestdrift te ontvlammen.

Een jagerjubilé in Beieren. -



illustratie
een jagerjubilé in beieren.


Al menigmaal hebben wij in onze Illustratie tafereeltjes uit het Beiersche jagersleven onder de oogen gehad, maar dat op de laatste bladzijde van dit nummer is stellig letterlijk uit dat leven gegrepen, daar het vervaardigd is naar een photographische opname van de natuur.

Het stelt het jubilé voor van den beroemden arendjager Leo Dorn van Hindelang in het Beiersche Allgau, den opperjager van den prins-regent van Beieren, die in het jaar 1891 zijn vijftigsten adelaar schoot en daarom met de Pinksterdagen van dat jaar plechtig als ‘adelaarkoning’ werd gehuldigd. Bij die gelegenheid werd te Hindelang een groote schutterswedstrijd gehouden, waarbij de bedoelde adelaar, behoorlijk opgezet, den hoogsten prijs uitmaakte. Onze afbeelding geeft ons den feestelijken optocht der schutters te zien, met den wakkeren jubilaris aan de spits. Het is den man aan te zien, dat het hem goed doet, aldus voor het heele land zijn verdiensten geeerd te zien. Overigens is Leo Dorn een eenvoudig teruggetrokken man, altijd kalm en bedaard en hoogst bescheiden, ondanks de menigte prijzen, door hem op tallooze schutterswedstrijden behaald Men hoeft dan ook niet te vragen of hij in de jagerswereld ook algemeen geacht en bemind is; maar wie den duivel aan hem gezien hebben, dat zijn de wildstroopers, die hij krachtens zijn ambt met onverbiddelijke strengheid achtervolgt en wier listen en streken hij met nooit missende scherpzinnigheid weet te achterhalen. In zijn huis vertoont hij een heel museum van buitgemaakte wildbuksen, die met alle mogelijke sluwheid gemaskeerd zijn.

Een blik op ons tafereeltje kan den lezer een denkbeeld geven van de feestelijke drukte, die in de Pinksterdagen van '91 in het kleine Beiersche plaatsje heerschte en van de algemeene geestdrift, waarmee de grijze ‘adelaarkoning’ door jong en oud werd gehuldigd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken