Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Ontsnapt. -

Dat zal den deugnieten leelijk opbreken, vreezen we. De strenge meester had hen, tot uitboeting van wie weet wat al misdrijven, veroordeeld om een uur na te blijven. Hij had hun een behoorlijke hoeveelheid strafwerk opgegeven, met de uitdrukkelijke bepaling er bij dat zij niet aan naar huis gaan hoefden te denken voor en aleer alles tot de laatste letter was afgemaakt. En daarop waren zij, hoewel niet in de beste luim, aan het werk getogen, alsof hun ziel en zaligheid er van afhing. Wie toch het eerste klaar was, kon het eerste naar huis gaan, en het vooruitzicht van de lieve vrijheid maakte den onverbeterlijksten luiaard vlug. Men hoorde in het schoollokaal niets meer dan het krassen van de griffels over de leien. De meester, die ter sluik van over zijn boek zijn volkje begluurde, verheugde zich al over de uitstekende werking van zijn tuchtmiddel. Het ongerief was daarvan echter dat hij er zich zelf tegelijk mee tuchtigde Hij verlangde vurig naar zijn kop koffie, die hem anders altijd na schooltijd wachtte, maar die nu wel koud zou worden door de schuld van de verwenschte jongens, die hij in de school moest houden, maar die bij slot van rekening hèm in school hielden Intusschen kon hij ze toch wel een kwartiertje alleen laten, dacht hij, om gauw thuis zijn kop koffie te gaan gebruiken. Ze waren zoo rustig aan het werk en hadden er belang bij, den arbeid niet te onderbreken: dit zou hun gevangenschap maar verlengen. Hij draaide dus de deur goed af en stapte bedaard naar huis. Maar nauwelijks had de goede man zijn hielen ge-

[pagina 40]
[p. 40]

licht, of de deugnieten hielden raad, hoe zij zich zelf de vrijheid bezorgen konden zonder de genade van den meester af te wachten. Al was de deur op slot, het raam stond toch open. Gauw eerst de klompen naar buiten gegooid, en dan zelf die achterna. De grootste, een echt haantje de voorste, is al in vrijheid. Een tweede zal spoedig ook op vrije voeten staan. De anderen aarzelen nog, al staat de lust om het gegeven voorbeeld te volgen hun op het gezicht te lezen: het raam is nogal hoog, en daarbij - wat zullen de gevolgen zijn, als zij morgen toch weer in de handen moeten vallen van denzelfden onverbiddelijken man, dien zij nu zoo roekeloos ontvluchten? De achtersten die geen kans zien om de belhamels na te springen, uiten hun ergernis daarover in kreten van verontwaardiging over het gepleegde waagstuk, dat zij in geuren en kleuren den meester zullen overbrengen Dat kan den deserteurs in hun zalig bewustzijn van de herkregen vrijheid niet schelen. ‘Leelijke klikspaan!’ geeft de voorste den heftigsten schreeuwer tot afscheidsgroet na, en met zijn schoenen in de hand, maakt hij dat hij wegkomt.

Och! och! wat zal hem dat morgen leelijk opbreken!

De ramp der Victoria. -

't Is een schrikkelijk tooneel, dat onze tweede gravure te zien geeft, en toch is het nog maar een enkel moment uit het ontzettende drama, dat in zes minuten tijds op de kalme zee in het gezicht van Tripoli werd afgespeeld, en waarbij honderden menschenlevens met millioenen schats reddeloos verloren gingen.

Uit de dagbladen kent men de bijzonderheden van de ijselijke ramp, die diepen rouw over Engeland bracht en door de heele wereld een kreet van schrik en medelijden deed opgaan. Op Donderdag den 22en Juni ll. kruiste het eskader der Middellandsche Zee, onder commando van den vice-admiraal sir George Tryon op de kust van noordelijk Syrië. Men was zoowat driekwart mijl van het land verwijderd; het was drie uur 41 minuten in den namiddag en de zee volkomen kalm. Het eskader was opgesteld in twee even wijdige lijnen, ongeveer zes kabellengten van elkander verwijderd, terwijl de afstand tusschen de schepen onderling twee kabellengten bedroeg. De Victoria, voerde de lijn aan, die het dichtste bij de kust was, de Camperdown de andere rij, bestaand uit de tweede divisie, onder bevel van den achterhoede-admiraal Albert Hasting Markham. Sir George Tryon gaf bevel de opstelling van het eskader te veranderen in die van een enkele lijn. Bij de manoeuvre om die verandering te bewerkstelligen, kwam de Camperdown in botsing met de Victoria en trof haar in den boeg. De ram van het eerste schip drong met vervaarlijk geweld tot midden in het andere vaartuig. Onmiddellijk gaf sir Tryon bevel de Victoria landwaarts te wenden, in de hoop de kust te bereiken. De geweldige schade aan het schip toegebracht liet klaarblijkelijk geen andere keus over.

Er werd gecommandeerd, alle zieken en alle gevangenen op het dek te brengen. Evenzoo werd de bemanning op het dek geroepen. Ondertusschen drong het water met zoo ijselijk geweld het gat binnen, door den ram der Camperdown geslagen, dat de voorsteven der Victoria onmiddellijk begon te zinken. De admiraal, ziende dat het vaartuig niet te redden was, gelastte allen, slechts aan hun eigen redding te denken. Onmiddellijk spongen allen van het dek in zee met uitzondering van sir Tryon, die alleen op de brug bleef staan.

Een koksmaat zou hem nog een reddinggordel aangeboden hebben; maar het antwoord van den vlootvoogd was: ‘Red je zelf.’ Al zijn gedachten in dat laatste, vreeselijke oogenblik waren voor anderen; aan zich zelven dacht de koene zeevaarder niet, en met waardige kalmte wuifde hij een laatste vaarwel toe aan zijn collega Markham, die van het dek der Camperdown de ontzettende ramp aanzag, zonder iets te kunnen doen om ze te verhoeden.

De Victoria, die inmiddels met den steven vooruit bleef zinken, stond op het laatst met den achtersteven overeind rechtop in het water. Daarop draaide ze overzij en zonk, tien minuten na de botsing. Terwijl zij in de diepte verdween, werden er twee verschrikkelijke ontploffingen gehoord, door het springen der twee stoomketels veroorzaakt. De machines hadden ondertusschen de schroef steeds in draaiende beweging gehouden met het gevolg dat de stalen bladen menigen schipbreukeling, die zich zwemmende poogde te redden, in het water doodsloegen. De sloepen der overige vaartuigen deden al het mogelijke om de drenkelingen te redden, maar helaas niet min der dan 360 man, waaronder sir Tryon met nog een en twintig andere officieren, vonden den dood in de golven.



illustratie
de ramp der victoria. - Admiraal Tryon.


Het trotsche vaartuig zelf, dat met zijn machines, bewapening en uitrusting op een waarde van een millioen pond sterling kan geschat worden, ligt nu zeventig vademen diep op den bodem der zee en zal waarschijnlijk niet meer boven water kunnen gebracht worden. Doch wat beteekent dat stoffelijk verlies voor het rijke Engeland in vergelijking met den jammer, door den dood van zooveel mannen in de kracht des levens over honderden ongelukkige gezinnen gebracht!

De schilder aan het strand. -

Ziedaar een vroolijker tafereeltje, dat den beschouwer goeddoet na het vreeselijk schouwspel op de vorige bladzijde. De schilder, die aan het strand studies komt maken, heeft daar een visschersjongen opgeloopen, die een uitstekend model is voor een typisch schilderijtje. Hij staat er wel een beetje verlegen en onbeholpen bij van wege de vreemdigheid, maar daar is het figuurtje te leuker om. Met een paar forsche penseel streken heeft de kunstenaar het in een kwartier op doek gebracht, tot bewondering en verbazing der eenvoudige toeschouwers, die zijn arbeid met algemeene belangstelling gadeslaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken