Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardig Allerlei.

Een aangrijpende plechtigheid. -

Naar aanleiding van den Allerzielendag achten wij het niet ongepast hier te wijzen op een bijzonder treffende oefening, te Algiers tot lafenis der geloovige zielen gehouden en door den grooten kardinaal Lavigerie ingesteld.

Op een heuvel aan de heerlijke golf van Algiers verheft zich 800 meter boven den spiegel der zee, de prachtige kerk van Onze Lieve Vrouw van Afrika, in verblindende witheid scherp afstekend tegen het diepe blauw van den Afrikaanschen hemel. In de nabijheid van het kerkportaal, dicht aan den rand van de hoogvlakte staat een grafmonument met het opschrift: Ter gedachtenis dergenen die op zee verongelukt en in de golven begraven zijn.

Iederen Zondag, na afloop van de vespers, worden de twee vleugeldeuren van het middelportaal geopend, en uit het plechtig duister van het inwendige der kerk, waar wij door de wierookwolken heen de kaarsen op het hoogaltaar zien branden, klinken ons de volle ernstige galmen van de gezangen voor de overledenen tegen. Koorknapen met brandende kaarsen treden vooruit. Vier van hen dragen een zwart baarkleed, met een zilveren kruis versierd. Achter hen verschijnt een priester met de zwarte koorkap over het witte missionariskleed. Wierookvat en wij wateremmer worden aan zijn zijde gedragen en achter hem volgen de kweekelingen van het missiehuis en de geloovigen. Bijna tot aan den rand der hoogvlakte voortgeschreden, breiden de vier koorknapen het baarkleed, dat zij aan de slippen vasthouden, in de open lucht uit, en daarvóór begint de priester in den halven kring, dien de geloovigen om hem vormen, de gebeden voor de afgestorvenen.

Het is een diep aangrijpend oogenblik als van den top van dezen heuvel de gebeden der Kerk over de eindelooze vlakte der zee weerklinken, om de eeuwige [e]rnst af te smeeken voor de zielen van al degenen, wier gebeente in de peillooze diepten van den Oceaan rusteloos wordt heen en weer geslingerd. De wind doet de vlammen der kaarsen flakkeren, speelt met de priestergewaden en het baarkleed en draagt onsamenhangende klanken van het Libera, door het koor aangeheven, tot in wijde verten mee, terwijl de priester zich nog eenmaal met het wierookvat en den wijkwast, naar het noorden, oosten en westen buigt, om de laatste eer te bewijzen aan allen, die in den ganschen omvang der wereldzee een zaligen dood hebben gevonden.

Zooals wij reeds aanstipten werd deze plechtigheid ingesteld door den grooten aartsbisschop van Algiers, en wel als de vervulling van een gelofte, die hij eenmaal bij het dreigende gevaar van een schipbreuk had afgelegd.

‘Het was mijn wensch, schreef hij ter gelegenheid der instelling aan zijn diocesanen, ‘dat men zich iedere week aan dat onmetelijke graf, dat als een baarkleed de gebeenten van zoovele Christenen bedekt, tot het gebed voor hen zou vereenigen. Het was mijn wensch dat op iedere plek van den aardbol troostlooze en angstige moeders, zusters, echtgenooten en dochters onzer zeelieden den troost genoten, dat hier boven de golven een wijdvereerd heiligdom staat, waar dagelijks God en onze Lieve Vrouw van Afrika gebeden en aangeroepen worden, om de zeevarenden, die hun dierbaar zijn, gezond en behouden terug te voeren en hun, die niet meer in leven zijn, genade en vergeving te verleenen.’

Een reusachtige oester. -

Van de oesters, die in warme zeeën, vooral aan de kust van Sicilië voorkomen, is een soort bekend, die, Pinna-oester geheeten, tot zelfs 60 centimeter lang kan worden. Zij maakt zich daar aan de rotsen vast door middel van een kabel uit sterke draden van een zijachtige stof. Daar vandaan heeft zij ook den naam van zijdeoester ontvangen, en uit die draden werden in vroeger tijd dikwijls gewaden voor mummies, maar ook andere kleedingstukken vervaardigd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken