Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 177]
[p. 177]

[Nummer 23]



illustratie

[pagina 178]
[p. 178]

Pastoor Kneipp van Wörishofen.

Den 25en October dezes jaars werd pastoor Kneipp benoemd tot geheim-kamerheer van den Paus. De pastoor zat dien middag in den refter van het Dominicaner-klooster, toen een Zuster binnentrad met de boodschap, dat er een deputatie gekomen was om hem geluk te wenschen ‘Ik heb er niets tegen,’ zei de pastoor gemoedelijk. Een oogenblik later traden de te Wörishofen verblijf houdende Fransche priesters binnen, die hem geluk wenschten met de hooge onderscheiding, hem uit Rome ten deel gevallen.

‘Maar wat is er toch gaande, mijnheer pastoor?’ vroegen de gasten, die met hem aan tafel zaten. ‘Ik weet het niet,’ antwoordde hij, ‘vóór het eten heb ik een brief gekregen, maar heb hem nog niet gelezen,’ en hij legde een brief op tafel, met een groot lak gesloten. Die brief bevatte zijn benoeming.

Toen stroomden de gelukwenschen van alle kanten toe tot grooten schrik van den eenvoudigen pastoor. 's Avonds zou een klein, in 't wit gekleed meisje een versje voor hem opzeggen en begon met het plechtige: ‘Monsignore.’ - ‘Kom, vooruit maar,’ zei Kneipp een beetje gemelijk. Het kind verschrok en had moeite haar versje te voleindigen.

Wij twijfelen niet of het zal den lezers welkom zijn in de Katholieke Illustratie het portret aan te treffen van den nederigen, ietwat ruwen, maar goedhartigen dorpspastoor, wiens veeljarige verdiensten voor de lijdende menschheid door den Paus met zoo hooge onderscheiding werden beloond.

Pastoor Kneipp van Wörishofen is voor onze lezers zeker geen onbekende. Sinds een vijftiental jaren heeft het kleine Beiersche dorp een Europeesche vermaardheid verkregen, een Europeesche niet alleen, maar zelfs uit Amerika en Afrika stroomen de zieken toe om genezing te vinden bij den eenvoudigen priester, die niet eens een diploma van geneeskundige kan vertoonen. Hoe is pastoor Kneipp tot die wereldvermaardheid gekomen? Gezocht heeft hij ze niet, verre vandaar. Hij hielp met zijn waterkuur enkele landlieden, die te arm waren om een dokter te betalen, of die tevergeefs bij den geneesheer heil hadden gezocht; de toevloed groeide aan; er kwamen andere zieken, die, steunend op hun fortuin, hoopten het eerst geholpen te worden - met honderden en duizenden werden zij afgewezen; de arme en ongelukkigen gingen vóór.

Toen pastoor Kneipp de assistentie kreeg van meerdere doctoren, konden er vanzelf meer zieken geholpen worden en bij duizenden en nogmaals duizenden stroomden lieden uit alle rangen der maatschappij naar het eenzame Zwabische dorp. En wat was vaak de belooning van pastoor Kneipp voor de zorgen, aan zijn tallooze zieken besteed? ‘Geen gewin, maar onberekenbaar tijdverlies; geen eer, maar eerroof en verdachtmaking, geen dank, maar vaak grove ondank, spot en hoon,’ zegt hij zelf in de voorrede van het alom verspreide werk: ‘Mijn Waterkuur.’ Het is alleen belangelooze toewijding en priesterlijke naastenliefde, die hem aanspoorde, naast de genezing der ziel ook de genezing van het lichaam te behartigen, en dit alleen is voldoende om vele smalers tot zwijgen te brengen.

Het ligt niet in ons plan, hier na te gaan, in hoeverre de voorschriften van den pastoor rijmen met de uitspraken der moderne wetenschap; dat mogen de dokters onder elkaar uitmaken; maar wij zijn van hetzelfde gevoelen als de pastoor, wanneer hij zegt, dat het den zieke volkomen hetzelfde is. of hij door een flesch medicijn dan wel door een gieter water genezen wordt. De ontzaglijke toevloed van zieken, de menigte doctoren, die in alle landen van Europa en in Amerika de Kneippsche methode volgen, maar vooral de belangeloosheid van den pastoor zelven waarborgen genoeg dat hier geen ‘kwakzalverij’ in het spel is.

Pastoor Kneipp was zelf zijn eerste patiënt.

In 1821 te Stephansried geboren, ging hij op 21-jarigen leeftijd de wereld in om te zoeken of er iemand was, die hem de middelen wilde verschaffen om te studeeren. Hij was de zoon van een armen wever; maar een hoogere bestemming wachtte hem: priester wilde hij worden. De toenmalige kapelaan van Groenenbach, prelaat Matthias Merkle, ontfermde zich over den jeugdigen Sebastiaan en gaf hem twee jaren lang privaat-les, waarna hij in het gymnasium kon worden opgenomen. Daar studeerde hij met zeer veel moeite, maar zonder hoop op goeden uitslag. Na vijf jaren van ontbering en inspanning was hij naar ziel en lichaam geknakt.

‘Eens,’ zoo verhaalt hij zelf, ‘haalde vader mij af in de stad en nog klinkt mij in de ooren het woord van den herbergier, bij wien wij aanlegden:

‘Wever, wever!’ zeide hij, ‘het is de laatste keer, dat gij den student afhaalt.’ De kastelein was de eenige niet. Velen deelden met hem dezelfde meening.’ Een destijds beroemd militair arts bezocht hem 90 maal in het voorlaatste jaar van zijn studietijd en in het laatste jaar meer dan 100 maal. Maar zijn geneeskundige kennis vermocht niets tegen die kwijnende ziekte.

Kneipp was nu 28 jaar. Zou bij zijn ideaal, het Priesterschap ooit bereiken?

Op zekeren dag viel hem een eenvoudige brochure in handen, die over de watergeneesmethode handelde. Hij begon te lezen en vond er ongelooflijke dingen in; ook voor dezelfde ziekte, waaraan hij zoolang reeds sukkelde, werd een geneesmiddel opgegeven. Dat gaf hem nieuwe hoop. De dokter kon hem toch niet helpen, dus het water maar ter hulp geroepen. Anderhalf jaar lang volgde hij de ruwe aanwendingen, die in dat boekje werden opgegeven; ze schaadden hem wel niet, maar hij dacht toch ook niet dat ze nuttig waren; zijn toestand werd echter niet slechter en dat gaf moed.

In 1850 ontmoette hij in 't Georgianum te Munchen een armen zieken student, die door den dokter was opgegeven. Hem deelde hij zijn geheim mede en beide zochten nu in 't water hun genezing De uitwerking was verrassend. De zieke collega was weldra hersteld, Kneipp zelf gevoelde zich langzamerhand aansterken en smaakte eindelijk het geluk in 1853 tot priester te worden gewijd.

Door zijn ziekte had hij geleerd medelijden te hebben met het lijden van anderen. Was het een beschikking Gods, die hem dat oude geschrift over de water geneesmethode in handen deed vallen? Zoo althans beschouwde hij het; aan het water had hij zijn leven te danken, het water zou hij gebruiken tot genezing van anderen.

Dertig jaren lang heeft hij aan de volmaking van zijn waterkuur gearbeid, driemaal is hij van systeem veranderd, totdat zij eindelijk werd, wat zij in zijn oogen wezen moest: een eenvoudige, gemakkelijke, vooral zachte toepassing van het water.

In 1855 werd Sebastiaan Kneipp kapelaan en in 1881 pastoor te Wörishofen, het groote veld zijner werkzaamheden.

Het portret van den 72jarigen grijsaard, dat wij onze lezers bieden, vertoont hem nog in zijn volle kracht. De ouderdom heeft zijn gestalte niet gebogen, zijn stemkracht niet verzwakt, zijn ijzeren gestel niet ondermijnd; geheel zijn uiterlijk boezemt vertrouwen in voor de geneesmethode, die hij voorstaat en die hem veroorlooft op zoo hoogen leeftijd een werkkracht te ontwikkelen, die verbazing wekt.

Reeds vóór vijf uur als zijn honderden patiënten in en om Wörishofen (want het dorp is te klein om allen te herbergen) nog in de veeren liggen, staat pastoor Kneipp op om zijn brevier te bidden. Tegen halfzes gaat hij naar de klooster-kerk om de H. Mis te lezen, maar 't kan zoo vroeg niet zijn of er ligt toch al een of andere kuurgast op den loer om hem raad te vragen. Na de Mis ontbijt hij in 't klooster, waar eenige geestelijken hem reeds opwachten. Terwijl hij zijn mout-koffie drinkt, wordt hij vergast op talrijke ziekte-verhalen en op brieven waarin hem om raad en voorschriften wordt gevraagd. Bij de deur staan intusschen weer eenige patiënten te wachten, tot hij naar de pastorie gaat en hij kan er zeker van zijn onderweg nog menig keer te worden aangesproken. Dan fronst hij wel eens de dikke wenkbrauwen, geeft een barsch antwoord of bromt iets van: ‘onbeschaamdheid,’ maar terzelfder tijd komt zijn medelijden met de zieken weer boven en bereidwillig staat hij zijn lastige ondervragers te woord.

Nieuwe bezigheden wachten hem op zijn kamer. 't Is een langwerpig vierkant vertrek met vier ramen; een tafel, een lessenaar, een ledikant, een sofa en eenige stoelen voltooien het ameublement. Een kruisbeeld en eenige platen sieren de witte muren; pronk of pracht is in die kamer niet te vinden; eenige portretten op den lessenaar getuigen van de dankbaarheid van genezen patiënten. De sofa ligt opgestapeld met brieven, want Kneipp ontvangt er dagelijks 60 à 80; zijn secretaris heeft werk genoeg ze te lezen en wacht nu op de dictaten van den pastoor.

Nauwelijks is Kneipp met zijn secretaris aan den arbeid of er wordt aan de deur getikt. ‘Herein’ klinkt de forsche stem van den pastoor: er zijn weer zieken, die hem komen consulteeren. Allen afschepen is onmogelijk, maar het schrijfwerk raakt er mee ten achteren. Eindelijk is het 8 uur, de tijd voor de Spreckstunde. Voor de deur der zaal staat reeds een groote menigte ongeduldig te wachten en te dringen om er het eerst in te komen. Eindelijk komt de langverwachte; een fluweelen mutsje dekt zijn dichte grijze haren en een wijde toog omhult zijn gedrongen gestalte.

Met vasten stap treedt hij binnen en neemt plaats aan de tafel tegenover de deur der zaal. Drie uur lang, somtijds nog langer, hoort hij niets dan de verslagen van allerhande ziekteverschijnselen, doet hij niets dan voorschriften dicteeren, terwijl hij nu en dan in zijn plat Zwabischen tongval op scherpe, doch gemoedelijke wijze de modezucht zijner bezoekers, vooral zijner bezoeksters hekelt.

Over elven is het spreekuur geëindigd en gevoelt Kneipp zich nog krachtig genoeg om begietingen te geven aan zijn voornaamste patiënten. Ook de joodsche geldkoning Rothschild heeft in de historische klooster-keuken den koud waterstraal van den pastoor ontvangen.

Heeft hij eindelijk tijd gevonden om een eenvoudigen maaltijd te nemen, waarbij hij nooit iets anders drinkt dan water, dan begint het spreekuur opnieuw en na afloop daarvan dient hij weer eigenhandig begietingen toe. Nog is zijn arbeid niet geëindigd. 's Avonds houdt hij voor de verzamelde kuurgasten een voordracht over een of ander punt der gezondheidsleer, tal van personen komen hem nog om een onderhoud verzoeken en eerst laat in den avond kan pastoor Kneipp uitrusten van zijn vermoeiende werkzaamheden en zich sterken voor de taak van den volgenden dag.

En ondanks al die drukkende bezigheden vindt hij nog tijd om werken te schrijven over landbouw, vee- en bijenteelt; geeft hij tal van boeken uit over gezondheidsleer, zooals het alom verspreide werk: ‘Mijn Waterkuur,’ waarvan meer dan 300.000 Duitsche exemplaren bestaan en dat in alle Europeesche talen is vertaald en is hij een ijverig medewerker van de ‘Kneipp-Blätter’ en den ‘Sebastian Kneipp-Kalender. Het kan dan ook geen verwondering wekken als iemand de vraag stelt: Hoe is het mogelijk dat Kneipp tijd vindt om zijn plichten als pastoor te vervullen?

Toch is hij priester bovenal, en voor alles gaat hem het heil der menschelijke ziel ter harte, zooals hij zelf zegt met die overtuiging, welke uit elk zijner woorden spreekt. Wordt hij bij een zieke geroepen, hij laat oogenblikkelijk gieter en waterkan staan, onderbreekt zijn spreekuur en snelt heen om te doen wat zijn plicht hem gebiedt. Wordt

[pagina 179]
[p. 179]

een zijner parochianen begraven, 't is wederom de pastoor, die de eerste schop gewijde aarde op de kist werpt. Bovendien hoort hij iederen Zaterdag en Zondag biecht in de kloosterkerk en niet zelden gebeurt het, dat personen bij hem komen en vragen: ‘Mijnheer pastoor, gij hebt mijn lichaam gezond gemaakt, kunt gij nu mijne ziel niet genezen?’ 's Zondags in de volgepropte kerk, houdt hij een predicatie, die niet zelden een uur duurt; hij spreekt gemakkelijk en de eenvoudige, ongekunstelde taal zijns harten maakt altijd een diepen indruk op de aanwezigen.

Als men verneemt dat er jaarlijks ruim 20000 zieken te Wörishofen verblijf houden, vraagt men zich af: hoe kunnen al die menschen in Wörishofen plaats vinden? 't Is er misschien nogal confortabel op ingericht! - Een kijkje in het dorp zal ons op de hoogte brengen. Vooreerst ligt Wörishofen niet aan 't spoor; van 't station Türckheim voert u een rijtuig in een half uurtje langs een hobbeligen, slecht onderhouden weg naar het dorp. Links en rechts onafzienbare weiden met hier en daar een mager denneboschje geven aan de streek een treurig aanzien. Nu en dan ontmoet men enkele wandelaars; ze behooren blijkbaar tot den gegoeden stand, maar - kousen en schoenen dragen ze niet. Met een tevreden gelaat kuieren ze over den steenachtigen weg en zoeken bij voorkeur een plasje water of slijk om er door te wandelen. Eindelijk bereikt men het dorp, dat ruim 800 inwoners telt. De huizen liggen ver van elkaar, zijn onregelmatig gebouwd en hebben meestal één verdieping. Naast de woning licht gewoonlijk de onontbeerlijke mestvaalt. Hotels van eenige beteekenis vindt men er niet. Tegen uiterst geringen prijs wordt de vreemdeling bij de particulieren ingekwartierd, waar hij al de genietingen kan smaken, die een kleine, donkere kamer en het schraal menu van Kneippschen kost aanbieden.

Vier of vijf winkeltjes, waar wandelstokken, sigaren, papier, photographieën en spek wordt verkocht, voorzien in de behoeften der badgasten. Het flinke Kurhaus, door Kneipp ten gerieve der geestelijken gebouwd, een klooster en kerk, een leelijk gebouw, dat als Post- en Telegraafkantoor dienst doet, maken met het reeds opgenoemde het heele dorp uit.

En toch zijn onder de heeren en dames, die blootvoets door de modderige straten gaan, personen van zeer hoogen rang. Onder anderen zijn er een prinses Von Metternich en de hertoginnen van Meckelenburg en Arenberg, een Russisch grootvorst, de prinsen Bariatinsky en Solms, zoowel als graaf Herbert von Bismarck in behandeling geweest.

Bisschoppen en aartsbisschoppen, uit de Oude en Nieuwe Wereld, zelfs de kardinaal-patriarch van Venetië, kwamen er van heinde en ver genezing zoeken. Wörishofen is dan ook veel te klein voor den toevloed van vreemdelingen en van alle dorpen uit den omtrek komt iederen dag het verspreide leger patiënten bijeen om bij Sprechstunde of voordracht tegenwoordig te zijn.

Geen wonder dat het groote vreemdelingenbezoek bij Kneipp aan andere badplaatsen veel afbreuk doet. Zoo werd hem voor een paar jaren het Sanatorium van dokter Schweninger, den lijfarts van prins Bismark, te koop geboden. Pastoor Kneipp bedankte natuurlijk en bleef bij zijn parochianen. Moge hij er nog lang blijven, tot heil der lijdende menschheid; dit is niet alleen de wensch zijner duizenden patiënten, maar van iedereen, die een open oog heeft voor hulpvaardigheid, zelfopoffering en naastenliefde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken