Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

De H. Agnes. -

Den 21en Januari viert de Kerk het feest der H. Agnes. Dit was ons een welkome aanleiding om onzen lezers de reproductie aan te bieden van een kunstwerk, aan de beminnelijke jeugdige heilige gewijd. Het is het marmeren medaillon, door den Franschen beeldhouwer André Besqueut vervaardigd en op onze eerste bladzijde afgebeeld. Met diep godsdienstig gevoel en gelukkige meesterschap heeft de kunstenaar de zachte en reine trekken weergegeven, die zelfs den ruwsten onder de beulen eerbied afdwongen.

Tegenover het treffende beeld hebben wij eenige regelen van onzen grooten Vondel geplaatst, die voor de H. Agnes steeds een bijzondere voorliefde getoond en tot driemaal toe te harer eer zijn gouden lier besnaard heeft. De bedoelde regelen zijn ontleend aan het gedicht Tot lof van de kuische en godvruchtige martelaresse St. Agnes, dat de edele dichter schreef in het jaar 1622, dus lang vóór zijn overgang tot de katholieke Kerk, die eerst een twintigtal jaren later plaats had.

Was het op zich zelf al merkwaardig dat een protestant den lof eener Roomsche heilige zong, de aanhef van zijn lied getuigt dat hij geheel vrij was van de protestantsche vooroordeelen tegen de vereering der heiligen en het godvruchtig bewaren hunner overblijfselen:

 
Dat Room der Heil[i]gen gebeent
 
Bewaart, meer luisters haar ve[r]leent
 
Als zooveel koninklijke graven
 
En tomben van gekroonde slaven.

Het gebeente der heilige martelares berust nog te Rome in de oude eerwaardige kerk van de H. Agnes buiten de muren, terwijl een andere kerk binnen Rome de plek aanwijst, waar men haar onschuld op zoo schandelijke wijze geweld wilde aandoen. De gedachtenis der beminnelijke heilige is nog altijd even levendig als in de dagen, toen de H. Hieronymus schrijven kon: Alle volken vereenigen zich om in redevoeringen en geschriften den lof te verkondigen der H. Agnes, die over de zwakheid van haar leeftijd zoowel als over de wreedheid van den dwingeland wist te zegevieren en den roem der kuischheid kroonde met de glorie van het martelaarschap.

Zij onderging den marteldood tijdens de vervolging, door Diocletianus in het jaar 303 verwekt, en was, volgens den H. Augustinus en den H. Ambrosius, eerst dertien jaren oud, toen zij haar leven gaf voor Christus.

Haar buitengewone schoonheid en de rijkdom harer ouders hadden vele aanzienlijke jongelieden uitgelokt haar ten huwelijk te vragen, doch haar onveranderlijk antwoord op alle aanzoeken luidde, dat zij zich aan haar hemelschen Bruidegom had toegewijd en Hem om niemand ter wereld ontrouw wilde worden. Dat besluit poogde men door middel van geweld tot wankelen te brengen. Agnes werd als Christin bij den rechter aangeklaagd: het gezicht der foltertuigen, zoo dacht men, zou haar wel tot andere gedachten brengen.

De rechter beproefde het eerst met zachtheid en deed baar de verlokkendste beloften, maar daar de jeugdige maagd bij haar besluit bleef, aan niemand anders dan Christus te behooren, sloeg hij een strenger toon aan. Hij liet een groot vuur ontsteken, de ijzeren haken en al de gebruikelijke foltertuigen aanbrengen, maar het onschuldige kind aanschouwde al die toebereidselen zonder vrees; ja zij toonde zichtbaar haar blijdschap, dat zij waardig was bevonden, voor Christus den marteldood te lijden,

Ziende dat ook zijn bedreigingen vruchteloos bleven, nam de rechter zijn toevlucht tot een middel, dat alleen de duivel den heiden kon ingeven. Met geweld zou haar maagdelijke kuischheid belaagd worden. Maar God beschermde zijn engelachtige dienares tegen alle aanrandingen: een harer stoutste belagers viel dood neder, en alleen op het gebed van zijn slachtoffer kreeg hij het leven weer.

Buiten zich zelf van woede gaf eindelijk de rechter bevel haar te onthoofden. Met vreugde begroette Agnes den beul, die met het volbrengen van deze gruwzame taak was belast. Tevergeefs poogde de gerechtsdienaar, door den aanblik harer jeugd verteederd, haar nog te overreden, den goden te offeren; zij herhaalde standvastig dat zij nooit de trouw aan haar goddelijken Bruidegom zou verraden. Daarop verrichtte zij een kort gebed en boog het hoofd om al biddende den slag te ontvangen, die haar offer zou voltrekken. De toeschouwers konden hun tranen niet weerhouden bij den aanblik van dien jeugdigen moed.

De H. Agnes werd aan den Nomentaanschen weg bij Rome begraven en onder de regeering van keizer Constantijn werd boven haar graf het heiligdom gesticht, dat in de zevende eeuw vernieuwd, thans nog bestaat.

De bekeering van Paulus op den weg van Damascus. -

Deze voorstelling, naar een carton van Rafael, brengt ons een anderen kerkelijken gedenkdag te binnen, die den 25en Januari wordt gevierd, namelijk het feest van Paulus' bekeering.

De groote Apostel der Heidenen was Israëliet van afkomst en ontving bij de besnijdenis den naam van Saulus. Zijn vader behoorde tot de secte der Phariseën en was burger van de stad Tharsus, de hoofdplaats van Cilicië. Keizer Augustus had aan de burgers dezer stad, als belooning voor hun gehechtheid aan het huis der Caesars, het Romeinsch burgerrecht geschonken, en in dat voorrecht deelde ook krachtens zijn geboorte de jeugdige Saulus.

Zijn ouders zonden hem al vroeg naar Jerusalem, naar Gamaliël, een geleerd man, die lid schijnt te zijn geweest van het Sanhedrin. Deze onderweeshem de wet van Mozes die Paulus dan ook van der jeugd af trouw heeft nageleefd: hij beroept zich daaromtrent zelf op zijn vijanden. Hij sloot zich aan bij de secte der Phariseën, de strengste van alle, maar ook de hoovaardigste en het meest in tegenspraak met dien geest van ootmoed, welken het Evangelie leert. Omstreeks dien tijd waarschijnlijk leerde hij het tentenmaken, welk handwerk hij nog uitoefende, terwijl hij het Evangelie predikte. Het was namelijk bij de joden gebruikelijk, de kinderen, terwijl zij de heilige boeken bestudeerden, een handwerk te laten leeren, en dat om twee redenen: vooreerst omdat zij voor de gevaren der ledigheid zouden bevrijd blijven en ten andere, opdat ook hun lichaam, evenals hun geest, ernstige bezigheid mocht hebben.

De jeugdige Saulus onderscheidde zich boven allen door zijn ijver voor de wet en dejoodsche overleveringen: die ijver bracht er hem toe, in zijn verblinding, een der felste vijanden en vervolgers van Christus te worden. Hij stemde toe in den dood van den eersten martelaar Stephanus en bewaarde de kleederen dergenen, die hem steenigden; ja, volgens de woorden van den H. Augustinus, steenigde hij hem zelf met de handen van anderen. Dezelfde Kerkvader schrijft de bekeering van Saulus, die kort daarop plaats had, aan de gebeden

[pagina 232]
[p. 232]

toe, die de heilige diaken al stervend stortte voor zijn vervolgers, ‘De Kerk,’ zegt hij, ‘zou nooit een Paulus gehad hebben, als Stephanus niet gebeden had.’

De priesters en overheden der joden verwekten daarop een hevige vervolging tegen de kerk van Jerusalem en Saulus toonde daarbij de grootste felheid. Krachtens de volmacht, die hij daartoe van den hoogepriester ontvangen had, sleepte hij de Christenen uit hun huizen en wierp ze, met ketenen beladen, in de gevangenis. Hij deed ze met roeden geeselen en gebruikte alle folteringen om ze tot verzaking van Christus' naam te dwingen. Niet tevreden met de vervolging der Christenen van Jerusalem, wist hij van het Sanhedrin volmacht te verkrijgen om ook te Damascus al de joden, die Christus beleden, te vatten en naar Jerusalem te sleuren, waar allen met voorbeeldige strengheid zouden gestraft worden.

Saulus begaf zich dan naar Damascus, maar zag zich op den weg plotseling door een schitterend licht omstraald, dat hem met blindheid sloeg en van zijn paard wierp.

Allen, die hem vergezelden, zagen het en vielen van schrik ter aarde. Toen hoorde Saulus een stem roepende: ‘Saulus, Saulus, waarom vervolgt gij Mij?’ - ‘Wie zijt Gij, Heer?’ hernam de toekomstige apostel. ‘Ik ben Jesus van Nazareth, dien gij vervolgt,’ luidde het antwoord, waarop Saulus vroeg: ‘Heer wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Christus gebood hem op te staan, en zich in de stad te begeven, waar een Zijner dienaren hem zeggen zou wat hij doen moest.

Saulus stond op, en daar hij blind was, liet hij zich naar de stad geleiden, waar hij zijn intrek nam in het huis van zekeren Israëliet met name Judas. Drie dagen bleef hij daar zonder te zien, zonder eten of drinken, zonder te weten wat God van hem vorderde.

Inmiddels was de Heer verschenen aan een godvruchtig man, Ananias genaamd, en had hem gelast naar het buis van Judas te gaan, waar hij Saulus in gebed zou vinden. Ananias schrok op het hooren van den naam Saulus, daar hij wist wat de geloovigen van Jerusalem van dezen man hadden te lijden gehad en wat den geloovigen van Damascus van hem te wachten stond. Maar de Heer herhaalde zijn bevel en voegde er bij, om zijn schrik te bedaren: ‘Ga, want dezen man heb ik uitgekozen om mijn naam te verkondigen voor de heidenen, voor de koningen en de kinderen Israëls, en ik zal hem toonen hoeveel hij voor mijn naam moet ondergaan.’

Op hetzelfde oogenblik zag Saulus in een visioen een man, die binnentrad en hem de handen oplegde opdat hij het gezicht mocht herkrijgen.

Ananias gehoorzaamde, begaf zich naar Saulus, legde hem de handen op en zeide: ‘Saulus, mijn broeder, de heer Jesus, die u verschenen is op den weg waarlangs gij gekomen zijt, heeft mij gezonden opdat gij het gezicht herkrijgt en vervuld wordt van den Heiligen Geest.’

Aanstonds vielen er als schillen van zijn oogen en kreeg hij het gezicht terug. Ananias voegde er bij: De God onzer vaderen heeft u voorbestemd om zijn wil te kennen, om den rechtvaardige te zien en de woorden uit zijn mond te hooren; want gij zult hem getuigenis geven voor alle menschen van hetgeen gij gezien en gehoord hebt. Wat toeft gij nog? Sta op en ontvang het doopsel, en wasch uw zonden af onder aanroeping van den naam des Heeren.’

Saulus stond aanstonds op om het doopsel te ontvangen, en na gegeten te hebben, kreeg hij zijn krachten terug. Hij bleef nog eenige dagen met de leerlingen te Damascus en begon aanstonds Christus te prediken in de synagoge, zeggende dat Hij de Zoon Gods was. Degenen, die hem hoorden, vroegen verbaasd: ‘Is hij het niet, die te Jerusalem degenen vervolgde, welke den naam Jesus inriepen, en die hier gekomen was om hen gevankelijk weg te voeren?’

Aldus was de vervolger van Christus een apostel geworden, een uitgelezen werktuig in de hand Gods om de wereld te bekeeren.

De Kerk stelde, om God voor het wonder dezer bekeering te danken, een feest in, dat reeds sinds overoude tijden op den 25en Januari wordt gevierd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken