Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

‘Haast je wat!’ -

Jongens blijven altijd jongens, zelfs al worden ze in de plechtige toog en superpli van den misdienaar gestoken. Mogen ze aan het altaar, onder het toeziend oog van den dienstdoenden priester en in het besef hunner waardigheid, de ingetogenheid bewaren, die aan het Huis Gods voegt, zoodra zij de deur der sacristie achter zich hebben dichtgetrokken, zijn ze weer jongens.

Die opmerking is blijkbaar ook gemaakt door den schilder van het tafereeltje op onze eerste bladzijde en heeft hem de stof geleverd tot een geestige schilderij, waarop de tegenstelling tusschen de guiterij van den deugniet en zijn eerbiedwaardig kerkelijk gewaad een onweerstaanbaar humoristisch effect maakt.

De misdienaar, die op het oogenblik alleen in de sacristie is, belast met het wegbergen der pas gebruikte ampullen, krijgt daar bezoek van den bakkersjongen, die brood komt brengen voor de pastorie en klaarblijkelijk een goede kennis is van den jeugdigen dienaar der kerk. Ten minste deze toont hem zijn vriendschappelijke gevoelens door hem op het restantje van den miswijn te trakteeren, dat nog in een der ampullen is overgebleven. Gretig zet de bakkersjongen, wien zoo'n buitenkansje niet alle dag overkomt, het kristallen kannetje aan den mond en laat zich het uitgelezen vocht goed smaken.

‘Haast je wat!’ duwt zijn royale kameraad hem intusschen toe, daar hij onraad meent te hooren en niet graag op zijn ongeoorloofde vrijgevigheid zou betrapt worden. Als de koster hem snapte, zou de vriendelijke traktatie hem duur te staan komen.

In het koor. -

Ook hier zijn we in kerkelijke omgeving, maar de personages, die het tooneel stoffeeren, zijn er ditmaal niet mee in tegenstelling. De vrome ingetogenheid der eerbiedwaardige kloostervrouwen is in volkomen harmonie met den plechtigen aanblik van het koor.

Klaarblijkelijk bevinden wij ons hier in een van die oude adellijke stiften, zooals er bijvoorbeeld in Oostenrijk nog gevonden worden en waar de dochters van de aanzienlijkste familiën des lands zich in de naleving van een vaak strengen kloosterregel aan den Heer toewijden. Wij meenen dat te mogen opmaken uit den rijkdom van kunstwerken, waarmee het heiligdom is opgesierd. Orgelkast en koorgestoelte zijn kwistig met beeld- en snijwerk versierd; rijk beschilderde beeldramen temperen het licht tot een geheimzinnige schemering, een kostbare zilveren lamp hangt van het hooge gewelf af en rijk geborduurde kussens dekken de knielbanken. De stijl der kerkmeubelen verraadt het tijdperk van den overgang

[pagina 240]
[p. 240]

tusschen de strenge gothiek en de weelderige renaissance. De Godgewijde maagden, die om Christus' wille aan al de pracht en de praal der wereld hebben vaarwel gezegd, zien zich dus ook hier nog van schatten omringd, maar deze strekken niet tot eigen oogenlust, zij dienen alleen tot opluistering van 's Heeren heiligdom.

Terwijl een viertal van de jongste zusters, onder begeleiding van het orgel, een vrome hymne zingt, luisteren de andere ingetogen toe en sluiten zich door gebed of overweging bij den lofzang aan.

Bezoek bij de weduwe. -

Ook dit is een rijk tafereel, ons verplaatsend in de kunstrijke tijden, waarheen de verbeelding van kunstenaar en dichter nog zoo vaak haar toevlucht neemt, om er verademing te vinden van het koude, eentonige proza der tegenwoordige wereld. Het eigenlijke onderwerp der schilderij is overigens van alle tijden: een jeugdige weduwe met haar kind, die het bezoek ontvangt van een belangstellende vriendin. Was het den schilder enkel om het treffende dezer situatie te doen geweest, hij had zich met een paar figuren uit het gewone leven kunnen vergenoegen, en het effect in uitdrukking had hetzelfde kunnen wezen. Doch hij wilde niet enkel een gevoelvol, maar ook een schilderachtig tafereel hebben, en daarom koos hij geen hedendaagsche dames in modieuze kleeding, en gezeten in een modern salon; maar hij leidde ons een adellijke middeleeuwsche huizinge binnen en vertoonde ons daar twee vrouwen, in den kleurigen, rijken dos van het gekozen tijdvak, in ernstig gesprek naast elkaar gezeten op de kunstrijk gebeeldhouwde bank ter zijde van de hooge schouw, met een fraai bestikt wandtapijt achter zich en een kostelijk Oostersch vloertapijt onder de voeten.

In die rijke stoffeering is echter de hoofdgedachte niet verloren gegaan. Diepe smart spreekt uit het effen, bleek gelaat der jonge weduwe in rouwgewaad, die haar kleinen lieveling, vaders evenbeeld, nu wees geworden, moederlijk tegen zich aanvlijt, terwijl zij met de andere hand den trouwen hond streelt, die tot haar opziet, als besefte hij haar leed en als treurde ook hij om het verlies van zijn meester. Het gelaat der bezoekster drukt innige deelneming uit en een oprecht gemeend pogen om troost te brengen in de droefheid der zwaarbeproefde vriendin.

Broertje en zusje. -



illustratie
broertje en zusje, naar de schilderij van th. kleehaas.


Broertjes en zusjes plegen maar zelden zoo goed te harmonieeren als de twee kleinen op onze gravure, die zich zelfs gemeenschappelijk met elkanders speelgoed vermaken. Het houten paard is natuurlijk van broertje en de pop van zusje, maar beiden hebben er evenveel schik in, de pop als een ruiter op het paard te zetten en dan te zien wat een kranig figuur ze maakt. Zusje geeft den ruiter met waarschuwend opgeheven vinger de noodige voorschriften om zich flink in het zaal te houden, en broertje ziet met belangstelling toe, hoe hij het er af zal brengen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken