Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

De weesjes gaan naar de kerk. -

Ziedaar een van die echt Hollandsche tafereeltjes, die met den dag zeldzamer worden. Weeskinderen zijn er nog wel, en de oude traditioneele livrei wordt ook zorgvuldig in eere gehouden, maar de oud-Hollandsche stadsgezichtjes, die alleen den passenden achtergrond kunnen leveren tot zulke typische groepjes als onze gravure er een te zien geeft, beginnen schaarsch te worden. Onze steden worden gemoderniseerd, de schilderachtige oude huizen met hun hooge stoepen en hekken verdwijnen om plaats te maken voor winkelpuien of karakterlooze nieuwe gevels; de grachten worden gedempt en de gemoedelijke schuiten moeten wijken voor de luidruchtige, schelrinkelende trams. Alleen in kleine afgelegen plattelandstadjes kan de schilder nog hoekjes vinden, zooals de Duitsche kunstenaar Eckmann er ons een gepenseeld heeft.

Stille, weemoedige poëzie hangt er over de gemoedelijk-rustige gracht, met haar kalme huizen, haar lommerrijke boomen en slapend water. Het is de rechte stemming voor een schilderij, die óns de treurige en toch stilgenoeglijke schare weesmeisjes vertoont, bedaard voortwandelend onder geleide der goedige, bejaarde ‘moeder.’ Met de bevallige groep der zacht-ernstige of onschuldig glimlachende kinderen is heel de omgeving in bekoorlijke, weldadige harmonie.

Judith met het hoofd van holophernes. -

Deze interessante gravure is de trouwe reproductie van een teekening op velijn papier van den beroemden Italiaanschen meester Andrea Mantegna, die van 1431 tot 1506 leefde. De teekening, met de pen en in bister uitgevoerd, hier en daar met wat groen aangezet, wordt in het Louvre-museum te Parijs bewaard en als een der kostbaarste kunstschatten van die rijke verzameling beschouwd.

Judith schijnt altijd een geliefkoosd onderwerp van Mantegna geweest te zijn. Zoo schilderde hij er een in 1488, die thans in het Berlijnsch museum berust; drie jaar later behandelde hij hetzelfde onderwerp in waterverf, welke aquarel nog in het museum degli Uffizi te Florence te zien is. De teekening, die in het Louvre bewaard wordt, draagt geen jaartal, maar de kunstkenners zijn van oordeel, dat zij uit Mantegna's besten tijd afkomstig is.

Judith staat met het zwaard in de rechterhand, terwijl zij met de linker het hoofd van Holophernes in den zak steekt, dien haar dienstmaagd geopend houdt. Zij heeft zich voor haar heldendaad in feestkleedij gestoken. Haar gekrulde lokken worden opgehouden door een sluier, die in lange plooien langs haar schouders neervalt. De type, blijkbaar aan de antieken ontleend, is fier en trotsch. De slavin, die zich glimlachend tot Judith neigt, is een Afrikaansche, wier Nubisch gelaat gekozen schijnt om de verheven schoonheid harer meesteres te beter te doen uitkomen.

‘Alles,’ zegt Paul Mantz, de schrijver van het bekende werk Chefs-d'oeuvre de l'Ecole italienne, ‘alles in deze groep is bewonderenswaardig, de koppen, de houdingen, het gevoel; maar vooral verdient opmerking de groote stijl van de drapeering, die het lichaam van Judith met haar vernuftig gerangschikte plooien omgeeft. Hier huwt de stof zich aan den vorm, zij bekleedt dien zonder hem te verbergen, zij doet zelfs de ongemeene schoonheden er van te meer uitkomen. Een soort van strenge bevalligheid, een uitdrukking des te tragischer daar zij door bekoorlijkheid getemperd wordt, de mannelijke fierheid der antieken, door de teederheid der modernen verzacht, ziedaar hetgeen de Judith van Mantegna tot een onsterfelijk meesterstuk maakt.’

Een beproefd kenner. -

De verschillende volksstammen, die den Kaukasus bewonen - Lesghiërs, Georgiërs, Tsjerkessen - zijn bekend om hun bedrevenheid in het kweeken van paarden, die bij alle deskundigen een grooten roep genieten zoowel om de kracht hunner spieren als om de fraaiheid van hun lichaamsbouw. De groote grondbezitters in Zuid-Rusland, die zich van degelijke en daarbij niet te dure paarden willen voorzien, zien daarom niet op tegen een reisje naar Tiflis of een der andere belangrijke plaatsen in den Kaukasus; of, als ze zelf niet gaan, sturen ze er minstens een ondergeschikte heen, die verstand heeft van den paardenhandel. Daar deze handel meerendeels in handen van Armeniërs is, wordt er dubbele oplettendheid gevorderd, wil de kooper niet schandelijk worden beet genomen.

Voor den ouden starost op onze gravure bestaat in dat opzicht weinig gevaar: dat heeft de sluwe Armenische paardenkoopman, dié hem vragend aanziet, al lang in de gaten. De oude heer monstert het rijk opgetuigde prachtige dier met echten kennersblik en zal zich noch door de mooie uitmonstering noch door de kunstjes van den afrij der laten bedotten. Ook zijn metgezellen, stoere grens-Kozakken, helpen mee een oogje in 't zeil houden, terwijl de oude kastelein van de herberg, boven op den muur gezeten, het zaakje vrij onverschillig aanziet. In elk geval is er voor hem wat te verdienen aan de vreemde gasten, die met een vollen geldbuil hierheen zijn gekomen en heel wat in het marktstadje zullen achterlaten.

Het tafereel boeit ons intusschen niet alleen door de sprekende karakterteekening: wat daaraan vooral leven geeft is de heldere zonnige atmosfeer van het oosten, dien de schilder over zijn doek heeft weten te spreiden, en waarvan ook de graveur het pikant effect volkomen tot zijn recht heeft doen komen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken