Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.53 MB)

Scans (730.60 MB)

ebook (37.02 MB)

XML (2.79 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Allerlei

Klokken. -

De uitvinding der klokken dagteekent van het verst verleden. De Egyptenaren bedienden er zich reeds van bij de feesten van Osiris. Bij de Joden was het kleed van den hoogepriester met gouden klokjes omboord. Te Athene bediende men zich van klokjes tijdens de feesten van Proserpina om de offeranden aan te kondigen. Volgens Aristophanes droeg de soldaat, die de nachtronde deed in de Grieksche legerkampen, een klokje bij zich, waarschijnlijk tot groot genoegen der slaperige schildwachts, die hem al van verre konden hooren aankomen. Te Rome werden de klokken geluid om de opening der publieke baden aan te kondigen; ook gebruikte men ze als een of ander orakel antwoord gegeven had en bij bijzondere gelegenheden, om een zonsverduistering aan te kondigen, of als een boosdoener ter strafplaats geleid werd.

De uitvinding der klokken wordt dus door sommigen ten onrechte toegeschreven aan den H. Paulinus, bisschop van Nola in de Campagna. De Latijnsche namen nolae en campanae, aan de klokken gegeven, vinden meer waarschijnlijk hierin hun oorsprong, dat het werk der Noleesche klokkengieters boven dat der anderen uitmuntte, of dat de H. Paulinus de eerste is geweest, die van de klokken gebruik maakte om de geloovigen voor de godsdienstoefeningen bijeen te roepen.

Het gebruik der klokken was spoedig in het Westen verspreid en in de zesde eeuw bijna algemeen. Toch sloeg nog in 610, hij het beleg van Sens door Clotarius II, zijn leger op de vlucht, verschrikt door het gelui der stadsklokken.

In het Oosten werden de klokken eerst later bekend. De eerste, die in de Sophia-kerk te Constantinopel werden opgehangen, waren een geschenk van den doge van Venetië aan keizer Michael, in 865. Rusland bezit zeer merkwaardige klokken, maar de Turken verboden het gebruik daarvan aan de Christenen. Ook de Chineezen hebben klokken, die beroemd zijn om haar klank en afmeting.

Het gewicht der klokken was in het begin zeer onaanzienlijk, doch voortdurend werd het verzwaard.

Sint-Gallen bezat er een van 400 pond. Twee eeuwen later liet koning Robert er een gieten van 2600 pond voor de kerk van Saint-Aignan te Orleans. Rudolf, abt van Sint-Truien, die in de elfde eeuw leefde, spreekt in zijn kroniek over een klok van zijn klooster, die 3300 pond woog; zij werd Quintina genoemd, naar Sint Quintijn, aan wien zij was toegewijd.

De Jacqueline van de Notre-Dame te Parijs word in 1400 gegoten en woog 15000 pond. In 1680 en 1685 werd zij opnieuw gegoten en

[pagina 56]
[p. 56]

weegt tegenwoordig 26000 pond. Lodewijk XIV en Maria Teresia zijn er peter en meter van en gaven haar den naam Emmanuel-Maria-Teresa.

De Sint Pieter te Rome heeft een klok van 19.000 kilo; de kathedraal van Lissabon van 21 000; de Laurence van den Nicolaastoren te Aberdeen, in Schotland, weegt 20 000 kilogram; de groote klok van Westminster te Londen 30 000 pond.

Een heel ander gewicht bereiken de beroemde Russische klokken. De zware klok van het Kremlin weegt niet minder dan 196.464 kilo; haar hoogte is 7.82 meter met een grootste doorsnede van 7.47 meters. Die enorme metaal-massa is driehonderd jaren lang in den vorm blijven staan, waarin Michael Monterine ze gegoten had. Een Fransch ingenieur, de heer Montferrand slaagde er in, in 't jaar 1836, de klok uit den vorm te lichten en op het steenen voetstuk te plaatsen, waarop zij nu rust. Maar Rusland heeft nog meer zware klokken. Te Trozkoi, bij Moskou, ligt een klooster, dat een klok rijk is van 175.000 kilo; die van Sint Iwan te Moskou is bijna 57.00 kilo zwaar.



illustratie
de italiaansche kamer in den rouw wegens den dood van president carnot.


Klokken van dergelijke afmetingen zijn er in Europa niet meer te vinden. Na Rusland kunnen de Chineezen zich op monsterklokken beroemen. Peking bezit er een van 60,000 kilogram en Nanking een van 25.000.

Verleden jaar, na afloop der Fransch-Russische feesten te Toulon, boden de Russen door bemiddeling van den pastoor van Moskou aan de Franschen een klok van 90.000 kilogram om in de Notre-Dame te Parijs op te hangen. Ongelukkigerwijs moest dit gewichtig geschenk worden geweigerd, omdat de torens de noodige draagkracht niet bezaten. In Frankrijk is voor dergelijke monsters geen plaats; daar vervaardigen ze klokken, welke, hoewel kleiner, uitmunten door zuiverheid van toon en fijnheid van afwerking. De Savoyarde voor de kerk van het H. Hart op den Montmartre te Parijs weegt 16000 kilo, maar geeft te gelijker tijd den grondtoon met octaaf en terts, wel een bewijs, hoever de Fransche klokkengieters het in die industrie hebben gebracht.

Over de symboliek der klokken zou nog zeer veel te zeggen zijn: zij begroeten den mensch bij zijn intrede in het leven; bij vreugdevolle en droevige gebeurtenissen doen zij haar metalen stem hooren en luiden als de tijd gekomen is om tot een ander, beter leven over te gaan.

Insektensteken. -

Het is niet alleen hinderlijk, dat wij op onze wandelingen door bloeiende velden of schaduwrijke boomen zoo dikwijls door kleine plaaggeesten gestoord worden, die ons met hun angels zoo pijnlijke wonden kunnen toebrengen, maar deze insecten, bijen en wespen, muggen en steekvliegen, kunnen soms ook gevaarlijk zijn voor ons leven. Daarom is een eenigszins nauwkeurige kennis van de behandeling der insectensteken voor een ieder van groot nut.

Terwijl deze plaaggeesten ons steken, enten zij ons een zeer kleine dosis sterk vergif in. Van welken aard dit vergif is, weten wij helaas! tot dusver niet. Maar volgens de jongste navorschingen is het niet onwaarschijnlijk, dat het met het beruchte slangen vergif overeenkomt.

Onder het volk is het gevaarlijke dezer insecten al van oudsher bekend; dit blijkt wel uit de populaire zegswijze, dat twee horzels een mensch en drie een paard kunnen dooden. Zulk een uitwerking behoort volstrekt niet tot het gebied der fabels, doch komt toch gelukkig maar hoogst zelden voor, namelijk dan, wanneer een bijzonder gevoelige plaats van het lichaam door een bijen- of wespensteek getroffen wordt. Geschiedt dit bijvoorbeeld op de tong, dan zwelt zij en de omliggende lichaamsdeelen zoodanig op, dat de gestokene stikt, indien niet spoedig geneeskundige hulp ter plaatse is.

De steek kan ook een bloed- of lympha-vat treffen; in dat geval gaat het gif onmiddellijk in het sap over en heeft ernstige algemeene ziekteverschijnselen ten gevolge. Na verloop van zeer korten tijd treedt bij den getroffene een toestand van eigenaardig verval van krachten in. De huid wordt koel en met klam zweet bedekt, de pols flauw en zwak, en het bewustzijn verdwijnt. Gewoonlijk duren deze dreigende verschijnselen maar enkele uren, doch de zieken gevoelen zich nog dagen mat en uitgeput.

Heel anders wordt het echter, indien men niet door een enkelen, maar door een aantal steken getroffen wordt, als menschen of dieren door een bijen- of wespenzwerm worden overvallen. Dan vindt er een vergiftiging in den hoogsten graad plaats, en dikwijls heeft men ondervonden, dat op zulke wijze toegetakelde personen binnen korten tijd sterven.

In duizenden gevallen echter zijn de gevolgen van een bijen- of wespensteek geheel onschadelijk. Hij heeft dan enkel een plaatselijke ontsteking ten gevolge, die wel zeer pijnlijk is, maar spoedig geneest. De behandeling van zulk een steek is doodeenvoudig; eerst verwijdert men met behulp van een tangetje den angel, waarbij men moet oppassen, het daaraan hangende gifblaasje niet te drukken en zoo den heelen inhoud vergift in de wonde te persen; vervolgens druppelt men op de kleine steekwonde wat geest van salmoniak en legt er koude omslagen op.

De steken der muggen zijn minder gevaarlijk. Deze plaaggeesten kwetsen ons met haar spitsen snuit en enten ons daardoor het prikkelend werkend speekselsap in. In den regel trekken zij het steektoestel terug, en dan heeft de plaatselijke ontsteking niet veel te beteekenen. Breekt echter de snuit af en blijft hij in de wonde zitten, wat vooral bij het haastig verjagen of dooden der mug het geval is, dan wordt de opzwelling bijzonder groot en pijnlijk.

Ook tegen muggensteken gebruikt men geest van salmoniak en koude omslagen. Een onmiddellijk tegengif tegen het venijn der insecten is tot dusver nog niet bekend, ten minste geen, dat met zekerheid helpt. Door de ijmkers in de zuidelijke landen wordt evenwel scorpioenolie als een voortreffelijk middel tegen bijensteken geroemd; men verkrijgt ze door uitgeperste scorpioenen in boomolie te bewaren.

De hoop is echter niet uitgesloten, dat de aard van het bijenvergif ontdekt en dan ook een tegenmiddel zal gevonden worden.

Voor bijenhouders was het zeker zeer wenschelijk, een middel te bezitten, dat hen voor dit vergif ongevoelig maakt. Er zijn toch menschen, die langzamerhand door herhaalde bijensteken, als het ware eenigermate door inenting, onvatbaar voor het vergif geworden zijn. Onlangs is het ook gelukt, dieren daardoor voor dierlijk vergif ongevoelig te maken, dat men het vergif verhitte, dus verzwakte en daarmee de dieren inente.

Misschien zou dit ook bij insecten vergif gelukken! Een ware zegen zou zulk een beschermende inenting ongetwijfeld in de tropische, door de muskieten geplaagde landen zijn. Maar dit zijn nog enkel droomen voor de toekomst. Mochten ze evenwel in vervulling gaan, dan zouden ook onze koloniën daarbij baat vinden, en Afrika niet minder, dat uitgestrekte streken bevat, waar paardenen veeteelt wegens het voorkomen der giftig tetse-vlieg onmogelijk is.

Opmerkelijk is het zeker, dat insectenvergiften door den mensch ook als geneesmiddel zijn beproefd. De ‘mierenspiritus’ wordt namelijk als opwekkend middel gebruikt, terwijl ook door sommigen aan het bijenvergift geneeskundige kracht wordt toegeschreven. Men heeft het tegen rheumatiek aanbevolen, en de lijders daaraan lieten zich opzettelijk door bijen steken. Op het eiland Malta moet deze behandeling een zeer populair middel tegen rheumatiek zijn. De geneeskracht van het bijenvergif is evenwel niet bewezen, en wij zullen daarom niemand een proefneming aanraden.

Wij hebben tot dusver alleen van de werking van zuivere insectensteken gesproken. Maar de angel dezer plaaggeesten kan ook verontreinigd zijn; en dan kunnen behalve het insectenvergif nog andere schadelijke stoffen in de wonde komen. Heeft bijvoorbeeld de steekvlieg of horzel eerst op een lichaam, behept met ziektekiemen opwekkende bacteriën gezeten, dan kan ze die bacteriën in de wonde overbrengen. Deze geneest dan niet spoedig, maar wordt kwaadaardig; er kan bloedvergiftiging bijkomen en de onschuldige vliegensteek den dood tengevolge hebben. Op deze manier ook is dikwijls het miltvuur op den mensch overgebracht.

Men kan nooit te voorzichtig zijn en daarom moet in alle gevallen, dat de insectensteek niet onmiddellijk geneest, maar ontsteking en vorming van blaasjes tengevolge heeft, zoo spoedig mogelijk geneeskundige hulp worden ingeroepen; want alleen door een tijdig en krachtig optreden kan in zulke gevallen het ergste worden voorkomen,

Gevaarlijke bacteriën kunnen echter ook op andere manieren in de wonde komen. Al is de angel zuiver geweest, dan kunnen wij zelf door vuile omslagen gevaarlijke stoffen in de wonde brengen. Daarom moeten de koude omslagen steeds met zuivere doeken en zuiver water worden gemaakt. Spinnewebben, natte aarde, aardappelschillen en dergelijke, die als huismiddeltjes tegen insectensteken worden aanbevolen, moet men dus nooit gebruiken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken