De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

Bij de Platen.

Huiselijke Twist. -

Men hoeft niet te vragen waarover de kibbelarij is aangekomen. De stapel modejournalen en modeplaten, die het jonge mevrouwtje naast zich heeft liggen, geeft daaromtrent een zeer duidelijke aanwijzing. Het bijzonder keurig huistoilet versterkt het vermoeden, dat zij zich op het stuk van kleeding en opschik een wel wat overdreven weelde veroorlooft. En als om haar schuld nog te duidelijker te doen blijken wil het toeval, dat juist op dit oogenblik weer een doos met verschen aanvoer van nieuwe snufjes wordt binnengebracht. Dat zou natuurlijk zoo erg niet wezen, als die herhaalde aankoopen maar niet in de eerste maanden van het jaar een berg rekeningen in huis brachten, die mijnheer een allesbehalve aangename verrassing bereiden. Zelfs de ruimst voorziene beurs is op den duur niet bij machte de grillen van een modezieke vrouw bij te houden. En hoe ongaarne de heer des huizes zijn lief vrouwtje ook iets onaangenaams zegt, ditmaal is hij wel in de noodzakelijkheid haar aan het verstand te brengen, dat zij haar al te kostbare neigingen in het vervolg een beetje zal dienen te beperken.

Dat kan mevrouw natuurlijk niet goed hooren; zij verbeeldt zich nog bijzonder spaarzaam te zijn en kan niet begrijpen hoe manlief, die toch graag heeft, dat zij er elegant uitziet, haar het noodige geld voor haar toilet durft beknibbelen. Zoo lokt het eene woord het andere uit, en ontstaat er een huiselijk krakeel, dat, naar wij hopen, voor de modezieke dame een les moge zijn. Als het geluk en de vrede in huis haar niet meer waard zijn dan de voldoening harer ijdelheid, dan ziet het er voor man en vrouw beiden treurig uit.

Vaderlijke Berisping. -

Ook hier zijn we getuige van een klein huiselijk conflict. De oude vader acht zich verplicht, zijn dochter een ernstige berisping toe te dienen; waarover weten we niet, maar de verlegenheid, waarmee het meisje, aan haar schortje frommelend, de oogen neerslaat, doet vermoeden dat zij niet zonder schuld is. Ze is nog jong; wellicht is het een kleine onvoorzichtigheid, waaraan ze zich in jeugdige onbezonnenheid heeft plichtig gemaakt, en waarvan zij de mogelijke gevolgen niet inzag. Maar het strenge en toch liefdevolle oog van den vader ziet scherper dan het hare en hij wijst haar ernstig op het gevaar, waaraan ze zich in de argeloosheid van haar jaren kon blootstellen. Gelukkig voor haar blijkt ze niet ongevoelig voor de vaderlijke waarschuwing en haar deemoedige houding waarborgt ons dat ze zijn wijze woorden niet in den wind zal slaan.