Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.53 MB)

Scans (730.60 MB)

ebook (37.02 MB)

XML (2.79 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Esther voor koning Assuerus.

- Het treffende bijbelsche verhaal is reeds vroeger, naar aanleiding van een andere voorstelling, uitvoerig in herinnering gebracht, zoodat wij er hier niet meer op behoeven terug te komen. Het mag trouwens van algemeene bekendheid geacht worden en een blik op onze gravure zal den beschouwer de bijzonderheden der ge-

[pagina 392]
[p. 392]

schiedenis weer in eens voor den geest roepen.

Esther, het eenvoudige Israëlitische meisje, door den koning, na het verstooten zijner trotsche gemalin Vasthi, uit duizenden tot zijn koningin verkoren, waagt zijn genade in te roepen voor haar arm verdrukt volk. Israël zucht onder de wreede vervolging van Haman, des konings gunsteling. En ofschoon het op doodstraf verboden is, ongeroepen voor den vorst te verschijnen, heeft Esther, op aansporing van haar oom Mardocheus, toch besloten, om den wille van haar volk tot den koning door te dringen. Drie dagen heeft zij met hoel haar volk gebeden en gevast om zich op dien heldhaftigen stap voor te bereiden. Zij heeft zich met haar rijkste sieraden getooid, opdat zij in de oogen des konings genade moge vinden.

Eindelijk is zij tot voor zijn troon genaderd. Vlammend van toorn springt hij op wegens die stoute overtreding van het strenge verbod. En Esther zinkt op den aanblik van den vergramden heerscher machteloos in de armen barer vrouwen.

Dat schouwspel verteedert het hart des konings en minzaam treedt hij op haar toe, om haar den schepter te doen aanraken ten teeken van zijn koninklijke gunst. Deelnemend vraagt hij haar het doel harer komst en staat haar voorkomend alles toe wat zij te verzoeken heeft. Het volk Israël is gered en de trotsche Haman vernederd.

Herhaaldelijk heeft de kunst dit aantrekkelijk tafereel tot onderwerp gekozen: het aandoenlijke van het geval, de pakkende tegenstelling tusschen de bevallige schuchterheid der jonge koningin en den hoogen trots des konings, de rijkdom der costumes, dit alles leent zich tot een alleszins dankbare voorstelling.

Die op onze eerste bladzijde, van den schilder P. Mariani, munt vooral uit door een streven naar historische trouw in costume en stoffeering. Hij heeft getracht ons een Assyrisch paleis te aanschouwen te geven, waarin natuurlijk het fantastische gedrocht, de gevleugelde sfinx niet mocht ontbreken. Ook het hoofddeksel des konings, de gewaden zijner omgeving, de waaiers en tapijten beantwoorden aan de voorstelling, die wij ons, op grond der jongste onderzoekingen, van het tijdvak kunnen maken.



illustratie
dat is de kwestie.


Kruisgang in het Dominicanebklooster te Ragusa.

- Ziedaar een zonnig en schilderachtig kijkje, dat wij aan den kunstzin en de bedrevenheid van een amateur-photograaf te danken hebben. Een der schilderachtigste hoekjes van het oude vermaarde Ragusa, den kruisgang in het Dominicanerklooster, geeft hij ons in al zijn strenge schoonheid te bewonderen.

Op blz. 215 van den 26en jaargang hebben wij, naar aanleiding eener plaat, voorstellende de bouwvallen van een paleis te Ragusa, reeds het een en ander verteld van dat merkwaardige ruïnenplaatsje, dat eenmaal een der machtigste havens was aan de Adriatische zee Het klooster, waarvan wij hier een der kruisgangen zien afgebeeld, dagteekent ongetwijfeld uit dien gouden tijd; want het is kennelijk een vorstelijk gebouw.

De zieke moeder. -

Van den zonnigen kloosterhof naar de schamele hut, waar de moeder op het ziekbed ligt uitgestrekt, - het is zeker een schrille overgang. Toch wordt ook in dit tafereel de poëzie niet gemist: zij ligt in de teere genegenheid, die moeder en kinderen wederkeerig aan elkander bindt en zelfs in de treurige ziekekamer nog het zonnetje van geluk doet schijnen. Zie, hoe de kleinen, anders zoo druk en levendig, zich nu stil en ingetogen houden om de zieke moeder niet te hinderen. Zij denken er niet aan, als anders buiten te gaan spelen; trouw houden zij moeder gezelschap, en de oudste knaap heeft het boek opgezocht, waaruit moeder hem zoo graag hoort voorlezen.

Met liefdevollen blik rust betoog der moeder op den kleinen lezer, terwijl zij aandachtig de lectuur aanhoort, die trouwens ook de anderen blijkbaar boeit. Wellicht echter dwaalt haar geest af van het gehoorde om in angstige bekommering te denken aan de toekomst, die haar kinderen wachten zou, wanneer zij eens niet genezen mocht en zij hen als weezen zou achterlaten.

Een meineedige ter dood geleid.-

Slechts weinigen onzer hedendaagsche schilders weten de aangrijpende momenten uit het maatschappelijk leven onzer vaderen zoo trouw in het karakter van den tijd weer te geven als de Antwerpsche kunstenaar Van der Ouderaa, van wiens vruchtbaar penseel wij onzen lezers reeds menig meesterwerk hebben doen bewonderen.

Op het tafereel, door de gravure van blz. 389 weergegeven, heeft hij tot onderwerp gekozen het ter strafplaats leiden van een meineedige. Meineed gold terecht bij onze strenggeloovige vaderen voor een afgrijselijke misdaad, die met den dood moest worden uitgeboet. En om de plaats, waar die gruwel tegen God gepleegd was, als het ware te zuiveren, werd de schuldige, onder begeleiding van gewapende macht, van een priester en de leden der rechtbank, door den beul op de schandkar door de stad geleid om voor het beeld des Gekruisten een laatste gebed te storten en Gods vergeving over zijn zondige ziel af te smeeken.

Dat oogenblik heeft Van der Ouderaa ons voorgesteld. Wij zien den schuldige deemoedig voor het kruisbeeld neergeknield, terwijl de priester en de omstanders zich godvruchtig bij zijn gebed aansluiten. Allen staat de heilige ernst der treffende plechtigheid op het gelaat te lezen: afgrijzen voor de misdaad, maar tegelijk medelijden voor den schuldige teekenen zich op aller trekken. Het tooneel verplaatst ons in werkelijkheid naar die vroom christelijke tijden, toen de misdaad nog algemeen werd beschouwd niet alleen als een gevaar voor de samenleving, maar vooral als een beleediging van den rechtvaardigen God, waardoor zijn gramschap over een heele stad werd afgetrokken, en waarvoor dan ook de heele gemeente Hem voldoening en eereboete schuldig was.

Dat is de kwestie. -

Wat nu eigenlijk de kwestie is, waarover die twee het zoo druk hebben, valt moeilijk uit te maken. Te oordeelen naar hun uiterlijk, zou men in den eene, met het schootsvel voor, een werkman zien, terwijl het welgedaan uiterlijk van den ander meer doet denken aan zoo iets als een aannemer. En dit onderscheid eenmaal tot uitgangspunt genomen, hoeft men niet lang te gissen naar liet onderwerp van het gesprek. De werkman windt zich op voor de brandende kwestie van den dag, het loonvraagstuk, terwijl de ander, als werkgever, daar minder over te spreken is.

Ondertusschen maakt de dikke waardin bij zich zelve de wijsgeerige opmerking dat men met al die praatjes weinig verder komt. Zij zou liever zien dat de gasten wat ij veriger hun bier aanspraken en haar elk nog een potje bestelden en betaalden. Dat is voor haar de kwestie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken