Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.53 MB)

Scans (730.60 MB)

ebook (37.02 MB)

XML (2.79 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De verrader.
Episode uit den Fransch-Duitschen oorlog.

Geboren in de wouden der Vogezen, had vader Laverdure, - zoo stond hij in de streek bekend - vijf en-zeventigmaal de struiken en boomen om de bergen van Remiremont zien uitloopen en groen worden. Uitgeput door het afmattend beroep, dat hij uitoefende, was hij vóór zijn tijd oud geworden; zijn armen misten de kracht om de zware bijl te hanteeren, en zijn beenen de vlugheid om in de boomen te klimmen.

De jongeren zeiden dikwijls tegen hem:

‘Kom, vader Laverdure, je moet in het dorp komen wonen; je weet wel, wij zullen zorgen dat je niets te kort komt.’

Maar de oude wilde zijn hut niet verlaten, die hij met eigen handen had gebouwd onder de groene takken en slingerplanten, waar zijn vrouw en zijn zoon gestorven waren. Hij beminde het woud, het mooie woud, waarvan hij alle boomen en voetpaden kende, waaraan voor hem de dierbaarste herinneringen verbonden waren.

De jongelui, die hem hoogachtten, moesten maar voortgaan met hem 's morgens en 's avonds een gedeelte van hun maaltijd te brengen en hij zou tevreden den dag verbeiden, waarop hij naar het nederig dorpskerkhof werd gebracht, waar vrouw en kind hem waren voorgegaan.

Alles ging goed tot aan het gruweljaar 1870. Maar toen, toen het bevel tot mobilisatie gegeven werd, en men reeds aan de grens het kanon hoorde dreunen, vertrokken de houthakkers ofwel naar het leger of naar de mobiele garde; de vrouwen en kinderen bleven in het dorp om den geesel des oorlogs te laten voorbijgaan; maar de oude vader Laverdure wilde zijn dierbaar woud nog niet verlaten.

Hij bleef er alleen; vruchteloos bleven de pogingen om hem een woning in het dorp te doen betrekken. ‘De Pruisen zullen hier niet komen,’ zeide hij, ‘het woud is een doolhof, waarin ze zeker zouden verdwalen; ze zullen er zich niet in wagen, en bovendien, een ouden stakkert als mij zullen ze geen kwaad doen’

Het derde regiment zouaven, dat deel uitmaakte van het leger der Vogezen, dat na de rampen van het begin des oorlogs was georganiseerd, trok raar Remiremont en kwam nabij het dorp kampeeren. Het moest zich vereenigen met de troepen, die generaal Cambriels te Epinal commandeerde.

Het woud scheidde het Duitsche leger van het dappere zouaven-regiment. Maar de Pruisen, door hun spionnen onderricht, hadden het plan opgevat het woud door te trekken en den zouaven den terugtocht af te snijden; om dat plan ten uitvoer te brengen, zou 's nachts eerst een verkenning plaats hebben.

Vader Laverdure, die van alles onkundig was, deed zijn morgenwandeling in het bosch,

[pagina 408]
[p. 408]

toen hij opeens tot zijn groote verwondering het geluid van voetstappen hoorde.

Wie kon daar in het woud zijn?.... Ongetwijfeld een deserteur, die zich zocht te verbergen?.... Een spion misschien.

De oude stond stil. Hij verschool zich achter een dikken boomstam en beloerde uit zijn verborgen schuilplaats den onbekende, die meer naderbij kwam.

Hij hoorde een dof geluid en zijn geoefend oor herkende het gedreun van bijlslagen in het hout. Dat geluid wekte zijn nieuwsgierigheid en weldra zag hij op het smalle voetpad een man, dien hij aanstonds herkende. Het was een zekere Jan Riolla, die drie jaar geleden wegens diefstal uit het dorp was gejaagd. Hij ging daarheen, gewapend met zijn bijl, waarmee hij de boomen langs het voetpad teekende.

‘Ellendeling,’ bromde de oude houthakker, ‘jij bent een verrader, jij bakent den weg af, dien de Pruisen moeten nemen.’

Als de grijsaard een karabijn onder zijn bereik had gehad, zou hij den verrader hebben neergeschoten, maar hij wachtte, totdat hij op een goeden inval kwam. Toen Riolla ver weg was en het geluid van de bijlslagen niet meer gehoord werd, stond vader Laverdure op; hij liep naar zijn hut en greep insgelijks naar zijn bijl, een oud en stevig werktuig. waarmee hij zoo lange jaren den kost had verdiend. Daarna keerde hij terug naar de boomen. die de verrader gemerkt had. De weg, dien deze had afgebakend, voerde recht naar den heuvel, waar de zouaven kampeerden. Als de Pruisen dien weg volgden, konden zij ongezien het kamp bereiken en de soldaten overvallen.

Toen begon de grijsaard zijn arbeid; op zijn beurt merkte hij de boomen met een kruis, gelijk de verrader had gedaan, maar volgde een heel anderen weg, tot aan een kalkkuil, die met den grond gelijk was uitgegraven en die aan het einde lag van een breeden weg.

Een sombere glimlach plooide zijn gelaat en zijn grijze oogen schitterden, toen hij naar de ongebluschte kalk keek, die den kuil tot den rand vulde. Rondom hakte hij eenige lange, buigzame takken af en wierp ze over de groeve om de opening te bedekken. Hij voegde er wat bladeren bij en vormde aldus een zwakken bodem, die bij de minste drukking zou wijken en waarop een onbekende niet verdacht zou zijn. Over de bladeren wierp hij nog eenige schoppen aarde en wierp links en rechts wat doode takken neer, opdat niets bijzonders achterdocht zou wekken. Toen hij niet zijn werk gereed was, ging hij heen, verborg zich in de struiken en wachtte.

Toen de avond gevallen was, hoorde hij voetstappen, die snel naderden. Het waren de Pruisen, die een verkenning kwamen doen en den weg volgden, door den spion afgebakend. Zij naderden en, bedrogen door de teekens, die Laverdure op de boomen had aangebracht, sloegen zij den weg in naar den kalkkuil.

Laverdure telde ze; zij waren met twaalven, aangevoerd door een onderofficier.

Zij liepen met het geweer onder den arm, enkel verlicht door de maan, die slechts zwak door het dichte bladerdak heendrong.

De onderofficier verkende den weg en liep eenige schreden vóór hen uit. Hij ging den kalkkuil voorbij, daar hij op den rand van het voetpad liep.

Eensklaps hoorde men een dof geluid, een geschreeuw en gegil. De Pruisen waren in den brandenden afgrond gevallen, waaruit er niet een zou ontsnappen.

Verschrikt keerde de onderofficier zich om.

‘Bravo!’ riep vader Laverdure met machtige stem, terwijl hij met de bijl in de vuist op den Pruis aanvloog.

En voor dat deze den tijd had van zijn wapens gebruik te maken, zwaaide de oude houthakker, die al de kracht der jongelingsjaren had herkregen, zijn zware bijl, terwijl hij riep: ‘Deze bijl is niet die van een verrader.’

Met verbrijzelden schedel stortte de Pruis neer. De zouaven waren gered.

Twee dagen later werd de verrader Riolla op aanwijzing van vader Laverdure gegrepen en in diens tegenwoordigheid terechtgesteld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken