Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.80 MB)

Scans (744.72 MB)

ebook (35.69 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

(1895)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Een beeld voor de meimaand. -

Met geen schooner tafereel kunnen wij, bij de intrede van den nieuwen jaargang, ditmaal de reeks onzer gravures openen dan met het beeld der Moedermaagd, waartoe in deze Meimaand alle harten getrokken worden.

In onze kerken en kapellen, in onze woonkamers zien wij alom het beeld van Maria met bloemen en licht gesierd en ten troon verheven. Ook wij wilden het in onze Illustratie de eereplaats geven door het op de eerste bladzijde te stellen van den nieuwen jaargang. Met Maria begonnen, zal hij, vertrouwen we, onder haar hoede een gezegenden loop hebben. Maria toch is de hulp der Christenen; op haar machtigen steun mag ook de Illustratie vertrouwen bij haar streven om stichting, leering en onschuldig genoegen te brengen in de katholieke gezinnen. In haar moederlijke bescherming bevelen wij ons en onzen arbeid met kinderlijken ootmoed aan, en op haar krachtige hulp vertrouwend, beginnen wij vol moed onzen nieuwen jaargang.

Een wintertafereel. -

Op het oogenblik, dat wij ons in de heerlijkheden der Meimaand verlustigen, heeft het een eigenaardige bekoring, dit tafereel te beschouwen, dat ons midden in het barre jaargetijde en nog wel in barre, onherbergzame oorden, tegenover bijzonder barre gasten verplaatst. 't Is genoeglijk te zien regenen, als men in 't droge zit, zei vader Cats, en zoo is het ook niet onaardig, op een mooie plaat het wilde woud in zijn doodschen sneeuwtooi te aanschouwen, terwijl wij rondom ons bosch en veld in den weligsten lentedos zien prijken; en in dat woeste landschap een paar hongerige, roofgierige evers te zien omzwerven, terwijl wij zeker zijn op onze wandelingen, zulk een ‘heer met een lang gezicht’ niet te zullen ontmoeten.

De kennismaking zou zeker niet van de aangenaamste wezen; want het wilde zwijn is lang

[pagina 8]
[p. 8]

zoo mak niet als zijn geciviliseerde afstammelingen, onze gemoedelijke mestvarkens, wel zouden doen vermoeden. Het is daarbij heel wat meer mans ook; want het wordt wel anderhalven meter lang bij een hoogte van één meter en krijgt dan een gewicht van 200 tot 300 kilogram, - de eenige eigenschap, waarin de tamme zwijnen hun wilden voorvader op zij streven. Daarbij is zijn vervaarlijke bek voorzien van een paar slagtanden, waarmee hij zijn prooi in eens openrijt. Eerst na het zesde of zevende jaar gaan die tanden krom staan en worden wat minder gevaarlijk. Bij het exemplaar op onze plaat staan ze nog kranig overeind. Men meent dat wilde zwijnen een vijf en twintig of dertig jaar oud kunnen worden.

Zij maken het dus vrij wat langer dan hun tamme familie, die dikwijls al in zeer aanvalligen leeftijd het offer wordt van des menschen begeerigheid naar een smakelijk krapje of ribbetje. Ook het vleesch van wilde zwijnen moet heel fijn en lekker wezen; maar ze zorgen wel dat de lekkerbekken er niet te makkelijk aan komen. Zij houden zich namelijk bij voorkeur schuil in eenzame, dichte bosschen, zoeken daar poelen, waar zij zich naar hartelust in het slijk kunnen wentelen, en voeden zich met boomvruchten, wortels en insectenlarven.

De schilder van ons tafereel is blijkbaar in de gelegenheid geweest, ze van nabij waar te nemen; want hij weet ze ons naar het leven te vertoonen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken