Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.80 MB)

Scans (744.72 MB)

ebook (35.69 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

(1895)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Op de kaak gesteld. -

Daar hebben we, zoo waar, een allernieuwste toepassing van een overoud strafmiddel. In vroeger eeuwen werden lastige sujetten, die zich jegens de maatschappelijke orde vergrepen hadden, zooals het heette, op de kaak gesteld, dat wil zeggen, op de een of andere daartoe bestemde verhevenheid voor iedereen te pronk gezet. In sommige oude steden moeten zulke ‘kaken’ of inrichtingen tot het tentoonstellen van misdadigers nog worden aangetroffen.

Een dergelijk strafmiddel nu is ook toegepast op de kleine deugniet onzer gravure. Zij had zich de vrijheid veroorloofd den salon te misbruiken tot een soort sportterrein, waar zij zoo iets als wedrennen met hindernissen vertoonde. Tevergeefs heeft papaatje haar al eens gewaarschuwd, en nu zij niet heeft willen hooren, moet ze maar voelen. Hij pakt de deugniet op en zet ze voor straf te pronk boven op een kolom, waarvan hij den bloempot heeft afgenomen.

Nu doet ze dienst als een kunstvoorwerp, dat men het beeld der berouwhebbende ondeugd zou kunnen noemen.

Een woord tot het hart. -

Ook hier zijn wij getuige van een zachte bestraffing of iever van een ernstige waarschuwing, gegeven door een wijze, liefderijke moeder aan haar jonge, onervaren dochter. Blijkbaar ziet deze op het oogenblik nog niet duidelijk in, dat zij de berisping werkelijk verdient. In haar jeugdige onbedachtzaamheid meent zij zelf heel goed te weten wat zij doen of laten moet. Maar de moeder zal haar dat wel anders aan het verstand brengen, niet bits of knorrig, maar zools een moeder dat doen kan, met een enkel oord, dat rechtstreeks tot het hart gaat. De oude dame legt haar de hand op den schouder en ziet haar met innige teederheid in het gemelijk afgewende gelaat. Zij laat haar zacht gevoelen, dat niemand het beter met haar meenen kan dan haar eigen moeder en dat die, met haar rijke kennis van de menschen en de wereld, ook het best beoordeelen kan wat tot haar geluk strekt.

Dat woord tot het hart kan bij een rechtgeaarde dochter zijn doel niet missen. En moesten wij de ontknooping leveren tot de geschiedenis, die de schilder ons hier door zijn fraai en diepgevoeld tafereel voor de verbeelding toovert, dan zouden we zeggen dat straks het meisje zich schreiend om haar moeders hals zou werpen onder de belofte, alles te zullen doen wat moeder maar van haar verlangt, overtuigd dat dit niet anders dan tot haar bestwil kan zijn.

Dorstige jagers. -

Als men, gelijk de twee jagers op onze plaat, een rit van een paar uren door bosch en veld achter den rug heeft, dan is het een heele verademing, aan een afgelegen boerenherberg een lekker glas bier te kunnen krijgen. Dat voorrecht wordt door onze jagers blijkbaar op prijs gesteld, en de eene betuigt luid zijn tevredenheid aan de vriendelijke kasteleines, die met de bierkan in de hand nog wacht of een van de heeren ook een tweede glas mocht lusten. De ander maakt van de gelegenheid gebruik, om den ouden man te ondervragen naar den weg, dien deze heel bereidwillig wijst.

De kleine jongen heeft blijkbaar schik in de twee kranige ruiters, en de man, die onder al die bedrijven bedaard zijn pijp blijft rooken, vraagt den kleinen snuiter of hij ook geen lust zou hebben, zoo'n jachtpartijtje mee te maken. Over de onderdeur slaat nog een andere vrouw het aardig tafereeltje gade, dat ook door den lezer niet zonder genoegen beschouwd zal worden.

Frithjofs kamp met den Wiking. -



illustratie
frithjofs kamp met den wiking, naar de schilderij van ferdinand leeke.


De aloude Noorsche sage, door den dichter Tegnèr zoo meesterlijk in modern poëtischen vorm gegoten, is overrijk aan pakkende momenten. De kunst heeft er herhaaldelijk dankbare onderwerpen in gevonden voor aangrijpende schilderingen en meermalen hebben wij in onze Illustratie dergelijke tooneelen uit de Frithjofsage weergegeven.

In dit nummer bieden wij er den lezer wederom een aan, dat den worstelkamp voorstelt tusschen Frithjof en den Wiking Atle. Frithjof, de Noorsche held, kwam op een zijner zeetochten met zijn drakenschip Ellida ook in het land van den koning Agantyr.

Deze zond hem een zijner mannen te gemoet, den Wiking Atle, die Frithjof tot een tweegevecht uitdaagde. Vreeselijk was de kamp, zooals het gedicht dien schildert. De zwaarden werden gekruist en het hagelde houwen en slagen totdat beider schilden tegen elkander tot gruizelen stieten.

Nu komt het tot een worsteling tusschen de beide strijders en wederom blijft Frithjof overwinnaar. Hij ijlt heen om zijn kling te halen, ten einde aan den strijd een einde te maken. Hoog zwaaide hij zijn vervaarlijk zwaard Angurwadel, maar Atle wachtte, stil ter aarde liggend, den genadeslag af. Dat trof den edelmoedigen Frithjof; zijn woede bedaarde en terwijl hij het zwaard nog hield opgeheven, reikte hij den gevallene de hand.

Zij sloten samen vrede en verzoend zag men hen beiden opgaan naar 's konings zaal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken