Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.80 MB)

Scans (744.72 MB)

ebook (35.69 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

(1895)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

St. Nicolaas.
(Bij de platen.)

Nu al onze lezers en lezeressen, groot en klein, St. Nicolaas in het hoofd hebben, zullen zij het zeker niet onaardig vinden als de Illustratie hen met een paar tafereeltjes komt verrassen, die betrekking hebben op het geliefkoosde kleine- en groote-kinderenfeest.

De eerste en voornaamste van onze St.-Nicolaasplaten is een mooie reproductie van de bekende schilderij van Jan Steen in het Amsterdamsche Rijksmusenm, gewoonlijk ten onrechte de ‘St.-Nicolaasavond’ geheeten.

Ten onrechte zeggen wij, want wie onze reproductie maar een beetje nauwkeurig bekijkt, zal aanstonds merken dat het hier geen avond, maar ochtend is. Er schijnt geen ‘maan door de boomen,’ maar een bleek winterzonnetje, dat een sneeuwbui haalt. 't Is de ochtend van den zesden December en Sinterklaas heeft in den nacht gereden.

Jan Steen, de schilder van ons tafereel, leefde namelijk in den tijd toen St. Nicolaas nog op zijn ouderwetsch werd gevierd, en het hoofdmoment van het feest niet van den eigenlijken dag naar den avond te voren verschoven was, zooals door het rondsturen van surprises later in zwang is gekomen.

Den avond van den 5en December was toen ‘strooiavond’ en Sinterklaas verscheen in eigen persoon, minder als ‘goed heilig man,’ dan wel als een streng rechter om te informeeren of er ook stoute kinderen waren.

Zoo heeft hij zich vertoond in het talrijke gezin, waar Jan Steen ons den anderen morgen binnenleidt, en dat waarschijnlijk in schrikwekkende vermomming, op barschen toon vragend naar het gedrag van het jonge volkje, dat zich angstig achter de moeder schuil hield.

Daarop heeft moeder tot aller geruststelling geantwoord, dat de kinderen allemaal braaf opgepast hebben, uitgezonderd alleen Flip, die te lui was om te leeren.

‘Goed, vrouw,’ heeft Sinterklaas daarop in zijn baard gezegd, ‘dan zal ik voor hem een gard rijden.’

‘Toe, zingen, kinderen, zingen!’ dus heeft moeder vervolgens de kleintjes aangemaand, pogend hen naar voren te dringen, en nog trillend van angst, hebben de heldere stemmetjes toen het liedje aangeheven:

 
Sinterklaas, bonne, bonne, bonne!
 
Gooije wat in de leege tonne,
 
Gooije wat in de huizen,
 
Zellewe grabbelen as muizen.

En onmiddellijk hebben daarop moppen, peperneuten en suikererwten hun om de ooren gevlogen, dat zij niet wisten naar welken kant zij het eerst zouden grabbelen. Op handen en voeten door en over elkaar kruipend, had ieder zoo zien machtig te worden, wat hij maar grijpen kon En onder die bedrijven was Sinterklaas verdwenen even geheimzinnig als hij gekomen was.

Maar zijn verschijning had niet weinig de spanning vermeerderd, waarmee de volgende morgen werd te gemoet gezien. Allen waren vol verwachting en alleen Flip keek heel zuinig. Hij had zijn schoen wel in den burgwal willen gooien, liever dan hem onder den schoorsteen te zetten, maar daaraan mocht hij zich toch niet onttrekken.

Voor het naar bed gaan had de plechtigheid van het schoenzetten plaats; niet zonder huivering en met bevende hand, plaatsten allen op een rij, naar ouderdom, hun schoen met een bosje hooi er in ‘voor Sinterklaas z'n paard’ onder den schoorsteen.

Want daarlangs moest ‘Pieter-mijn-knecht,’ de zwarte helper, neerdalen, om het hooi in ontvangst te nemen en daarvoor ieders deel van lekkernijen of speelgoed in de plaats te leggen. Sinterklaas zelf reed op een wit paard - de groote menschen hadden het gezien - van schoorsteen tot schoorsteen....

Onnoodig te vragen of de jonge hartjes ook klopten en of de kleinen droomden dien nacht. De grootsten probeerden met opzet wakker te blijven om te luisteren of zij het paard ook op 't dak hoorden trappelen, en dat hoorden ze ook werkelijk.... in hun droomen.

Voor dag en voor dauw waren ze allemaal klaar wakker en in de kousen. Die 't eerst de oogen open deed, had de anderen gewekt, en daar ging het met popelend hart en ademloozen mond naar den schoorsteen. Maar daar had je 't gejuich en gejubel moeten hooren over de schitterendste vondsten! De kleuters sprongen en dansten van de pret over al het moois en lekkers.

Maar wie niet om zijn schoen kwam, dat was Flip. Vader heeft er hem evenwel bij den arm naar toe gebracht. ‘Zie je wel, wat Sinterklaas voor je gereden heeft; een roe om je mee te kastijden, dat je beter zal oppassen.’

En daar staat nu Flip te grienen - kijk maar op de schilderij, lezer - en Mietje-zus is ondeugend genoeg om er hem mee te tergen; - trouwens de kwajongen heeft haar het heele jaar zóó geplaagd, dat zij 't hem wel eventjes betaald mag zetten. En Pietje met zijn grijze jasje aan, die al met zijn nieuwen kolf en ballen bezig was, komt ook bij moeder staan om den dreinenden lummel uit te lachen.

Maar zie nu die goede grootmoeder eens op den achtergrond; zij licht het bedgordijn op en wenkt hem met den vinger; ze heeft daar wat geborgen, om een pleister op de wond te leggen. Och, die grootmoeders! Zoo stout is geen jongen, of bestemoêr zal zich altijd nog over hem ontfermen.

Zien we nu eens wat Sinterklaas gereden heeft. De oude, maar altijd nog stevige eiken tafel (ze is op overgrootmoeders bruiloft nieuw geweest) ligt vol, kapittelstokken, kabeljauwsoogen, klaaskoek en ook een groote appel, waar een daalder in gestoken is. Tegen de tafel staat een kolossale wegge, waar figuren zijn ingedrukt; in 't midden een geitebokje en op elken hoek een haantje.

Links op den voorgrond staan twee manden, - de eene gevuld met waiels, krentekoekjes, appelen, hijlikmaker en een langen sucadekoek, - de andere met speelgoed; noten en peperneuten rollen nog over den grond.

Moeder heeft schik in haar kleine meid; het goede mensch heeft nog geen tijd gehad om haar kap op te zetten. Ze had net haar groen fluweelen jak aangeschoten, toen dat kleingoed beneden zoon spektakel maakte, dat ze maar gauw een doek om 't hoofd knoopte en in haar onderrok naar de binnenkamer liep, cm van de pret getuige te zijn. De glans van genoegen ligt het goede mensch op het gezicht.

‘Wel, Weintje-lief,’ dus hooren we haar de kleine meid aanspreken, ‘mag moeder nu je St. Jan niet hebben?’

Maar Weintje kan van haar rijkdom niets missen; zij loopt met haar emmertje aan den eenen en met haar St. Jan in den anderen arm gauw weg.

Vader heeft ondertusschen het kleine Geertje, die een pop van taaitaai gekregen heeft, op den arm genomen, en wijst in den schoorsteen, waar Pieter-mijn-knecht doorgekomen is, en Jan staat, met het hoofd in den nek, uit volle borst te zingen om Sinterklaas te bedanken:

[pagina 228]
[p. 228]


illustratie
de sinterklaas-ochtend, naar de schilderij van jan steen in het rijksmuseum te amsterdam.


[pagina 229]
[p. 229]
 
Sinterklaasje bisschop
 
Settie hooge mus op,
 
Trekkie beste tabbert an,
 
Rij er mit na Amsterdam,
 
Van Amsterdam na Spanje,
 
Appelen van Jeranje!

En eindelijk in 't midden van al dat gejoel zit de oude grootvader bedaard alles aan te kijken en zich in het genoegen van de kleintjes te verkneukelen. Hij herinnert zich waarschijnlijk zijn eigen jeugd; en zoo zal het ook, denken wij, menigen bejaarden beschouwer van onze gravure gaan, die zich den St.-Nicolaasmorgen uit zijn jongen tijd nog te binnen brengt. Want behoudens kleine afwijkingen is de St.-Nicolaasviering, zooals Jan Steen ze ons geschilderd heeft, nog tot in onzen tijd dezelfde gebleven. Denkt men de veranderingen in kleeding en huisraad weg, dan hebben we hier een tooneeltje voor ons, zooals nog in duizenden vaderlandsche gezinnen in den morgen van den 6en December wordt opgevoerd.

De beide overige platen in dit nummer zullen wel geen verklaring vereischen. Op blz. 229 zien wij den guitenstreek van een deugniet, die zijn klein broertje en zusje schrik komt aanjagen, door zich, in een vermomming van eigen vinding, als Pieter-mijn-knecht aan hen te vertoonen. Tegenover het kleine meisje gelukt de toeleg, maar de andere kleuter heeft gauw genoeg gemerkt, wien hij voorheeft, en lacht den schrikwekkenden Pieter in zijn gezicht uit.



illustratie
pieter-mijn-knecht, naar de schilderij van g. chierici.


De laatste gravure vertoont ons een pendant van den ondeugenden Flip op de schilderij van Jan Steen. Hier is het een fijn jongeheertje, misschien wel een prinsje, maar zijn lot is er niet minder droevig om; want terwijl zijn zusjes en broertjes zoo even met allerlei verrassingen door den goeden Sint zijn bedacht, zoodat zij in hun dolle pret zelfs stukken gemaakt hebben en een pop met gebroken kop hebben laten liggen vindt hij zich met een roe bedacht, en er is geen grootmoeder in de buurt om hem voor die teleurstelling schadeloos te stellen.

We hopen van harte dat geen onzer lezers, groot of klein, zich met St. Nicolaas op die wijze in zijn verwachtingen mag teleurgesteld zien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken