Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.80 MB)

Scans (744.72 MB)

ebook (35.69 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

(1895)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De gevaren der electriciteit.

De ontzaglijke uitbreiding der electriciteit, als lichtbron en als beweegkracht, heeft een vraagstuk, dat nog voor vijf jaren enkel als theorie de belangstelling wekte, thans een groote practische beteekenis gegeven, het vraagstuk namelijk, hoe de vele ongelukken, door zwaar geladen electrische stroomen ontstaan, zoo al niet geheel voorkomen, dan toch zooveel mogelijk beperkt kunnen worden.

Men kan dit vraagstuk nu niet meer, zooals in het begin, toen de eerste electrische geleidingen werden aangelegd, beantwoorden met de oplossing, dat ze verboden moeten worden, zoolang zij voor de werklieden en het publiek gevaar opleveren. Met zulk een overweging, hoe rationeel op zichzelf ook, zou men locomotieven en stoomketels en vijftig percent der werktuigen, bij de industrie gebruikt, onmogelijk maken. De electrotechniek, evenals elke vroegere technische vooruitgang, heeft dan ook deze bedenking gelaten voor wat ze was, al tracht ze zooveel mogelijk de gevaren te voorkomen.

Er zijn een aantal electrotechnische vraagstukken, die met stroomen van lage en voor de menschen volkomen onschadelijke spanning nu eenmaal onoplosbaar zijn, en andere vraagstukken, vooral op het gebied der beweegkracht en lichtverspreiding op groote afstanden, waarbij het gebruik van hooggeladen stroomen onmisbaar is.

Om nu de gevaren, waardoor het publiek zoowel als het personeel bedreigd wordt, zooveel mogelijk af te wenden, worden dergelijke geleidingen steeds met de grootste voorzichtigheid gelegd; maar het is nog altijd niet gelukt, volkomen zekerheid tegen ongelukken te bereiken. Zoo hangt men wel de geleidingen zoo hoog en onbereikbaar mogelijk op, maar het schijnt helaas zoo goed als onvermijdelijk, dat hier en daar een doorgeroeste draad breekt, met het uiteinde op den grond valt en zijn vernielende kracht aan dengene bot viert, die hem aanraakt of er op trapt. Wel moet men, theoretisch beschouwd, steeds de beide draden der geleiding aanraken (de zoogenoemde heenen teruggeleiding), opdat de stroom door het lichaam ga, maar de practijk heeft aangetoond, dat bij nog zoo goed geïsoleerde geleidingen de grond zelf in den regel voldoende electrisch geladen is, om reeds een eenzijdige aanraking met een hooggeladen stroom noodlottig te doen zijn.

Nu heeft men wel maatregelen genomen om zulke los opgehangen draden met hooge spanning te kunnen opvangen, als zij mochten doorbreken, maar daardoor is de mogelijkheid nog niet uitgesloten, dat de vallende draad door bemiddeling van telegraaf- en telephoondraden en lantaarnpalen of andere geleidende voorwerpen zijn noodlottigen inhoud op onkundigen kan ontladen.

De manier, hoe de door electriciteit aangerichte ongelukken ontstaan, zal het best duide-

[pagina 232]
[p. 232]

lijk gemaakt kunnen worden door een kort overzicht van eenige dier ongevallen uit den laatsten tijd.

In de lente van het vorig jaar braken ongeveer te gelijker tijd te Hannover en te Innsprück de draden van de electrische straatgeleidingen.

Te Hannover brak een draad der door electriciteit gedreven tram. Nu worden de trams in Duitschland niet onder een hoogen, duizenden volta's metenden stroom gedreven, maar in den regel slechts met een spanning van 500 tot 600 volta's. Toch werden te Hannover twee paarden gedood, die op de afhangende draden of misschien maar op een van de daarmee in aanraking gekomen rails getrapt hadden.

Te Innsprück werd, wat erger was, een mensch gedood, die het afhangende uiteinde had aangepakt.

In Juli van hetzelfde jaar werden niet minder dan vijf ongelukken vermeld, waarvan twee in Engeland, twee in Duitschland en een te Monaco plaats vonden. In het station der London Electric Supply Corporation vernam een assistent den 1en Juli een zonderling geluid in de machinekamer, en vond, toen hij binnentrad, den machinist dood naast een kabel met hooge spanning liggen, dien hij wegens een gebrek had willen onderzoeken.



illustratie
teleurstelling, naar de schilderij van c. arnold.


Moet hier ongetwijfeld aan onvoorzichtigheid gedacht worden, bij het tweede geval, te Prescott, was het zeker, dat de gedoode, een negentienjarige leerling, het slachtoffer was geworden van een toeval. Deze was in de machinekamer gestruikeld en had in zijn val de zwaargeladen geleiding van een wisselstroommachine gegrepen, die hem op slag doodde.

In het derde geval riep een werktuigkundige der Algemeene Electriciteits-Maatschappij te Berlijn een arbeider bij zich, om een machine met hooge spanning na te zien, waarvan hij den stroom voor ongevaarlijk hield. De arbeider greep toe en was onmiddellijk een lijk, misschien omdat de stroom te sterk, misschien omdat zijn organisme bijzonder vatbaar was voor electrische invloeden.

Te Maria-Einsiedeln was het onvoorzichtigheid, die een monteur, te Monaco onwetendheid, die een gasaansteker met een geleiding deed in aanraking komen. Beiden werden gedood; de laatste kon nog om hulp roepen, maar was, zooals het in dergelijke gevallen steeds gaat, niet in staat van de geleiding los te komen, waarom de hand zich bij het doorgaan van den stroom krampachtig sluit. Een politie-agent, die den ongelukkige van zijn plaats wilde wegrukken, stortte met een slag op den grond; anderen snelden naar de machinekamer en sloten den stroom af, maar inmiddels was de man dood en half verbrand.

In het begin van dit jaar liet te Bordeaux een werkman aan de telegraaf een afgesneden draad van boven op de straat vallen; deze kwam daarbij in aanraking met de luchtgeleiding der electrische tram, en de arbeider kreeg een doodelijken slag. De draad bleef met het eene einde op de geleiding, met het andere op den grond liggen, en spoedig daarop reed een rijtuig er over heen. De koetsier gevoelde een zwaren schok, de beide paarden waren onmiddellijk dood, terwijl dit ongeluk verder nog vier honden als offers vergde. Bij zulke gevallen is reeds meermalen gebleken, dat dieren eerder gedood worden dan menschen, zoodat uit proefnemingen, met gene gedaan, niet dezelfde gevolgtrekking kan worden gemaakt ten opzichte van menschen.

Wat is nu tegen zulke ongelukken te doen? Dat ook de grootste voorzichtigheid bij het herstellen en behandelen van geleidingen ze niet kan voorkomen, is uit de aangehaalde voorbeelden gebleken. Men kan zooveel maatregelen nemen als men wil, het ongeluk zal zijn weg toch vinden, al kunnen de gevaren door groote zorg bij het aanleggen van geleidingen veel verminderd worden.

Maar men behoeft de door een electrische ontlading getroffenen nog niet zonder meer op te geven, daar het zeker is. dat deze of gene ongelukkige aan den dood had kunnen ontrukt worden, als men hem maar te rechter tijd van de noodlottige geleiding verwijderd en onmiddellijk pogingen, om de levensgeesten op te wekken, in het werk gesteld had.

Met het oog hierop droeg een Fransch minister van Openbare Werken aan de Academie der Geneeskunde te Parijs op, tot redding van zulke ongelukkigen een eenvoudig, overal onmiddellijk toe te passen middel aan de hand te doen. De Academie stelde de vraag in handen van een geleerd comité, welks besluiten, naar den naam van den rapporteur, als het middel van d'Arsonval openbaar werden gemaakt.

Allereerst moet de verongelukte zoo snel mogelijk van de geleiding verwijderd worden, waarvoor de Academie aan de technici de meest geschikte maatregelen overlaat - hierover straks - dan moet het lichaam in een luchtige ruimte gebracht worden, de toeschouwers moeten zich verwijderen en geruimen tijd pogingen gedaan worden om het leven terug te roepen, zoowel wat de ademhaling als den bloedsomloop betreft. Men moet den mond van den verslagene openen, de tong vast tusschen duim en wijsvinger vatten en krachtig uittrekken en ze daarna weer terug laten gaan. Dit wordt omtrent twintigmaal in de minuut herhaald en een half of heel uur voortgezet, soms nog langer, tot òf het leven weer terugkeert, òf alle hoop, om het terug te roepen, opgegeven moet worden. Daarmee kan gelijktijdig de kunstmatige ademhaling verbonden worden, die in een afwisselend drukken der ellebogen tegen de borstribben, het boogvormige uitspreiden en opheffen boven het hoofd bestaat; ook dit wordt omtrent twintigmaal in de minuut herhaald. De bloedsomloop moet door wrijven met borstels en andere voor dergelijke gevallen dikwijls aangegeven middelen bevorderd worden. De geheele toepassing is eenvoudig genoeg, om door ieder bedaard mensch onmiddellijk te worden verricht; en dat ze niet nutteloos is, hebben gelukkig verscheidene gevallen reeds bewezen.

Op de eerste plaats komt het er echter op aan, den door de electrische ontlading getroffene, die in den regel den draad vast omklemd houdt, daarvan los te maken, wat menigmaal van zeer groote moeielijkheden vergezeld gaat. Tot dit einde heeft onlangs dr. Hedley eenige zoo behartigenswaardige vingerwijzingen gegeven, dat het de plicht van een ieder is, in wiens woonplaats zich electrische geleidingen bevinden, deze gemakkelijke regels te onthouden, waardoor men soms een anders verloren menschen leven zonder gevaar voor zich zelf redden kan.

Is in een spoedig te bereiken nabijheid een stroomonderbreker aanwezig, dan moet men het eerst den stroom afsluiten; in alle andere gevallen trachte men het lichaam van de geleiding los te scheuren. Hierbij mag het niet aan de handen, het gezicht enz. aangeraakt worden; wel kan men het stevig bij de kleeren pakken of er vlug een mantel, een deken overheen werpen, om het daarmee vast te grijpen. Is het zoo niet mogelijk, den verongelukte los te rukken, dan trekt men onder zijn lichaam een doek, een plank of wat ook bij de hand is, door, laat daarmee het lichaam geheel opheffen, zoodat de verbinding met de aarde verbroken is, en zal nu de handen gemakkelijk van de geleiding kunnen verwijderen.

Als het spoedig gelukt, deze uitkomst te bereiken, en dan de boven meegedeelde pogingen om het leven op te wekken, onmiddellijk in het werk gesteld worden, zal het menigen door een electrische ontlading getroffene gaan evenats den electricus Cuttler te Pittsfield. In den vorigen winter door 4500 volta's getroffen en onmiddellijk op den grond geworpen, werd hij spoedig van de geleiding losgemaakt, volgens de voorschriften van d'Arsonval behandeld, en was, afgezien van de langzaam genezende brandwonden aan zijn handen, in één dag hersteld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken