Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.26 MB)

Scans (798.91 MB)

ebook (35.75 MB)

XML (2.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Uit de Transvaalsche troebelen. -

Terwijl de bende van dr. Jameson in haar ontmoetingen met de Boeren zware verliezen aan dooden en gewonden leed, waren die der Transvalers in verhouding zeer onbeduidend te noemen. Volgens het officieele telegram, door den waarnemenden staatssecretaris der Zuid-Afrikaansche Republiek aan haar consul-generaal te Londen gezonden, waren er van de zijde der Boeren maar vijf gedood, van wie twee bij ongeluk door eigen landslieden, en drie gewond. De namen der gesneuvelden, die in Transvaal als helden vereerd worden, zijn Macdonald, Potgieter, Jacobs, Venter en Van Sondere.

Twee der gravures in dit nummer hebben op de begrafenis van den jeugdigen Macdonald betrekking. De eerste stelt zijn krijgsmakkers voor, die hem, of hij een generaal ware, met groote plechtigheid ter aarde bestelden; de andere geeft de kerk te Krugersdorp te zien, in wier nabijheid de Boeren den jongen held aan den schoot der aarde toevertrouwden.

Na den slag van Krugersdorp en de gevangenneming van Jameson's bende, konden de Boeren nog niet onmiddellijk naar hunne haardsteden terugkeeren. Van het eerste oogenblik had men vermoed, dat Jameson zijn rooftocht nooit zou hebben ondernomen, indien hij niet op steun in het land zelf had kunnen rekenen. Te Johannesburg, met zijn cosmopolitische bevolking, het brandpunt der samenzwering, was men zoo zeker van de overwinning der Engelschen, dat om drie uren in den namiddag van den 2en Januari een groote opgewonden en gewapende menigte, voorafgegaan door muziek, de stad uittoog om Jameson's troep met jubelkreten als de redders binnen te halen. Men begrijpt, hoe onthutst de Johannesburgers waren, toen ze vernamen, dat de vermeende overwinnaars de wapenen neergelegd en zich onvoorwaardelijk overgegeven hadden.

[pagina 64]
[p. 64]

Toch bleef het gisten in Johannesburg, waar men blijkbaar op den steun van Engeland rekende, nu Jameson's poging zoo jammerlijk had gefaald.

De Boeren bewaarden een bewonderenswaardig kalme houding en lieten zich door de uitdagende houding van een deel der Johannesburgsche bevolking niet tot daden vervoeren, die een geweldigen nasleep hadden kunnen hebben. Alleen hielden zij een paar maal een groote demonstratie in de stad - eens zelfs met 12.000 welgewapende mannen - ten einde den uitlanders te toonen, dat zij bij machte waren, iederen opstand desnoods met geweld te onderdrukken. Gelukkig is er verder geen bloed gevloeid, de Johannesburgers begrepen, dat verzet tegen zulk een sterke en beproefde legermacht een dwaasheid zou zijn.

Van die Boeren-betoogingen geven de twee andere gravures zeer aanschouwelijke voorstellingen, en als men ze beziet, begrijpt men ook, dat de Johannesburgers geen lust hadden, nog verder een poging te wagen om de regeering omver te werpen of, zooals het voor de leus heette, ter verkrijging van hun politieke rechten.

Jesus predikt voor de visschers. -

Het fraaie tafereel van den Zweedschen schilder Cederstrom, in dit nummer weergegeven, levert ons een treffende voorstelling van de beteekenisvolle episode uit 's Heeren prediking, ons in het evangelie van den vierden Zondag na Pinksteren door de Kerk voorgehouden.

‘En het geschiedde,’ verhaalt de Evangelist Lucas, ‘als de scharen op hem aandrongen om het woord Gods te hooren, dat Hij bij het meer van Genesareth stond. En Hij zag twee schepen aan het meer liggen, en de visschers waren uitgegaan en spoelden de netten. En Hij ging in een van de schepen, hetwelk van Simon was, en verzocht hem, een weinig van land af te steken. En nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip.

‘Als Hij nu ophield te spreken, zeide Hij tot Simon. Steek in zee en werp uwe netten uit tot vangst. En Simon, antwoordende, zeide tot Hem: Meester, we hebben den geheelen nacht gearbeid en niets gevangen, maar op Uw woord zal ik het net uitwerpen.

‘En als zij dit gedaan hadden, vingen zij een groote menigte visschen zoodat hun net scheurde. Zij wenkten de metgezellen, die in het andere schip waren, dat zij komen zouden om hen te helpen. En zij kwamen en vulden de beide schepen zoodat zij bijna zonken.

‘En als Simon Petrus dat zag, viel hij aan Jesus’ knieën neder, zeggende: Ga van mij, Heer! ik ben een zondig mensch. Want verbazing had hem en allen, die met hem waren, bevangen over de vischvangst, die zij gedaan hadden. Desgelijks ook Jacobus en Johannes, de zonen van Zebedaeus, die Simons metgezellen waren. En Jesus sprak tot Simon: Vrees niet! voortaan zult gij menschen vangen.



illustratie
indrukwekkende manifestatie van 12000 gewapende boeren te johannesburg.


‘En als zij de schepen aan land getrokken hadden, verlieten zij alles en volgden Hem.’

Tot zoover het Evangelieverhaal, waarin iedere bijzonderheid, ieder woord een diepe beteekenis heeft. De Zaligmaker kiest het schip van Petrus uit om van daaruit tot het volk te prediken, wijl Petrus eenmaal Zijn Stedehouder zal worden, het hoofd der Christelijke Kerk, waarvoor het scheepje van Petrus te allen tijde als zinnebeeld zal gelden. In alles zien wij Hem Petrus den voorrang geven boven de andere Apostelen. Petrus was de eerste onder de aanwezige leerlingen om des Heeren hoogere natuur te erkennen door den uitroep, waardoor hij zoowel Jesus' heiligheid als zijn eigen onwaardigheid beleed, en tot Hem inzonderheid werd ook weer de belofte gericht: Voortaan zult gij menschen vangen.

De Zweedsche kunstenaar heeft voor zijn tafereel meer bijzonder het oogenblik gekozen, waarop Christus tot de scharen sprak. Van de Apostelen zien wij Hem hier niet vergezeld zoodat de schilder niet juist het geval op het oog schijnt gehad te hebben, ons in Lucas' evangelie verhaald, maar meer in 't algemeen een prediking tot de visschers heeft willen voorstellen. Wij weten toch dat de Zaligmaker meermalen aldus het volk heeft geleerd, de scharen staande op het strand, Hij zelf zittende op een schip.

De schilder heeft zich, in typen en kleederdracht, niet aan de traditioneele Bijbelsche voorstellingen gehouden, maar, gelijk vele nieuwere meesters dat doen, menschen gegeven uit onzen tijd, visschers, zooals men die aan de Europeesche kusten waarneemt.

Dergelijk anachronisme in de kunst is volstrekt niet nieuw. Ook in de middeleeuwen en het tijdperk der Renaissance beeldden de christelijke kunstenaars bijbelsche personen af met de typen en in de kleederdracht van hun eigen tijd. Alleen voor de hoofdpersonen, zooals Christus, Maria, de Apostelen, hield men zich aan overgeleverde typen. Eerst in onze eeuw hebben de wetenschappelijke onderzoekingen omtrent het verleden en de nauwkeurige kennis, die zij ons verschaft hebben van de zeden en gebruiken der oude historische volken, het mogelijk gemaakt, bijbelsche tafereelen zóó voor te stellen als zij zich, met eenige waarschijnlijkheid, eenmaal in werkelijkheid hebben voorgedaan. Toch valt daarbij altijd nog veel te gissen, en de schilders vervallen daarbij licht in een koud wetenschappelijke, oudheidkundige nauwkeurigheid, die allicht afbreuk doet aan de warme godsdienstige werking, die toch de hoofdzaak is in een dergelijke schilderij.

Van een evangelisch tafereel verlangen wij allereerst dat het ons in de ziel grijpt en dat effect wordt het best verkregen, wanneer wij daarop menschen zien, die niet te ver af (staan van onze eigen voorstellingen, maar in gelaatsuitdrukking, houding en gebaren een taal spreken, die wij begrijpen. Dat is de reden, waarom vele nieuwere schilders terugkeeren tot het overoude gebruik om voor bijbelsche tafereelen in hun eigen omgeving de passende modellen te zoeken.

De schilderij van den Zweedschen schilder Cederstrom in dit nummer kan ons leeren, welk machtig effect op die wijze verkregen kan worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken