Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.26 MB)

Scans (798.91 MB)

ebook (35.75 MB)

XML (2.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij ongeluk.
Vertelling.
(Vervolg.)

‘Het moet niet heel gezellig geweest zijn, er in te wonen. Zou er van binnen nog wat in te zien zijn?’

‘Stof en spinnewebben, denk ik. Wij zullen den ouden Simon om den sleutel vragen en er eens in gaan kijken.... Spreek je van den vent, hij is bij je of omtrent.... Simon, heb je den sleutel van den toren soms bij je?’

‘Ja, jonker, dien heb ik altijd bij me,’ antwoordde de oude Simon en haalde uit een van zijn vele zakken een kolossalen sleutel voor den dag. ‘Denkt u soms lang hier te blijven, jonker? Ik ben op weg naar huis, en....’

‘O ga dan maar gerust door,’ luidde Wouters vriendelijk antwoord, ‘ik zal je morgen den sleutel teruggeven. Genavond, Simon.’

‘Ik kom van avond nog op het kasteel. U kan den sleutel ook aan juffrouw Naatje geven.’

‘Goed, goed,’ zei Wouter geruststellend en de oude man verwijderde zich met een dankbetuiging.

Wouter opende met eenige inspanning het zware ijzeren slot en zij traden binnen.

Alles was donker, slechts een paar zwakke lichtstralen vielen door reten in het dak naar binnen.

‘Foei, hoe akelig!’ riep Gusta, en daarop beklommen zij samen de kleine wenteltrap, die naar het eenige vertrek in den toren voerde, waar maar een eenvoudige steenen bank stond.

‘Ik moet bekennen dat het mij erg tegenvalt,’ zei Gusta lachend, ‘waarom zou de toren eigenlijk gebouwd zijn?’

‘Dat weet ik niet. Misschien alleen omdat men meende dat hij hier in het bosch een schilderachtig figuur zou maken.’

‘Als hij van mij was, zou ik er groote ramen in willen hebben en er elken tafels en stoelen

[pagina 76-77]
[p. 76-77]

in zetten,’ merkte Gusta nadenkend op; ‘het een heerlijk plekje wezen om er 's zomers thee te drinken en....’

Een luid dreunende slag brak haar woorden af.

‘Wat is dat?’ riep ze verschrikt.

‘Ik denk dat de deur in het slot viel.’

‘O, anders niet? Wat dreunde dat! Kom, het is hier toch allesbehalve gezellig, laat ons naar huis gaan.’

Maar Wouters gezicht stond heel ernstig.

‘Ik hoop niet dat het slot overgegaan is,’ zei hij bezorgd.

‘Kom, laten we niet dadelijk het ergste denken,’ riep Gusta luchthartig en beiden ijlden de trap af. Maar toen zij de deur bereikt hadden, vonden zij die gesloten en de sleutel stak er aan den buitenkant in.



illustratie
ONTVANGSTZAAL IN HET KREMLIN TE MOSKOU. Naar een photographie.


‘Wat nu te doen?’ vroeg Gusta met bleek gezichtje en verschrikte oogen. ‘Hoe komen wij hier weer uit?’

‘Ik weet het niet,’ antwoordde Wouter, en daarop aan het koddige van het geval denkend, brak hij in luid gelach uit.

In het eerste oogenblik ergerde dit Gusta, maar het duurde niet lang of zij stemde zorgeloos, zonder aan de gevolgen te denken, met zijn vroolijkheid in.

‘Wat mama wel zal zeggen,’ merkte hij op, ‘als je te laat aan tafel komt? En wat voor gezicht de strenge Betsy zal zetten!’

‘Er zal wel gauw iemand langs komen, die ons bevrijdt,’ zei Gusta met kalme overtuiging.

‘Natuurlijk De oude Simon zei immers, dat hij van avond nog eens terugkwam. Hij zal wel gauw hier zijn.’

‘Laat ons dan maar zoolang weer naar boven gaan. Het is hier zoo akelig."

Maar Simon kwam niet. Een uur ging heel langzaam voorbij en de schaduwen van den avond werden allengs grooter.

‘Hoe laat, is het?’ vroeg Gusta zacht, en zeker voor de honderdste maal haalde Wouter zijn horloge uit.

‘Kwart voor zevenen,’ herhaalde hij aarzelend.

‘O[h]’ zuchtte Gusta in haar ontsteltenis, ‘zullen wij dan nooit verlost worden? Hoe zal ik ooit mama en Betsy onder de oogen komen? Ik wou dat ik dien akeligen toren nooit gezien had. Waarom heb je er mij ook in gebracht?’

Dit verwijt was zoo onrechtvaardig, dat Wou ter er het eerste oogenblik op zweeg. Daarop zei hij ernstig:

‘Hoe kan je dat zeggen, Gusta! Heb je mij zelf niet gevraagd, dat ik je hem zou laten zien? Wat had ik dan moeten doen?’

‘En toch is het uw schuld. Want zonder u zat ik nu niet hier.’

‘Zonder Simon, bedoel je, en zonder je eigen wensch.’

‘U hebt toch de deur open gemaakt en den sleutel aan den buitenkant laten zitten,’ herhaalde zij met de koppigheid van een aardig, verwend kind. ‘Ik ging er toen natuurlijk in; wat zou ik anders doen? Maar ik had het van te voren moeten weten! 't Is schrikkelijk onaangenaam, en ze zullen het mij nooit vergeven.’

[pagina 78]
[p. 78]

‘Denk je dan dat ik het zoo plezierig vind?’ hernam Wouter wrevelig. ‘Maar,’ ging hij voort, terwijl hij op het venster toetrad en naar buiten keek, ‘al spring ik ook uit het raam, dan win ik er hoogst waarschijnlijk niets anders mee dan dat ik me de beenen breek, zonder u in het minst te kunnen helpen.’

‘Denk je dat ik zou willen dat u een ongeluk kreeg?’ riep Gusta verschrikt. Beiden zwegen weer. 't Werd halfacht. - Halfnegen. - Het was al erg donker. - Gedurende het laatste uur hadden geen van beiden meer een woord gezegd. Wouter had intusschen alle middelen tot bevrijding overwogen tot hij eindelijk op een heldhaftigen inval kwam.

Niet ver van een der muurspleten, die een venster moesten voorstellen, stond een boom, waarvan een tak bijna tot aan de spleet reikte. Die tak was sterk genoeg om Wouter te houden als hij hem in den sprong grijpen kon. Maar het was in elk geval een gevaarlijke onderneming, die veel lichter mislukken dan slagen kon; Wouter wilde ze echter wagen en veel liever zijn leven in gevaar brengen dan Gusta aan de verwijten blootstellen, die haar treffen zouden, wanneer men haar in deze onvrijwillige gevangenschap vond.

Zelfs als hij den tak niet kon grijpen en op den grond viel, kon hij zich misschien nog tot de deur voortsleepen en het noodlottige slot openen.

Het was intusschen al zoo laat geworden, dat Wouter lang alle hoop had opgegeven, nog een menschelijk wezen in de nabijheid van den toren te zien, en den nacht hier door te brengen was toch onmogelijk; dat...

‘Wouter!’ riep Gusta, plotseling opspringend, ‘waarom spreek je niet? - Ik word nog gek als dat lang duren moet. Weet je dan totaal niets te verzinnen om ons te verlossen? Doe toch in 's hemels naam iets om te bewerken dat wij hieruit komen!’

Zij legde haar hand op zijn arm, zag hem smeekend aan en hij merkte hoe haar oogen vol tranen stonden. Die sneden Wouter door het hart.

‘Gusta, Gusta, schrei niet!’ riep hij, ‘ik zal alles doen om je hieruit te helpen. Vergeef mij, voor ik wegga, dat ik u deze onaangenaamheid berokkend heb.’

‘Weggaan?’ fluisterde Gusta, verschrikt een stap achteruit zettend. ‘Waar naar toe?’

‘Luister, 't is heel eenvoudig,’ zei hij, haar naar de spleet in den muur leidend en haar den tak wijzend; ‘ik wil probeeren dien tak met een sprong te bereiken, dan klim ik langs den boom naar beneden, maak de deur open en bevrijd je uit de gevangenis.’

Hij zei dit alles schijnbaar zonder zorg en drukte haar kleine hand om haar gerust te stellen. Maar zij liet zich niet misleiden.

‘O neen, neen!’ riep zij verschrikt, hem met beide handen van het raam wegtrekkend, ‘dat mag je niet wagen. Het zou uw dood kunnen zijn. U doet het niet! Ik wil het niet hebben! Ik zal het niet toelaten.’

‘Malligheid, Gusta, wees nu niet dwaas. Ik zeg je dat het best kan. Kom, zie mij aan en wensch mij een gelukkigen sprong. Binnen vijf minuten zal je zelf om je vrees lachen. Ga nu weg van het raam en wacht hier op me.’

Een oogenblik aarzelde hij nog, dan greep hij plotseling haar hand en drukte die innig als tot een afscheid voor eeuwig: men kon toch nooit weten wat er gebeurde. Als hij missprong, zag hij haar wellicht nooit terug.

Eenige seconden later stond hij op de borstwering - een oogenblik daarna hoorde men een geweldig gekraak en geruisch in de takken en blaren en Gusta zonk bezwijmd op den grond.

Was het na vijf uren, na vijf minuten of een ganschen levenstijd? - Plotseling trof Wouters stem haar oor, en haar oogen openend, zag zij hem zich over haar neerbuigen.

‘Dwaas kind,’ zei hij teerhartig, ‘ik geloof zoo waar dat je van je zelve gegaan was! Is het nu beter?. - Kom, de lucht zal je goed doen en wij zijn nu toch eindelijk bevrijd.’

Hij lachte, en zijn arm om haar middel slaande, ondersteunde hij haar. Werktuiglijk volgde zij hem de trap af en toen zij buiten gekomen waren, ontdekte zij een wond op zijn rechterhand.

‘Wat is dat?’ vroeg zij ontzet. ‘Is dat bloed? O Wouter, je bent gewond!’ en haar handen voor het gelaat drukkend, barstte zij in tranen uit.

‘Gusta,’ zei Wouter bedaard, ofschoon zijn polsen heftig klopten, ‘ik ken je heelemaal niet meer. Ik dacht dat je een heel dapper meisje was, en nu maak je zoo'n beweging over een onbeduidend wondje. Het is maar een schram, ik voel er niets van. Kom mee, denk dat het al zoo laat is.’

(Wordt vervolgd.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken