Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.26 MB)

Scans (798.91 MB)

ebook (35.75 MB)

XML (2.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Aan den eendenvijver. -

Niemand onzer lezers, die dit bevallige tafereeltje beschouwt, zou zeker zeggen dat de kunstenaar, die dit zoo meesterlijk op het doek bracht, tot zijn vijf-en-twintigste jaar den hamer van den hoefsmid heeft gehanteerd. En toch is het zoo. Hubert Salentin, de schilder van het keurige genrestukje, waarnaar onze gravure vervaardigd is, behoort tot die kunstenaars, welke zich door eigen kracht hebben opgewerkt uit omstandigheden, die hen geheel niet bestemden voor de loopbaan, die zij later met roem zouden betreden.

In het jaar 1822 te Zulpich uit eenvoudige landelijke ouders geboren, was hij tot zijn vijf-en-twintigste jaar als hoefsmid werkzaam, ofschoon hij in zijn vrije uren het hem aangeboren talent met liefde ontwikkelde. Op dien leeftijd dreef zijn neiging tot de schilderkunst en het succes, dat hij met zijn penseelproeven behaalde, hem er eindelijk toe, het aanbeeld met den ezel en den smidshamer met palet en penseel te verwisselen, en aldus een tegenhanger te leveren op de geschiedenis van den beroemden Quinten Matsijs.

Sedert het jaar 1850, omstreeks welken tijd hij zich in het openbaar als schilder deed kennen, is hij allengs tot den lievelingsmeester geworden vooral van de Duitsche huiskamer. De meeste van zijn aantrekkelijke schilderijen hebben betrekking op het volksleven der Rijnlanden. Beroemd vooral is zijn tafereel ‘Bedevaartgangers in de kapel,’ dat de Berlijnsche Nationalgalerie tot sieraad strekt.

Het proefje van Salentin's kunst, dat wij onzen lezers in dit nummer aanbieden, zal hun stellig geen ongunstig denkbeeld geven van zijn beminnelijk talent.

Het examen van het bruidspaar. -

Om het sacrament des huwelijks waardig te ontvangen is het natuurlijk noodig dat men op de hoogte zij van de voornaamste punten des geloofs. Daarom onderwerpt de pastoor, bij wien de jongelieden zich komen aanbieden om door hem in den christelijken echt verbonden te worden, hen aan een ernstig onderzoek om zich te overtuigen of zij den catechismus, dien hij hun in hun jonge jaren heeft ingeprent, niet al te zeer vergeten zijn.

Bij de aanstaande bruid blijkt dat onderzoek nogal mee te vallen; uit de vrijmoedigheid van haar oogopslag en haar zelf bewuste houding mogen wij opmaken dat zij op de vragen van den waardigen zielzorger het antwoord niet hoefde schuldig te blijven.

Maar anders is het blijkbaar met den adspirant-bruidegom gesteld, die verlegen voor zich kijkt en bedremmeld aan den rand van zijn hoed staat te plukken. Waarschijnlijk heeft hij, sinds hij uit de christelijke leering ontslagen is, het vragen boekje nooit meer in handen gehad, en toen hij er aan dacht, met zijn beminde naar den pastoor te gaan, kwam hij zeker niet op het denkbeeld, dat boekje eerst nog eens goed na te kijken. Ten minste de pastoor schijnt de handen in elkaar te slaan van verbazing over zijn onwetendheid. Zijn aanstaande vrouw is hem nu al de baas; hij mag dus wel oppassen, zich in 't vervolg niet door haar beschaamd te laten maken; want naar haar schrander, ondeugend gezichtje te oordeelen, is zij wel in staat, zich op haar meerderheid iets te laten voorstaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken