Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.26 MB)

Scans (798.91 MB)

ebook (35.75 MB)

XML (2.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Een sprong in den afgrond. -



illustratie
het monument van keizer wilhelm aan de westfaalsche poort.


Het huivering wekkend tooneel, door deze plaat weergegeven, heeft zich voor weinige maanden afgespeeld in Afghanistan. De welgeslaagde teekening in dit nummer kan eenigszins een denkbeeld geven van dat woest bergachtige land. Als steile muren rijzen de vervaarlijke rotshellingen omhoog en tegen die helling aan slingert zich de weg, ten deele door de natuur zelf gevormd, ten deele in de rots uitgehouwen. Wie zich langs dat hobbelige en kronkelige pad beweegt, zweeft gestadig boven den afgrond. En toch trekken langs dien weg niet enkel ruiters te paard, zooals onze teekening te zien geeft, maar zelfs heele karavanen van zwaar beladen kameelen.

Op zekeren keer nu was een dier lastdieren, waarschijnlijk door een misstap of een plotselingen schrik, van dien hoogen slingerweg afgevallen en in den afgrond te pletter gestort.

Uit belangstellende nieuwsgierigheid ging de emir met zijn gevolg de plek van het onheil eens opnemen, misschien om te zien of dat gevaarlijk punt van den weg ook eenige beveiliging behoefde.

Onze teekening vertoont den vorst met zijn gevolg te paard voorttrekkend langs het duizelingwekkende pad. Het paard van een zijner officieren, beangst door het gezicht van den afgrond, dringt zich zoo dicht mogelijk tegen den rotswand, zoodat het been van zijn berijder daartegen beklemt raakt. De ruiter, door de pijn geprikkeld, geeft het dier een tik met de zweep. Dat drijft den angst van het paard ten top. Steigerend springt het op en stort zich met ruiter en al in de diepte, terwijl de emir en zijn gevolg met ontzetting het ongeluk aanstaren.

Het monument voor keizer Wilhelm aan de Westfaalsche Poort. -

Het zegevierende Duitschland wordt niet moe, door kolossale gedenkteekenen zijn overwinningen van het jaar '70 en de strijders, die ze bevochten, te vereeuwigen. Ter eere van keizer Wilhelm I, den grondvester der Duitsche eenheid, zijn nu al drie ontzaglijke monumenten verrezen. Vooreerst het bijzonder rijke, met colonnaden en beeldgroepen gesierde Nationaldenkmal te Berlijn, waarvan wij vroeger reeds een afbeelding gegeven hebben; dan het gedenkteeken op den Kyffhäuser en eindelijk het monument aan de Westfaalsche Poort, in dit nummer afgebeeld.

Dit reusachtig gevaarte is ter eere van den gevierden keizer opgetrokken door de Westfalen en lang werd er getwist waar het verrijzen zou. Ten slotte werd daartoe gekozen de hoogte van den Wittekindberg aan de Porta Westfalica, in hetzelfde Weserbergland, waar het eerste monument der Duitsche eenheid verrees, de zuil van Arminius, die Germanië van de Romeinsche heerschappij bevrijdde.

Tusschen den Wittekindberg en den daartegenover gelegen Jakobsberg slingert zich de Weser door de vlakte. Van den top heeft men een ruim gezicht over de omliggende plaatsjes en den ouden bisschopszetel Minden.

Onze afbeelding van het monument, die ons van een nadere beschrijving van het landschap ontslaat, geeft duidelijk te zien hoe eenvoudig verheven, hoe sierlijk en edel bij al het zware en massieve der vormen het bouwwerk zich op de hoogte verheft.

Bij het uitschrijven van den wedstrijd voor het monument, waarin de bouwmeester Bruno Schmitz te Berlijn met zijn thans uitgevoerd ontwerp den prijs behaalde, was de voorwaarde gesteld: een werk te scheppen, welks verschijning zich bij het landschapkarakter der streek zou aansluiten en te gelijk reeds uit de verte de gedachte van een keizermonument zou uitdrukken. De kunstenaar kon zich hier dus niet tot een enkel beeld bepalen, want hoe weinig effect een standbeeld, al is het in de grootste afmetingen uitgevoerd, in de verte maken kan, dat zien wij aan het Germania-monument in het Niederwald en het reusachtige Arminius-beeld in het Teutoburgerwoud.

Daarom heeft Schmitz een koepel ontworpen van vijftien meter doorsnede, die, in eenvoudige vormen gehouden, zich verheft op een terras, door zware muren en lage hoektorens ingesloten. Onder dien koepel, met de keizerskroon gedekt, staat het zeven meter hooge standbeeld des keizers, dat reeds van verre uit de vlakte zichtbaar is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken