Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.26 MB)

Scans (753.35 MB)

ebook (30.61 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Jong huishouden uit den ouden tijd. -

Echtelijk geluk en ouderweelde zijn van alle tijden, en om ons die te schilderen had de kunstenaar ons zeker niet in de zeventiende eeuw hoeven te verplaatsen. Maar behalve het aantrekkelijk schouwspel van een jonge vader en moeder, spelend met hun eerste kind. heeft hij ons te gelijk ook een schilderachtig tooneeltje willen laten zien. En daartoe vond hij in de kleederdracht en het huisraad van een kunstrijker tijdvak dankbaarder gegevens dan in onzen meer prozaïschen tijd.

Zoowel in de eigenaardig zeventiende-eeuwsche voorstelling als in de uitdrukking van het door alle tijden blijvende huiselijk geluk is hij uitstekend geslaagd.

't Is niet enkel een schilderachtig binnenhuisje, maar ook een levendig, echt natuurlijk groepje, dat hij ons te zien geeft. De verplaatsing van het aardige huiselijk geval naar een vroegere eeuw heeft hem te gelijk gelegenheid gegeven, gezonder, krachtiger, forscher menschen te vertoonen, dan onze eind-eeuwsche beschaving over 't algemeen oplevert.

De vader lijkt een kerel, uit de lijst gestapt van een onzer oud-vaderlandsche schutters- of regentenstukken. Moeder en kind zijn er mee in overeenstemming. Zij behooren tot het frissche, kloeke, rijkbloedige geslacht, dat Vondel om zich heen zag, toen hij de zaligheden der ‘opregte trou’ bezong.

Buitenhuis op het eiland Capri. -

Alle toeristen, die Italië bezocht hebben, roemen om strijd het heerlijke eiland, dat in een kort bestek een rijken schat van natuurschoon, antieke bouwvallen en historische merkwaardigheden samenvat. Het ligt aan den zuidelijken ingang der golf van Napels tegenover het voorgebergte Punta della Campanella. Het is zoowat tien vierkante kilometers groot en heeft 4400 inwoners, grootendeels verdeeld over twee stadjes: Capri en Anacapri.

Het eerste stadje, tusschen twee hooge rotsen 120 meter boven den zeespiegel gelegen en met muren, poorten en ophaalbruggen voorzien, is bijzonder schilderachtig. Het telt een groote 1600 inwoners en is de zetel van eenen bisschop.

Anacapri was vroeger alleen te bereiken langs een in de rotsen gehouwen trap van 536 treden, die naar het rijk bebouwde 573 meter hooge bergvlak voerde, waarop het gebouwd is. Sedert 1876 voert evenwel een doelmatige, ook voor rijtuigen te gebruiken straatweg in talrijke kronkelingen en met prachtige uitkijkjes op de zee naar het alleraardigste stadje.

Het plaatsje Capri, de eenige landingsplaats van het eiland, moet ten tijde der keizers

[pagina 16]
[p. 16]

Augustus en Tiberius een waar tooververblijf geweest zijn. Nog ziet men er de bouwvallen van het forum, de warme baden en vooral van de twaalf villa's, de Camarelle genoemd, die Tiberius hier ter eere der twaalf halfgoden bouwde en waar hij de laatste elf jaren van zijn leven in wellust en wreedheden doorbracht. Nog wijst men de 425 meter hooge rots, il Salto genaamd, waarvan de dwingeland zijn slachtoffers liet neerstorten.

Thans wonen hier arme visschers, schippers en eenige handelaars; in Anacapri wijnbouwers, olijvenplanters en voortreffelijke koralenvisschers, die met hun barken tot op de kusten van Afrika zwerven.

Waar maar een boom wortel kon schieten, daar hebben de ijverige bewoners er een geplant, terwijl ze soms de benoodigde aarde deels van het vasteland haalden, en het paradijsachtige klimaat, dat zelfs in den barsten winter zacht en gezond blijft, werkt hun pogen krachtig in de hand. Op het eiland groeit een uitstekende witte wijn (Tiberius' tranen) en een roode wijn, die vrij is van den zwaveligen bijsmaak der Napolitaansche wijnen. Ook wint men er voortreffelijke olie, vijgen, citroenen en oranjeappels. De kwartels, die op haar tocht naar het Zuiden en terug in het voorjaar en den herfst bij honderdduizenden over het eiland strijken, worden jaarlijks ten getale van 40 tot 70000 in groote netten gevangen.

Van het hoogste punt van het eiland, den 585 meter hoogen Monte Solaro, waarop de Engelschen het fort di Bruto gebouwd hebben, omvat men met éénen blik de zeeboezems van Gaëta, Napels en Salerno met op den achtergrond de terrasvormig opklimmende bergrijen. Aan de noordkust van Capri, een kleine twee kilometers van de landingsplaats, is de ingang van de beroemde blauwe grot, wier bezichtiging den toerist alleen een bezoek aan het eiland loont.

De meeste schilders, die door de eenige bekoorlijkheden van het toovereiland zijn aangetrokken, vertoonen ons motieven van de kust of een blik op de zee met haar prachtige kleurschakeeringen. Maar het inwendige van het bloeiende plekje gronds levert niet minder verrukkelijke gezichten. De Dresdener kunstenaar, wiens tafereel wij in dit nummer weergeven, vertoont ons zulk een afgelegen hoekje, dat op zich zelf al aantrekkelijk genoeg is, ook al ontwaren we niets van het omringende landschap.

Het is de welig met wingerd begroeide pergola of veranda van een buitenhuis op Capri. De zon boort met haar stralen door het dichte wingerdloof, een weelderige plantengroei omwoekert de stevige steenen palen, die het lichte loofdak dragen. Twee kinderen spelen in de schaduw. Een rustig, zonnig plekje, dat ons de gelukkigen doet benijden, die onder den onbewolkten Italiaanschen hemel hun leven slijten mogen.

In de Wielrijschool. -

Het wielrijden is in de laatste jaren zoo algemeen geworden, dat deze die niet fietsen gauw uitzonderingen zullen zijn. Vroeger werd het enkel beschouwd als een vermaak voor de jeugd, maar tegenwoordig wielert jong en oud. Aanvankelijk scheen de fiets alleen voor de mannelijke helft van het menschelijk geslacht uitgevonden, maar sedert eenige jaren maken de dames er haast even druk gebruik van als de heeren en dat niet enkel dartele bakvischjes, maar ook dames, die de eerste jeugd al lang achter den rug hebben.

Vooral sedert de dokters, zelf voor den nieuwen tak van sport gewonnen, het wielrijden als bevorderlijk voor de gezondheid aanbevelen, geneert zich niemand meer het stalen ros te berijden, - wat vroeger altijd een beetje jongensachtig, tegenwoordig kan men gerust ook zeggen meisjesachtig stond.

Intusschen is niet ieder, die wil, maar aanstonds wielrijder. De kunst moet geleerd worden en de fietsverkoopers zijn daaraan te gemoet gekomen door het openen van wielrijderscursussen en wielrijscholen. De toegang tot zulke lokalen is voor toeschouwers gewoonlijk streng afgesloten; want de leerlingen zijn er allesbehalve op gesteld, in hun onbeholpen en vaak kluchtige bewegingen door onbescheiden oogen bespied te worden.

De geestige teekenaar onzer schets vergunt ons evenwel een kijkje in zoo'n wielrijschool, waar wij leerlingen van verschillenden leeftijd hun eerste schreden zien zetten op het glibberig pad der wielersport. De directeur van de inrichting staat in het midden als een pikeur in de manege en laat zijn oogen weiden over het rondwielerende gezelschap, dat deels door zijn helpers in de nog onvaste bewegingen gesteund, de kunst in de verschillende stadiën harer ontwikkeling vertoont.

Het jonge meisje en de bejaarde heer op den achtergrond schijnen zonder hulp op hun fiets al goed voort te kunnen, maar de gezette heer en mevrouw op den voorgrond kunnen den geleider nog niet goed ontberen en de liefhebber rechts tegen den muur blijkt met het balsturige voertuig nog heelemaal niet overweg te kunnen.

Wij lazen dezer dagen dat het een heel braaf kind moet zijn, dat zijn vader kan zien leeren wielrijden zonder in den lach te schieten. Als wij ons aardig schetsje beschouwen, kunnen wij die opmerking niet anders dan heel gegrond vinden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken