Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.26 MB)

Scans (753.35 MB)

ebook (30.61 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

Bij de Platen.

Het kloostereiland San Lazzaro bij Venetië. -

In de lagune, wier vloed de talrijke grachten van Venetië doorstroomt, ligt in de richting naar de open zee een rij van grooter en kleiner eilanden verstrooid, die van oudsher tot het gebied van de stoute ‘koningin der zee’ behoord hebben. In den loop der eeuwen hebben die eilandjes elk een bepaalde bestemming gekregen. Zoo werd op Murano de van stadswege uitgeoefende glasnijverheid gevestigd. San Michele werd door de Venetianen tot kerkhof ingericht. Andere eilanden werden met gasthuizen of kloosters bezet. Het kleine San Lazzaro heeft in verloop van tijd zoowel het een als het ander ondervonden. Toen het zijn naam kreeg, werd er een ziekenhuis voor melaatschen gebouwd. Later nam het thans nog bestaande Armenische Mechitaristenklooster de plaats van het hospitaal in. Armenische monniken huizen daar in volslagen afzondering van de wereld; maar voor de Armenische wereld, die nog heden gelijk voor eeuwen haar Christendom in de oostersche landen in geweldige worstelingen tegen den Islam handhaven moet, is dit stille heiligdom een bolwerk van groote beteekenis, een soort nationale leerschool voor haar godsdienst en tegelijk een drukkerij voor haar kerk- en gebedenboeken in de Armenische taal en in Armenisch letterschrift.

Ten gevolge van gruwzame vervolgingen der Armeniërs door de Turken, zoogenaamde ‘Armenische gruwelen,’ als waarvan wij tegenwoordig nog herhaaldelijk in de bladen lezen, werd deze veilige wijkplaats aangelegd. Haar stichter Mechitar stond in 1702 aan het hoofd van een Armenisch klooster en Morea, toen daar de strijd der Turken tegen de heerschappij der Venetianen uitbrak, die voor de laatsten ongelukkig uitliep.

Nadat het genoemde klooster in 1716 door de Turken verwoest was, zocht Mechitar met zijn kloosterbroeders een toevluchtsoord in Venetië en ontving van den Senaat de toestemming tot het vestigen van een nieuw klooster op het eiland San Lazzaro.

Wat nu deze vluchtelingen en hun navolgers hier in het leven geroepen hebben, dwingt den bezoeker hooge waardeering af. Met verbazing ziet men bij het doorwandelen hunner boekerij welke schatten van christelijke beschaving dit merkwaardige Oostersche volk bezit en ziet men in de kloosterdrukkerij de Mechitaristenbroeders aan de zetkasten werkzaam om in de letterteekens, voor hun volk verstaanbaar, niet alleen bijbels, kerk- en gebedenboeken, maar ook vertalingen van klassieke werken der eerste dichters en denkers van Europa samen te stellen.

Eenvoudig, vriendelijk en innemend zijn de manieren van deze monniken, waarvan er altijd een bereid is, vreemde bezoekers door de ruimten van kerk, boekerij en drukkerij te geleiden en hun ook een blik te gunnen in den prachtigen tuin, die de eenvoudige gebouwen omringt.

Al de weelde van den zuidelijken plantengroei ontvouwt zich hier in vollen overvloed, heerlijke klimrozen slingeren zich om de stammen van reusachtige cypressen en de zacht bedwelmende reuk van bloeiende oranjes en magnolia's dringt over de muren, die het stille eiland omringen, waar de Armenische Kerk onder de hoede van Venetië en Europa een veilig toevluchtsoord vindt.

De Koningin der Meimaand. -

Overeenkomstig onze gewoonte bieden wij onzen lezers ter gelegenheid der Meimaand weer een afbeeldsel aan van Haar, aan wie de liefelijke maand der bloemen is toegewijd. Ditmaal hebben wij gekozen een schilderij van den beroemden Duitschen meester Franz Ittenbach, met wiens aantrekkelijke scheppingen wij de inteekenaren der Illustratie al herhaaldelijk deden kennis maken.



illustratie
sidderen van het lichaam.




illustratie
borstverwijding.


Hij heeft ons de Moedermaagd afgebeeld als koningin des Hemels met de vorstinnekroon gesierd en met den schepter der heerschappij in de hand, gezeten op een gothisch troongestoelte, met fluweelen kussen belegd en naar achteren door een geborduurde gordijn afgesloten. Rozen en leliën schieten aan weerszijden welig op en verheffen de frissche kelken om haar zoete geuren als een reukoffer Maria en haar goddelijk Kind toe te wasemen, terwijl een vogeltje aan haar voeten zijn ongekunsteld loflied kweelt.

Gelijk men ziet, heeft de schilder zich in het ontwerpen van zijn tafereel kennelijk aan de oude middeleeuwers geïnspireerd. Hij heeft naar dezelfde naïeve voorstelling, dezelfde aanminnige uitdrukking gestreefd en is daar wondergelukkig in geslaagd.

Albrecht Durer door het schildersgilde te Antwerpen feestelijk onvangen. -

Albrecht Durer, de schilderkoning der middeleeuwen, van wien wij reeds meermalen in de Illustratie gelegenheid gehad hebben te spreken, ondernam in het jaar 1520 een reis naar de Nederlanden om den nieuw gekozen keizer Karel V zijn opwachting te gaan maken en van hem de vernieuwing te verkrijgen van het jaargeld ten bedrage van honderd gulden, dat de overleden keizer Maximiliaan den kunstenaar verleend had.

Te Neurenberg, de vaderstad van den grooten meester, woedde toen ter tijd de pest, en wie er maar eenigszins toe in staat was, keerde de rijke kunststad den rug. Daaruit laat zich verklaren dat Durer niet alleen zijn vrouw, maar ook zijn dienstmaagd Susanne op zijn Nederlandsche reis meenam.

Het hoofddoel van zijn tocht was Antwerpen, het Londen van die dagen en een der eerste brandpunten der kunst. De kunstenaar vleide zich niet ten onrechte met de hoop, dat de rijke handelstad hem een ruimen afzet voor zijn kunstwerken zou opleveren, waarvan hij dan ook een aanmerkelijken voorraad, met name talrijke afdrukken van zijn koper- en houtsneden, meenam.

Na een reis van drie weken kwam Albrecht Durer den 2en Augustus 1520 te Antwerpen aan, waar hij met groote eer betuigingen ontvangen en gevierd werd. Op Zondag den 5en Augustus (het was St.-Oswaldsdag) hadden de schilders met hun vrouwen hem met zijn echtgenoote en dienstmaagd te gast genood in hun gildekamer, waar hij met vorstelijke gulheid werd onthaald.

Op ons tafereel zien wij Durer, door den gildemeester geleid en het gezelschap voorgesteld, de gildekamer binnentreden. Zijn gestalte is historisch getrouw naar de zelf door hem geschilderde portretten weergegeven, evenals die van zijn vrouw Agnes, die aan de hand van een jongen man zoo even de treden afdaalt, gevolgd door een vroolijk gezelschap. In het midden onzer schilderij treedt de vrouw des huizes den kunstenaar met twee eerejuffers te gemoet, de eene biedt hem op een rood kussen den gouden lauwerkrans, terwijl de andere hem in een kostelijke bokaal den eerewijn reikt. Aan beide zijden der tafel juicht een vroolijk koor van kunstbroeders met hun vrouwen den vereerden bezoeker toe.

Ten slotte moeten wij nog iets vertellen omtrent de aanleiding tot het ontstaan der schilderij, waarvan wij in dit nummer een afbeelding geven.

In Duitschland bestaat een vereeniging, de grafelijk Biel-Kalkhorstsche stichting, die zich ten doel stelt, de beoefening van het frescoschilderen in stand te houden en particulieren in de gelegenheid te stellen, dergelijke schilderingen in of aan hun huizen te doen uitvoeren.

Onder de kunstlief hebbers, die daartoe een vertrek in hun huis ter beschikking stelden, bevond zich de heer J. Ruhr te Euskirchen. Dezen nu kwam, wegens de gunstige gelegenheid, die hij aanbood, en de bereidwilligheid, waarmee hij de verdere kosten op zich nam, de stichting ten goede. En bij de groote vereering, die de kunstminnaar voor Albrecht Durer koestert, verzocht hij den schilder het boven meegedeelde aantrekkelijk geval uit het leven van den grooten meester op den muur zijner eetzaal te vereeuwigen. Opdat intusschen het tafereel ook van persoonlijk belang voor de familie zou zijn, heeft de schilder in den krachtigen, voor aan de tafel zittenden man den heer des huizes, en in de beide eerejuffers diens dochters naar het leven weergegeven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken