Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.26 MB)

Scans (753.35 MB)

ebook (30.61 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hartsterkingen.

Heel wat menschen zuchten in onzen drukken, gejaagden tijd onder een arbeidslast, die eigenlijk te zwaar is voor hun schouders. De eenen worden door den nood en ongunstige omstandigheden tot een overmatige inspanning gedwongen; anderen nemen, uit eerzucht of verlangen om rijk te worden, meer hooi op de vork dan zij dragen kunnen; weer anderen tobben zich af voor hun plezier, om het een of ander doel na te jagen. In dit gedwongen of vrijwillig zwoegen putten zich dagelijks millioenen menschen uit en zien naar een hartversterking om, die de kwijnende krachten weer kan opwekken.

De handwerksman, die vooral zijn spieren inspant, en de arbeider met den geest, die zijn hersenen en zenuwen rusteloos bezighoudt, bevinden zich feitelijk in hetzelfde geval. Hoe verscheiden ook beider arbeid lijkt, worden toch beiden er in dezelfde mate moe van, soms eer hun taak volbracht is, en niet altijd zijn ze in de gelegenheid eens uit te bladen, om nieuwe kracht op te doen.

Daarom zien ze naar een hartsterking uit, die in veel gevallen ook van groote waarde is, wat intusschen niet insluit dat al wat voor hartsterking doorgaat, het ook werkelijk is.

Reeds de meest verbreide en bekende van alle hartsterkingen, de alcohol, die in den vorm van bier, wijn of een borrel genoten wordt, is voor de arbeidskracht van den mensch allesbehalve bevorderlijk. Het matig gebruik mag dezen of genen na volbrachten arbeid goed doen, omdat de werking van het hart en de spijsvertering er door geprikkeld wordt; maar bij zwaren arbeid blijkt het geen middel om de werkkracht te verhoogen. Integendeel heeft de ondervinding geleerd dat in zulke omstandigheden geestrijke dranken wezenlijk verderfelijk werken.

Waarnemingen van dezen aard leidden er toe, den alcohol uit de veldflesch van den soldaat bij vermoeiende marschen te verbannen. Ongelukkig vindt die leer bij den grooten hoop weinig ingang; nog steeds meenen de meeste arbeiders uit een flinken borrel nieuwe kracht te kunnen putten en daarom is het van belang nog eens op het ongegronde dier meening te wijzen.

Daartoe zullen we een paar voorbeelden aanhalen omtrent de werking van den alcohol zoo bij lichamelijke als bij geestesontspanning.

Dr. Otto Snell heeft voor een paar jaar een onderzoek ingesteld omtrent de waarnemingen van bergbestijgers over den nuttigen of schadelijken invloed van den alcohol. Van de zestig antwoorden, die hij ontving, waren er zeven en dertig, alzoo verreweg de meerderheid, waarin verklaard werd dat bij inspannende bergbestijgingen het gebruik van sterken drank streng moet vermeden worden. Eenige gaan zelfs zoo ver van zelfs daags vóór zoo'n tocht de stipste matigheid aan te bevelen. Twaalf stemmen verklaarden zich voor het matig gebruik van wijn onderweg, maar verwierpen sterken drank en bier. Drie anderen vonden dat men, voor onvoorziene gevallen, derhalve bij wijze van medicijn, cognac of eenig ander geestrijk vocht kon meenemen. Slechts vijf bergbestijgers hielden het matig gebruik van geestrijke dranken bij bergtochten voor aanbevelenswaardig of althans onschadelijk.

Een ander bewijs voor de schadelijkheid van alcohol levert de volgende proef, genomen met letterzetters te Heidelberg. De zetters kregen gedrukte kopie te zetten, opdat de meerdere of mindere duidelijkheid der handschriften geen verschil in de moeilijkheid van hun arbeid mocht teweegbrengen. Nadat zij een kwartier hadden gewerkt, gaf men hun ieder een hoeveelheid van 200 gram Griekschen wijn, bevattende 18 procent alcohol. De uitkomst was dat, reeds na dit bescheiden alcoholverbruik, bij allen de werkkracht zichtbaar verminderde.

Na acht proefnemingen kon geconstateerd worden dat die vermindering, naar gelang der verschillende personen, van 10 tot 19 procent bedroeg. Daar zien wij uit dat zelfs een matig gebruik van alcohol niet in staat is, de kracht te verhoogen tot een arbeid, waarbij het minder

[pagina 288]
[p. 288]

op lichamelijke inspanning dan wel opmerkzaamheid aankomt.

Zien we nu hoe het gesteld is met andere opwekkende middelen als koffie en thee, omtrent wier werking op het menschelijk organisme meermalen onderzoekingen zijn ingesteld. Beide genoemde dranken bestaan vooreerst uit een alcaloïde, de caffeïne, en verder uit vluchtige oliën, die er den eigenaardigen geur aan geven. Die twee bestanddeelen heeft men gescheiden en met elk afzonderlijk proeven genomen, waarbij bleek dat de vluchtige oliën op hersenen zenuwstelsel eerst wel prikkelend, maar daarna verdoovend werkten. De caffeïne daarentegen bleek inderdaad de spierwerking te bevorderen en dat wel in verscheidene gevallen met 10 à 20 procent.

Alzoo zou de caffeïne werkelijk geschikt zijn om de arbeidskracht van het lichaam voor korten tijd te verhoogen, waarbij evenwel niet vergeten mag worden dat ze toch eigenlijk een vergif is, welks overmatig gebruik spierbeven en hartszwakte ten gevolge heeft.

Met dat al is een matig gebruik van koffie en thee op verre na zoo schadelijk niet als dat van alcohol en dus als opwekkend middel wel aan te bevelen. Wil men er echter als zoodanig de werking van ondervinden, dan behoorde men er zich van te onthouden, wanneer men geen opwekking noodig heeft, en in elk geval is het geraden niet te veel en ook niet te sterke koffie ot thee te drinken.

Van de Afrikaansche negers hebben de Europeanen in den laatsten tijd een nieuwe hartsterking leeren kennen, namelijk de vrucht van den kola-boom, die door de inboorlingen van West-Afrika gekauwd wordt en alle moeheid heet te verdrijven.

Deze noten worden in Europa tot pastilles of koekjes verwerkt, die bij wielrijders, bergbestijgers en sportsmen veel in zwang komen. De kola-noten bevatten ook caffe bevatten ook caffeïne en hebben daarom een prikkelende werking. Tegen het misbruik er van moet natuurlijk evenzeer gewaarschuwd worden als tegen dat van koffie en thee.



illustratie
ingesneeuwd, naar de teekening van c. specht.


Als opwekkend middel wordt verder ook de suiker geroemd en in de Alpenlanden door bergbestijgers en jagers veel gebezigd. De heilzame werking der suiker is licht te verklaren; bij zwaren spierarbeid wordt namelijk de suikervoorraad van het lichaam verbruikt of als het ware verbrand, en nieuwe aanvoer van suiker voert dus nieuwe brandstof aan. Het gebruik van suiker verhoedt alzoo de uitputting ten gevolge van gebrek aan voedingsstof.

Maar de vermoeidheid onstaat niet enkel door vertering der voedingsstof. Gedurende den arbeid brengen spieren en hersenen ook andere stoffen voort, die voor het lichaam geen waarde meer hebben, daar zij verbruikte substanties zijn; zij werken zelfs giftig en verlammend op het lichaam en brengen het gevoel van vermoeidheid voort. Zij moeten dus afgescheiden worden, willen spieren en zenuwen haar arbeidskracht terugkrijgen. Daarbij moet ook de spieren zenuwcel tijd gegund worden, de verbruikte bestanddeelen weer uit de voedingsstoffen aan te vullen.

Dit alles kan alleen geschieden bij volslagen rust, alzoo in den gezonden slaap. Daarom is gepaste rust onder den arbeid en voldoende slaap, bij doelmatige voeding, de natuurlijkste en beste hartsterking. Slechts in de uiterste noodzakelijkheid, als het werk volstrekt niet onderbroken kan worden, mag men bij uitzondering zijn toevlucht nemen tot opwekkende middelen. Maar wie de gewone rusttijden, die in het dagelijksch leven voorkomen, zooals Zonen feestdagen, werkelijk verstandig tot zijn ontspanning gebruikt en den nachtelijken slaap niet onnoodig verkort, die zal zonder prikkelende middelen zijn arbeidskracht en werklust behouden en meer afdoen dan anderen, die door overspanning en allerlei schadelijke kunstmiddelen hun lichaam ondermijnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken