Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.26 MB)

Scans (753.35 MB)

ebook (30.61 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Trouw. -

Gelijk mevrouw Ronner-Knip bij voorkeur katten en kippen schildert, zoo zijn paarden en honden de lievelingsonderwerpen van den Hollandschen schilder Erelmann, en het zou moeilijk te zeggen zijn, welke van die twee mooie en sympathieke beesten hij het gelukkigst weet weer te geven.

In elk geval behoort de prachtige hond, dien we op de eerste bladzijde van dit nummer zien prijken, zeker tot de best geslaagde, die hij ooit op het doek heeft gebracht.

De goedig schrandere kop, het fluweelig glanzende haar van den kop, de ruiger pels van het verdere lijf, maar vooral de trouwhartige, vriendelijk glinsterende oogen heeft hij meesterlijk gepenseeld. De uitdrukking van die groote ronde oogen, waardoor de heele kop een haast menschelijke expressie krijgt, is bepaald treffend van gevoel. Al de gehechtheid en trouw van het edele dier jegens zijn jonge meesteres schijnen uit die glanzende oogappels te spreken.

Het meisje verstaat dien blik; zij weet dat Hector haar op zijn manier bedankt omdat ze hem van den ketting bevrijd heeft, en vertrouwelijk slaat ze het poezele armpje om den breeden nek van het dier, dat, als het er op aan kwam, haar nog op sprekender manier zijn dankbaarheid betuigen zou. Er moest maar eens een kwaadwillige een vinger naar haar uitsteken, dan zou men eerst bewijzen zien van Hectors trouw!

Baanstroopers. -

Wij spraken daar juist van kwaadwilligen; hier hebben we een gezelschap voor ons, dat stellig niet veel goeds in het schild voert. Het zijn baanstroopers, zooals men er tegenwoordig geen meer aantreft, maar die in vroeger eeuwen, vooral in oorlogstijd niet zeldzaam waren. Het zijn blijkbaar kerels, die vroeger, als huurlingen, in een of ander leger gevochten en zich daarbij zoo goed in het rooven en plunderen geoefend hebben, dat zij nu dat zaakje wel op eigen gelegenheid meenen te kunnen drijven.

Wat zij van hun wapenrusting nog hebben overgehouden komt hun daarbij goed te pas; een verroeste houwdegen, een paar pistolen, een oud kuras of soldatenwambuis, zulke dingen geven een krijgshaftig aanzien en boezemen den weerloozen landman schrik in.

Maar de boeren laten zich door dat gevaarlijk volkje toch maar niet kalmpjes uit hun hoeven jagen; ze zijn te recht op tegenweer bedacht, dat hebben onze marodeurs kennelijk ondervonden. Waarschijnlijk zijn zij ergens, waar zij eens naar hartelust dachten te plunderen, geducht met zeisen of hooivorken afgeslagen;

[pagina 408]
[p. 408]

want de eene heeft een bebloeden kop. Zijn overbuurman, die er beter afgekomen is, steekt daar nog den gek mee, ofschoon de gewonde, naar zijn barsch gezicht te oordeelen, weinig gestemd is om scherts te verstaan. De twee anderen lepelen ondertusschen ijverig in de soep en laten de kameraads maar praten; eerst eten en dan philosopheeren, schijnen ze te denken.

Huisvredebreuk. -

Ook hier is een kaper op de kust gekomen, al is het clan niet om te rooven of te plunderen, en het rustige ooievaarshuishouden is er in eens door in rep en roer gebracht. De jongen weten niet wat hun overkomt, nu die vreemdsoortige gast in eens in het nest komt gevlogen, en de ouden zijn heftig verontwaardigd over zulk een brutale storing van den huisvrede. Hun protest uit zich in luidruchtig gesnater en geklepper; maar de onbeschaamde indringer blijkt daar niets van te verstaan en blijft kalmpjes op zijn plaats, ofschoon een van de stoutsten uit het nest hem al door heftig pikken poogt te verdrijven.

't Is te hopen dat een gunstig windje zich over de opgeschrikte langpootfamilie erbarmt door den lastigen indringer met een ruk elders heen te voeren, waar zijn verschijning minder opschudding en overlast brengt.



illustratie
huisvredebreuk, naar de schilderij van w. gräbhein.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken