Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15 (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (35.27 MB)

Scans (730.42 MB)

ebook (28.26 MB)

XML (2.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15

(1898)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Pinksterkoraal. -

Het is een treffende gewoonte in vele streken van Duitschland, de groote christelijke feesten als Kerstmis, Paschen en Pinksteren door gewijde koraalmuziek van den toren aan te kondigen. Gewoonlijk geschiedt dit dan ook 's avonds vóór den feestelijken dag.

Omstreeks Pinksteren zijn de dagen lang, en dit veroorlooft ons het Pinksterkoraal onzer gravure nog bij helder zonnelicht op zijn hooge standplaats te bespieden. We zijn blijkbaar in een Zuidduitsch plattelandsstadje, dat men van den toren met zijn straten, huizen, daken en schoorsteenen overschouwt. Een vredige kalmte ligt over het landschap uitgebreid, als keerde met het stille stadje de heele na-

[pagina 72]
[p. 72]

tuur in zich zelve ter voorbereiding van den hoogen feestdag.

De muzikanten op den toren blazen er ondertusschen lustig op los. Zij weten, dat hun muziek ver in 't ronde zal worden gehoord en overal weerklank zal vinden in de harten.

Eene pleisterplaats van den postwagen vóór honderd jaren. -

Wij kunnen ons haast niet meer voorstellen hoe onze overgrootvaders het toch gemaakt hebben zonder spoorwegen. Wij reizen en trekken tegenwoordig zoo gemakkelijk, het spoorwegverkeer is zoo met heel ons maatschappelijk leven verweven, dat we ons de beschaafde wereld zonder spoorwegen haast niet meer denken kunnen. En toch moesten onze voorouders zich tot ver in het begin van deze eeuw nog met den loggen postwagen behelpen, die hen van de eene pleisterplaats naar de andere bracht tot zij eindelijk, dikwijls na verscheiden dagreizen, waar tegenwoordig even zooveel uren voldoende zijn, het doel van hunnen tocht hadden bereikt.

Dat had zeker zijne bezwaren en gevaren; maar het had ook zijn aangename zijde. Het tegenwoordige reizen gaat wel heel snel en gerieflijk, maar begint een beetje eentonig te worden. Overal vindt men dezelfde statiën, dezelfde hotels, dezelfde tafel, dezelfde naar de laatste mode gekleede dames en heeren. Het spreekwoord: ‘als iemand verre reizen doet, dan kan hij wat verhalen,’ begint zoetjes aan in discrediet te raken; want ten gevolge van het drukke wereldverkeer, krijgt de wereld overal hetzelfde aanzien. En wie nog wezenlijk reizen wil, dat wil zeggen niet eenvoudig vervoerd worden, maar genot hebben van zijn reis, nieuwe indrukken opdoen, andere menschen en andere zeden zien dan hij thuis gewoon is, die is verplicht de groote spoorbanen links te laten liggen en te gaan zwerven in de afgelegen streken, waar nog het geschetter van den postiljon gehoord wordt.

Dan is hij meteen bevrijd van de zenuwachtige drukte, waarmee het moderne leven ons voortzweept en die ons vooral op de groote spoorbanen achtervolgt. Dan kan hij aan een gemoedelijke buitenherberg, terwijl de paarden verwisseld worden, op zijn gemak uitblazen en de kennismaking voortzetten met de reisgenooten, in den wagen aangetroffen. Hij kan zich verbeelden nog te leven in den goeden, ouden tijd, waarvan onze gravure ons zoo'n aantrekkelijk tafereeltje te zien geeft.

Het uitgestapte reisgezelschap voelt zich werkelijk thuis in de pleisterplaats, waar alles zoo gemoedelijk en bedaard toegaat, dat zelfs de postmeester er rustig zijn lange pijp bij kan rooken. Men hoeft niet, als in een drukke statie, bang te wezen midden in het genot van een hartsterking opgeschrikt te worden door de onverbiddelijke stoomfluit, die herinnert, dat de trein van geen wachten weet.

Het jongste consistorie. -

Op bladzijde 227 van den tienden jaargang wijdden wij, naar aanleiding eener voorstelling van het gezamenlijk college van kardinalen, een uitvoerig opstel aan de inrichting dier eerbiedwaardige instelling der H. Kerk. Wij bespraken daarbij ook de consistoriën, dat zijn de vergaderingen der kardinalen, door den Heiligen Vader bijeengeroepen en gewoonlijk door hem voorgezeten.

Ditmaal bieden wij den lezer een afbeelding aan van het jongste consistorie, waarin aan drie Fransche bisschoppen de kardinaalshoed verleend werd.

Het tijdstip voor de zitting van een geheim consistorie wordt gewoonlijk eerst daags te voren bekend gemaakt; dan krijgen de cursores apostolici, de apostolische boden, last de kardinalen samen te roepen. Tegen het gestelde uur vereenigen zij zich in de zaal der paramenten, waar zij, met roket en schoudermantel bekleed, de komst des Pausen afwachten. Deze zaal is een soort van voorvertrek van de zaal Borgia, van waar men gelijkvloers de Hertogszaal (Sala Ducale) en vervolgens de Koningszaal (Sala Reale) betreedt. In de laatste zijn de banken voor het consistorie klaar gezet.



illustratie
gezicht op namen.


Eindelijk verschijnt, met de blanke sabel of de hellebaard in de hand, het militaire huis des Pausen, gevolgd door de pauselijke secretarissen en verdere prelaten van het pauselijk hof, die den rooden met goud versierden draagstoel van den H. Vader omringen. Uit dien draagzetel gestapt, neemt de Paus onmiddellijk plaats in de sedia gestatoria, gedragen op de schouders van zes krachtige sediarii en omringd door vier flabelli van wuivende struisveeren. Zoo wit en zoo licht ook als een veer verheft zich de blanke gestalte van den hoogepriester boven de menigte der genoodigden van het Romeinsche patriciaat, die evenwel niet verder dan deze zaal zullen komen. Als men dien gouden zetel door den menschenstroom ziet zweven, gelijk een statige bark de baren klieft, grijpt ons een gevoel van ontzag aan voor den eerbiedwaardigen grijsaard, zoo hoog verheven boven de aanzienlijkste hoofden, die zich nederig voor hem buigen, terwijl de blanke degens hem een doortocht banen tot in de zaal van het consistorie, waarheen de toejuichingen van al de aanwezigen hem vergezellen.

Welk een verschil tusschen de Sala Ducale, waar de menigte is achtergebleven en nog in de handen klapt, en de Sala Reale, waar alleen de kardinalen en de notarissen van het consistorie binnendringen. Ginds luid gejuich, hier de plechtige stilte der beraadslagingen. In het geheim consistorie toch, waarvan de zitting gaat beginnen, kunnen de reeds genomen besluiten nog gewijzigd en de voorgestelde benoemingen vernietigd worden.

‘Allen buiten!’ roept de Meester van het consistorie. Alleen met zijn oppersten raad stelt de Paus zijn candidaten aan de kardinalen voor; candidaten voor het purper en candidaten voor den mijter; want in het openbaar consistorie, dat op het geheim consistorie volgen zal, zullen zoowel de eersten gecreëerd als de anderen gepreconiseerd worden.

Als de Paus gesproken heeft, staan de rondom hem gezeten kardinalen op, buigen en nemen ten teeken van goedkeuring den zucchetto of de roode kalot af; wanneer zij die weer opzetten is dat een teeken, dat zij geen bezwaren tegen het voorgestelde hebben in te brengen, en de Paus geeft den ceremoniarii last het openbaar consistorie te openen.

Nu gaat de deur der Sala Ducale open, vanwaar nieuwe genoodigden binnenkomen, en de deur der Sixtijnsche kapel, waar de kardinalen, reeds in een vorig consistorie benoemd, maar enkel nog met de roode baret op het hoofd, in de handen der drie dekenen van de orde der bisschoppen, der priesters en der diakenen den eed afleggen, dat zij het erfgoed van St. Pieter bewaren en verdedigen en zich overeenkomstig de bullen des Pausen gedragen zullen.

Nadat zij dezen eed in de kapel hebben uitgesproken, betreden zij de zaal, waar het heilig college hen wacht.

‘Accedant! dat zij komen!’ roept de ceremoniarius, en de uitverkorenen, door twee kardinalen van hun orde voorgesteld, naderen den pauselijken troon, kussen den voet van den H. Vader en ontvangen van hem de dubbele omhelzing, waarmee al de aanwezigen achtereenvolgens elkander zullen begroeten. Voor den pauselijken troon teruggekeerd, knielen zij daar neer, waarna de Paus hun den hoed overhandigt, terwijl hij hun zegt, dat zij, zoo noodig, ten koste van hun bloed, waarvan dat roode hoofddeksel het zinnebeeld is, de heilige Roomsche Kerk, haar goddelijke instellingen, haar rechten en belangen moeten verdedigen.

‘Foris omnes! allen buiten!’ Bij deze nieuwe sommatie van den ceremoniarius gaan al degenen, die het openbaar consistorie bij woonden, met uitzondering alleen van de kardinalen, heen, en opnieuw begint het geheim consistorie.

De Paus roept de gekozenen één voor één tot zich om hun den mond te sluiten en vervolgens weer te openen, waarna hij hun den ring met den zinnebeeldigen saffier overhandigt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken