Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15 (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (35.27 MB)

Scans (730.42 MB)

ebook (28.26 MB)

XML (2.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15

(1898)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een kunstenaar die niet bestond.

Sedert langen tijd had ik mijn vriend Brocard niet meer ontmoet, toen ik hem op zekeren dag, in het zwart gekleed, in een koffiehuis op den hoek van een tafeltje zag zitten schrijven.

Nadat we eenige beleefdheden gewisseld hadden, zei hij mij:

‘Het is een fortuintje voor mij dat ik u zie. Wilt ge dit artikel eens overlezen, dat ik zooeven geschreven heb, en mij uw oordeel daarover zeggen?’

‘Graag.’

En ik las:

‘Heden leidde een ingetogen menigte naar zijn laatste rustplaats Jules Baradoul, den uitstekenden schilder, die de zoogenaamd physiologisch-psychologische school heeft gesticht, en men mag zeggen de wetenschappelijke kunst in de schilderkunst heeft geschapen.

‘De slaafsche of gepoëtiseerde navolging der natuur in haar prachtige partijen, het lieve onder alle vormen liet hij aan anderen over. Hij, nieuwsgierig overhellend tot het leelijke, het afkeerwekkende, wijdde zich aan de duizendmaal meer kunstrijke, duizendmaal meer moderne studie van het buitengewoon leelijke.

‘Het goud van den vreemdeling heeft ons ongelukkigerwijs het grootste gedeelte van zijn werken geroofd, onlangs nog dat, waarin hij het duidelijkst zijn methode toegepast en de machtigste uitdrukking had gegeven van zijn genie. Ik bedoel het doek, welks verschijning de groote gebeurtenis der vorige maand was: de eenoogige en bultige keienklopper, die den slag van Balaclava vertelde aan kinderen met waterhoofden.

‘Aan het graf heeft zijn beste vriend, de toegenegen heer Brocard, met eenige bewogen woorden in groote trekken de kommervolle loopbaan geschetst van den grooten kunstenaar.

‘Zal dan de onverbiddelijke dood nooit moede worden, onze groote mannen neer te vellen? Gisteren was het.... enz.’

‘Wat dunkt u daarvan?’ vroeg Brocard mij.

‘Ik zeg, dat het een lofrede is op Baradoul (Jules), dien ik overigens niet de eer heb te kennen en wiens beste vriend gij, naar ge zelf zegt, waart.’

‘Welnu, verbaast u, ik heb hem nooit gezien.’

‘Maar dan zijt gij niet te verontschuldigen. En die lijkrede bij zijn graf....?’

‘Komaan.... hebt ge een halfuurtje te missen?’

‘Men heeft altijd een half uurtje te missen; de gemiste halfuurtjes heeft men niet.’

‘Welnu, luister dan.’

 

‘Ongeveer drie maanden geleden kwam ik te laat thuis voor het ontbijt. Gij kent mijn vrouw: zij is heel lief, maar erg ongeduldig.

Weet ge wel dat het halfeen is?’ vroeg zij, terwijl zij die verraderlijke vraag vergezeld deed gaan van een blik, in staat dadelijk een smidsvuur te doen bevriezen.

Ik wist het.

‘Dat komt, vrouwtje, omdat ik van morgen dien braven Jules ontmoet heb, en....’

‘Wie is die Jules?’

‘Jules.... Baradoul. Ge weet wel!’

‘Ik weet niets.’

‘Een oude college-vriend van mij, een arme kerel. - Hoe? Heb ik u nooit over Jules

[pagina 144]
[p. 144]

gesproken? Dat is onbegrijpelijk. 't Is een vernuftige geest, maar wat al moeite heeft hij gehad om er bovenop te komen! 't Is ook geen kleinigheid, een nieuwe school te stichten.’

‘Die mijnheer Jules heeft dus een kostschool?’

‘Wel neen, vrouwtje, ik bedoel een schilderschool. Het was juist elf jaar geleden, dat wij te Marseille van elkaar afscheid hadden genomen: hij ging naar Italië, ik naar Parijs. Onze beide loopbanen.... enz. enz.’

Ik praatte zoo meer dan een uur lang, buiten mij zelven gebracht door de korte en droge antwoorden van mijn vrouw, haar heel het leven van Baradoul, de titels van zijn schilderijen, zijn gewoonten, zijn gebreken en hoedanigheden vertellend. Daar de temperatuur in onze kamer beneden het nulpunt op den thermometer van het goed humeur bleef, klom ik van Jules op tot zijn vader, een oude soldaat uit de oorlogen van het keizerrijk; tot zijn moeder, een waardige en edele vrouw; tot zijn zusters, ongekunsteld en bekoorlijk in al haar doen en laten. Ik toonde dat heele eenvoudige en werkzame gezin in al zijn beproevingen, en ik was zelf ontroerd, toen ik de ellende beschreef, die het had doorworsteld.

Weet nu, dat Baradoul (Jules) niets meer was dan een schepping van mijn inbeelding, evenals de verschillende bloedverwanten, die mijn goedheid hem schonk, en al de moeilijkheden, die ik hem op zijn loopbaan deed ontmoeten.

Als in een roes geraakt door mijn eigen woorden, opgeblazen van de artisten-ijdelheid, die het leven geeft aan de vrucht van zijn verbeelding, vertelde ik zoolang over Baradoul, dat, indien hij mij dat alles vóór het ontbijt had moeten zeggen, ik wel een paar uren te laat had mogen komen.

Het gezicht van mevrouw Brocard nam eindelijk een zachtere plooi aan. Maar na mij eerst over de schepping van Baradoul verheugd te hebben, ontdekte ik spoedig, dat die persoon mij zeer onaangenaam zou worden.

Drie of vier dagen hoorde ik niet over hem spreken. Na verloop van dien tijd vroeg mijn vrouw mij naar hem en scheen smartelijk verwonderd over mijn koelheid ten opzichte van een zoo merkwaardig man, wiens vriendschap mij toch moest vereeren.

Het is voor een man altijd onaangenaam, zijn vrouw zoo iets te hooren zeggen. En dan, ge kent de mijne: ze is heel lief, maar ze heeft een manier van zeggen, die aan een windstoot uit het Noorden doet denken.

Ik nam die vernedering [uit] een vermorzeld hart aan, mij herinnerend dat onze fouten ons altijd doen lijden en voelend dat dit de kastijding was. Ik beloofde, dat ik binnenkort zou trachten Baradoul weer te zien.

‘Me dunkt, dat dat nogal eenvoudig is: gij hoeft maar naar hem toe te gaan.’

‘Dat is te zeggen.... ik heb zijn adres niet.’

‘Het moet toch niet moeilijk zijn, aan het adres te komen van een man, die beroemd is geworden.’

Op dat oogenblik, beste vriend, betreurde ik het, dat ik Baradoul niet de gulden middelmatigheid had gegeven van den dichter. Maar het was te laat: ik kon mijn werk niet overmaken.

Ik besloot, nadat mijn vrouw er mij nog herhaaldelijk aan herinnerd had, mijn artist te gaan opzoeken, dien ik in een klein krot huisvestte, waar men zich niet kon verroeren, heel ver weg, uit vrees dat mijn vrouw het in het hoofd zou krijgen, een bezoek te brengen aan zijn werkhuis. De bescheidenheid van zijn inrichting schreef ik toe aan zijn verlangen om de wereld te ontvluchten en de bezoekers verwijderd te houden.



illustratie
schout-bij-nacht cervera,
Bevelhebber van het Spaansch eskader bij Cuba.


In de volgende maand moest ik nog verscheidene malen naar hem toe en op mijn kosten twee of drie reclame-artikelen doen plaatsen voor denkbeeldige schilderijen, daar het mijn vrouw was opgevallen, dat de bladen nooit over mijn doorluchtigen vriend spraken. Nu begon hij beroemd te worden, en zelfs te beroemd: een reporter gaf van Baradoul's atelier een Oostersche beschrijving, waarop ik weer een antwoord moest schrijven, ten einde bij mijn vrouw den lust te doen vergaan, dat werkhuis te bezoeken.

 

(Slot volgt.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken