Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.29 MB)

Scans (802.09 MB)

ebook (27.03 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1899)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Geef ons heden ons dagelijksch brood. -

Er is misschien mets wat ons zoo sprekend getuigt van de onschatbare waarde, die de godsdienst heeft voor den mensch, als de aanblik van een armen grijsaard, die de handen vouwt tot het gebed om zijn dagelijksch brood.

Men stelle zich het gemoedelijk oudje, door den begaafden kunstenaar Franz Althaus naar het leven

[pagina 88]
[p. 88]

geteekend, voor als iemand zonder godsdienstzin. Hoe treurig en troosteloos wordt dan zijn bestaan! Na een leven van ontbering en harden arbeid geen hoop op een zalig hiernamaals! Welk een gedachte!



illustratie
de eerste sigaar.


Zien we hem echter, zooals de teekenaar hem ons voorstelt, met gevouwen handen, het hoofd gebogen in deemoedige onderwerping aan God, maar ook in blij vertrouwen op Zijn vaderlijke zorg, hoe worden dan eensklaps die oude, gerimpelde trekken verhelderd door een glans van inwendige vergenoegdheid! Welk een kalme berusting, welk een tevredenheid en hoop straalt er uit het half geloken oog!

De godsdienst is voor den mensch, wat de zon is voor de natuur: hij verlicht en verwarmt, verheft en veredelt. Het nederigste lot wordt schoon en groot in het koesterende, weldadige licht des geloofs.

Hoera! daar komt de rijstebrij. -

Dat is me een traktatie voor de kleine, grage eters! Stellig verjaart er een van de snuiters en heeft nu mogen zeggen, wat er vandaag gegeten zou worden. Natuurlijk heeft hij of zij bij de keuze niet lang in twijfel gestaan. Het algemeene lievelingskostje, rijstebrij, was al door broertjes en zusjes uit één mond als de door allen begeerde traktatie uitgeroepen.

En nu is de dampende schotel in aantocht. Hoera! de rijstebrij komt! De een houdt zijn bord al op, de ander zwaait in blijde verwachting met den lepel, de kleinste juicht het feestgerecht met allebei zijn knuistjes toe, en wat een zaligheid straalt er uit die vijf paar schitterende oogen!

Grootvader, die juist binnenkomt, kijkt om het hoekje van de deur het lieve leventje eens aan: het jonge volkje zoo vroolijk te zien, maakt zijn oud hart weer jong.

Voorjaarsavond op een buitenweg. -

Om van het voorjaar volop te genieten moet men buiten wezen. Daar merkt men pas recht, dat de dagen lengen, dat de boomen in bloei staan en dat de lucht malsch en zoel wordt. Daar dringt de lente in het gemoed; men ademt, men zwelgt ze in met volle teugen!

Gelukkig daarom de menschen, die buiten wonen en van het drukke, woelige stadsleven niets afweten! Gelukkig ook degenen, die als de mooie dagen aankomen, naar buiten kunnen gaan, om van de heerlijke, vrije natuur te profiteeren. De bejaarde dame op den voorgrond van ons tafereel schijnt in dat geval te verkeeren. Zij hoort blijkbaar niet thuis tusschen de eenvoudige landlieden, maar heeft waarschijnlijk tot herstel van haar gezondheid voor een paar maanden in het gezellige buitenhuis haar intrek genomen. En nu interesseert zij zich voor haar nieuwe omgeving als voor een ongekende wereld. Zij maakt een praatje met het boerenvrouwtie, dat den weg afkomt, ziet de schaapjes met de herder huiswaarts keeren en de ganzen onder leiding van haar hoedster snaterend en waggelend naar de kooi komen. De gezonde boerenkinderen stoeien om haar heen en te midden van die gemoedelijke bedrijvigheid, in de kalme en frissche atmosfeer van het buitenleven, voelt ze zich een ander mensch worden.

De eerste sigaar. -

Welke liefhebber van een fijne Havana herinnert zich niet de hoogst gemengde gewaarwordingen, bij hem opgewekt door de eerste sigaar! Eerst de hooggespannen verwachting van het lang verbeide genot, het verheffende gevoel, een schrede nader gezet te hebben tot de mannelijke achtbaarheid, dan de teleurstelling bij de eerste trekjes, die bitter tegenvielen, vervolgens de stoïcijnsche koelbloedigheid, waarmee die onaangename sensatie werd ontveinsd en eindelijk.... de niet nader aan te duiden naweeën.

Helaas, 't is te vreezen, dat de kleine schoolbengel, die zich nu zoo groot maakt als hij maar kan om bij zijn kameraad te kunnen aansteken, spoedig die bedenkelijke naweeën ondervinden zal.

Een schaakspel met levende stukken. -

Het schaakspel stelt, zooals men weet, eigenlijk een veldslag voor, waarbij de overwinning intusschen niet is aan de woeste dapperheid, maar aan het berekenend beleid. Twee legers van gelijke sterkte staan tegenover elkander; het zijn de zestien witte en even zooveel zwarte of roode stukken, die op het in vier en zestig vakken verdeelde bord gerangschikt zijn.

Elk van de twee spelers bestuurt zijn leger en zoekt daarmee zoo te manoeuvreeren dat hij den koning van zijn tegenpartij ‘mat’ (van het Arabische woord math of dood) zet; dat wil zeggen, dezen zoo te omsingelen, dat hij zich moet overgeven. Daarmee heeft hij het spel gewonnen.

Die zestien stukken aan iedere zijde zijn: de koning, de koningin, twee raadsheeren of bisschoppen, ook wel loopers genoemd, twee paarden of ridders, twee kasteelen of forten en acht boeren, knechten of pionnen.

De vormen van de meest gebruikelijke schaakstukken herinneren maar weinig aan hetgeen de figuren eigenlijk moeten voorstellen. Wil men echter de illusie van een veldslag volkomen hebben, dan vervange men de stukken door gecostumeerde personen en verkrijgt alzoo het schilderachtig tooneel, dat onze gravure te zien geeft.



illustratie
een schaakspel met levende stukken.


Behalve de majestueuze figuur van den koning, dunkt ons overigens op deze voorstelling de costumeering der verschillende personages niet gelukkig; de raadsheeren althans, die wij aan hun hooge bisschopsmuts meenen te herkennen, lijken meer op paljassen; van paarden of ridders kunnen wij heelemaal niets onderscheiden, waaruit wij opmaken, dat al verschillende strijders het veld hebben moeten ruimen. Maar onze afbeelding, die naar een photographie vervaardigd is, geeft toch een goed denkbeeld van wat zulk een schaakspel met levende stukken worden kan, als de uitmonstering der figuren artistiek wordt opgevat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken