Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.29 MB)

Scans (802.09 MB)

ebook (27.03 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1899)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Rika's ontbijt. -

Dat men met weinig schik kan hebben, bewijst de kleine Rika op onze gravure, die er met haar vroolijk gezichtje, haar vriendeli ke kijkers en de aardige kuiltjes in haar wangen waarlijk uitziet om te stelen. Ze heeft schik, en waarom? Eenvoudig, omdat het eene poesje zoo ongegeneerdweg de pap opslurpt, die moeder voor Rika bestemd had; en het andere, miauwend, tegen haar schouder opklautert, en zijn aandeel vraagt van de lekkernij.

Rika en de poesjes vormen een trio, waarop het oog met welgevallen blijft rusten, en dat, gelooven wij, zelfs pessimistische menschen een oogenblik hun zwartgalligheid moet doen verliezen.

Gezicht op de Warnow in Mecklemburg. -

Hoewel betrekkelijk niet ver uit de buurt, is Mecklemburg voor de meesten terra incognita, tenzij zij in Fritz Reuter's novellen met het Mecklemburgsch dialect hebben kennis gemaakt.

De beide groothertogdommen, Mecklemburg-Schwerin en Meckemburg-Strelitz, maken deel uit van de Germaansche laagvlakte, waardoor van het zuidoosten naar het noordwesten een landrug loopt, ongeveer 250 voet hoog en gemiddeld 15 mijlen breed. Deze landrug vormt tevens de waterscheiding tusschen de rivieren, die naar de Oostzee, en die, welke naar de Elbe vloeien en zoodoende in de Noordzee uitmonden.

Mecklemburg behoort tot de vruchtbaarste landen van Duitschland. Ruim 70 procent der bevolking houdt zich met landbouw en veeteelt bezig. Granen worden veel uitgevoerd, het Mecklemburgsche rundvee heeft een goeden naam, niet minder de paarden, die vooral als remonte-paarden door het buitenland worden opgekocht.

De nijverheid in dit land is uit den aard der zaak onbeduidend, daarentegen is de handel levendig, vooral te Rostock met zijn voorhaven Warnemünde en te Wismar.

Van al de Duitsche landen is Mecklemburg het minst toegankelijk geweest voor de vruchten der Fransche revolutie. Vandaar dat èn in de regeering én in de vertegenwoordiging het middeleeuwsche stelsel vrij zuiver is bewaard gebleven. Ook nu nog maakt de ridderschap er den eersten stand uit, en beslaan de riddergoederen bijna de helft van het geheele grondgebied.

Wat de bevolking betreft, deze is van Slavische afkomst: haar voorvaderen zijn de Obotriten, wier hoofd, Pribislaw, in 1066 het christelijk geloof omhelsde. Zijn zoon Borowin huwde met Mathilde, een dochter van Hendrik den Leeuw, en van dit vorstelijk paar stamt het thans nog bloeiende huis Mecklemburg af, het eenige Slavische vorstenhuis in Duitschland.

De belangrijkste stad van de beide groothertogdommen, wier gezamenlijke oppervlakte ongeveer de helft van die van Nederland beslaat, is het reeds genoemde Rostock aan de Warnow, twee mijlen van haar uitwatering in de Oostzee. In de Mariakerk te Rostock bevindt zich het graf van onzen beroemden landgenoot Hugo de Groot, die daar in 1645 op zijn reis van Stockholm naar Frankrijk overleed.

Onze fraaie gravure in dit nummer geeft een kijkje op de Warnow en de welige weilanden aan haar oevers, die met de prachtexemplaren van koeien welke er grazen, aan sommige streken van ons eigen vaderland herinneren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken