Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.37 MB)

Scans (738.34 MB)

ebook (30.26 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

(1900)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Huismoedertje. -

De kleine Anna is een aardig ding, dat op haar groote, mooie pop dezelfde behandeling toepast, die haar zelf van haar moeder ten deel valt. Nauwelijks is ze uit haar bedje, of ze kijkt al naar haar lieveling om, die eerst met de spons gewasschen, daarna aangekleed wordt, waarbij het aan allerlei ernstige vermaningen niet ontbreekt. Ten slotte krijgt de pop den eersten morgen kus. Als ze braaf oppast, zal ze het bij het jonge moedertje goed hebben, maar anders wordt ze in een hoek gezet, of krijgt misschien wel strafwerk te maken, wat naar kinderlijke opvatting een der ijselijkste tormenten is.



illustratie
meester kok, naar de schilderij van p.d. bergeret.


Het eerste gebed. -

We zijn hier in een christelijk gezin, waar de vrome gewoonte van voor en na het eten te bidden, in eere wordt gehouden. Ook de kleine jongen is thans zoo ver, dat hij daaraan kan deelnemen, zij het al, dat daarbij de hulp van moeder nog onmisbaar is, die hem de woorden van het Onze Vader voorzegt. Maar eerbiedig vouwt hij reeds de handjes, kijkt ingetogen voor zich en stamelt het voorgezegde gebed na.

Gelukkige huisgezinnen, waar reeds van jongsaf door een brave en zorgzame moeder de kiemen van godsvrucht worden gelegd in de zoo ontvankelijke harten der kinderen.

Vasco da Gama's tocht naar Indië. -

Onder de regeering van Emanuel den Groote beleefde Portugal zijn gouden tijd. Wel was door koene ontdekkingstochten de heerschappij van Portugal reeds over Guinea uitgebreid, wel had Bartholomeus Diaz in 1486 Kaap de Goede Hoop ontdekt en Afrika's zuidpunt omgezeild, maar onder het bewind van koning Emanuel zou Portugal het toppunt van innerlijke welvaart en uiterlijken glans bereiken, onder zijn regeering zou Vasco da Gama Indië, Cabral Brazilië ontdekken.

In 1497 rustte de koning vier met 160 soldaten en zeelieden bemande schepen uit, waarover hij den acht-en-twintigjarigen Vasco da Gama het opperbevel toevertrouwde. De kleine vloot verliet den 8en Juni Lissabon en kwam, door tegenwinden opgehouden, eerst den 16en November in de thans als Tafelbaai bekende haven, waar zij eenige dagen voor anker bleef. Den 22en November zeilde da Gama de zuidpunt van Afrika om en zette koers naar het noorden, naar de monding van de Zambezi. De groote bezwaren, aan deze zeereis verbonden, vergat hij, toen gunstige winden hem eindelijk naar Sofala voerden, waar hij het oude Ophir meende gevonden te hebben en waar hij voor het eerst kennis maakte met halfbeschaafde Arabieren, die met Azië handelsverkeer onderhielden. Den 1en Maart 1498 bereikte de vloot Mozambique en later Mombas aan de kust van Zanguebar. Te Malinda, drie graden onder den evenaar, gelukte het da Gama, vriendschappelijke betrekkingen met de inboorlingen aan te knoopen en een loods te krijgen, die uit Azië vandaan was. Onder diens leiding kwam de kleine vloot den 20en Mei te Calicut aan de kust van Malabar, het middelpunt yan den handel van Afrika's oostkust, Arabië, de Perzische golf en Indië. Door den beheerscher des lands, Tamoetiri Radja, gastvrij ontvangen, stelde Vasco da Gama hem in een plechtige audiëntie een brief van koning Emanuel ter hand, waarna een verdrag van vriendschap en handel tusschen den vorst van Calicut en den koning van Portugal werd gesloten.

Voldaan over het resultaat van zijn tocht, keerde de koene ontdekkingsreiziger naar Lissabon terug, waar hij in September 1499 aankwam en door den koning, die hem in den adelstand verhief, met groote onderscheiding ontvangen werd.

In 1502 ondernam da Gama met een eskader van twintig schepen een nieuwen tocht, versterkte eerst de bezittingen aan de oostkust van Afrika en breidde daarna het Portugeesche gezag in Indië aanmerkelijk uit, van waar hij in December 1503 met dertien rijk beladen schepen te Lissabon terugkeerde.

Terwijl da Gama in zijn vaderland de welverdiende rust genoot, bestuurden achtereenvolgens vijf onderkoningen de Portugeesche bezittingen in Indië. De laatste der vijf had zooveel tegenspoed, dat de koning besloot, Vasco da Gama naar het tooneel zijner vroegere heldendaden te zenden. Bereidwillig nam de edele man het ambt van onderkoning op zich. Hij vertrok in 1524 met veertien schepen, trad overal met zijn gewone vastberadenheid en wijsheid op, en herstelde het Portugeesch gezag in Indië. Maar te midden van zijn zegenrijken arbeid werd hij den 24en December 1524 door den dood verrast. Zijn stoffelijk overschot werd naar Portugal vervoerd en daar met groote staatsie begraven.

In zijn dichtwerk de Lusiadas heeft Portugals grootste dichter Camoëns de nagedachtenis van Portugals beroemdsten zeevaarder en ontdekkingsreiziger vereeuwigd.

Meester Kok. -

Een spreekwoord zegt: ‘Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen.’ De kok op onze laatste gravure draagt niet eens een lang mes, maar schijnt toch een baas, misschien wel een kunstenaar in zijn vak te zijn. Men zou het althans zeggen naar de uitdrukking van zijn gelaat te oordeelen, die aantoont, dat al zijn vermogens zich bezighouden met de bereiding van het een of ander gerecht, dat misschien zijn naam voorgoed zal vestigen.

Het nauwkeurig weergeven van het berookte vertrek, de zorgvuldige bestudeering der kleinste bijzonderheden zijn de verdiensten van dit in zijn soort voortreffelijk doek, dat op de Wereldtentoonstelling is geëxposeerd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken