Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.37 MB)

Scans (738.34 MB)

ebook (30.26 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

(1900)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Het ex-voto. -

Wij zijn in Bretagne, het land van eenvoudige zeden, kinderlijke godsvrucht en innig geloof, met zijn eerbiedwaardige bevolking van kloeke landbouwers en stoere visschers, - het land, dat wij wellicht het best hebben leeren kennen uit de onvergankelijk mooie verhalen van Paul Féval.

De verfijnde beschaving - veelal op den voet door het ongeloof gevolgd - is in die streken gelukkig nog niet doorgedrongen. Men heeft daar de oude zeden, de oude tradities in eere gehouden, en het kruisbeeld aan den weg, het Moeder-Godsbeeld in de landelijke kapel bewijst, dat het voorvaderlijk geloof er nog niets van zijn warmte, diepte en poëzie heeft verloren.

Is het niet treffend - en beschamend tevens voor onze lauwheid? - dien eenvoudigen visscher een scheepje te zien aanbieden aan Onze Lieve Vrouw ter Zee, ter vervulling eener belofte, door hem gedaan, toen hij op de onstuimige golven in levensgevaar verkeerde en zijn toevlucht nam tot Haar, die over stormen en winden gebiedt? En is het niet treffend tevens, dat allereerst zijn vrouw en kinderen en achter hen de geheele gemeente deelneemt aan die acte van dankbaarheid jegens de Hemelkoningin? Legt die daad van innige vroomheid niet het beste bewijs af van de nobele gevoelens, die dat sympathieke volk bezielen?

De schilder Henri Royer heeft zich van die gevoelens doordrongen, en zóó is het hem met zijn groot talent gelukt, de roerenddevote handeling in het Bretonsche dorpskerkje op der stoffe waardige wijze op doek te brengen.

De lotelingen. -

Ook in Frankrijk, maar zeker niet in Bretagne verplaatst ons onze volgende gravure, want zóó kunnen de Bretonsche jongens er onmogelijk uitzien. Met hun fletse oogen, hun versuft voorkomen, hun slappe handen en onzekeren gang leveren deze lotelingen een treurig beeld op, niet ongelijk aan dat, hetwelk wij helaas! ook in onze steden in den lotingtijd te zien krijgen.

Het verloopen sujet, dat op de trom slaat, past bij die lotelingen, maar niet de jongen, die de vlag voor hen uitdraagt. Hij is in deze omgeving niet op zijn plaats, en het is te vreezen, dat men hem straks ook mee naar de herberg zal nemen, waar men zorgen en verdriet - maar tevergeefs - door den sterken drank zal trachten weg te spoelen.

Kan het onderwerp dus niet bekoren, wekt het allesbehalve verheffende gedachten op, erkend moet worden, dat de schilder zijn gegeven met een waarheid en een realiteit heeft behandeld, die tot eerbied dwingen voor zijn kunnen.

Een smakelijk pijpje. -

Een aardig genrestukje tot besluit; Liefhebbers van rooken, van een pijp vooral, zullen trek krijgen alleen op het zien, hoe den ouden man zijn pijp smaakt, en de overigen zullen hem van harte zijn versnapering gunnen.

Het figuur van den ouden man met zijn gerimpeld gezicht, het vlokje spierwit haar, dat onder de pluimmuts uitkomt, en de hand, die de pijp losjes omklemd houdt, is goed geteekend. Het schijnt een gemoedelijk man te zijn, die, geen hooge eischen aan het leven stellend, al heel tevreden is, als hij op zijn gemak een pijp kan rooken. Moge dat genot hem nog lang vergund zijn!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken