Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.37 MB)

Scans (738.34 MB)

ebook (30.26 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

(1900)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

‘Daar komt de trein aan!’ -

Wij zijn op het platteland aan een overweg van het spoor. De boomen zijn neergelaten, daar een trein in aankomst is. Zijn stampen en zwoegen, het trillen der spoorstaven, de witte rookpluim kondigt hem reeds uit de verte aan.

Mag er al een tijd geweest zijn, dat de geleerden voor het menschdom de ijselijkste rampen profeteerden van een voorbijsnorrenden spoortrein, die ze pardoes dood zou doen neervallen of hen minstens krankzinnig maken, - de uitgelaten jeugd op onze gravure vreest den ‘fellen Salamander’ niet, maar begroet zijn komst met groot gejuich en acht zich op de houten afsluiting volkomen veilig. Een treffende tegenstelling met de uitgelatenheid der jongens vormt de peinzend-weemoedige trek op het gelaat der jeugdige moeder. Welke gedachten mag die aansnellende trein bij haar opwekken, of wel, is ze aan het gezicht van het voorbijsnuivende stoomros zóó gewoon, dat dit haar gedachten geen oogenblik aftrekt van hetgeen haar geest bezig houdt?

De dood van generaal Marceau. -

Van de generaals uit den tijd der Fransche Revolutie hebben zich Marceau en Hoche niet enkel door hun veldheerstalent onderscheiden, maar ook door een in dien tijd zeldzame menschelijkheid, vooral blijkend bij de oorlogen in de Vendée, waar anders de afgezanten en generaals der Conventie met de uiterste wreedheid optraden. Beiden waren pas even twintig jaar oud, toen hun de leiding van republikeinsche legers werd toevertrouwd, en hadden nog niet den leeftijd van dertig jaar bereikt, toen hen op Duitschen bodem de dood verraste.

François Séverin Desgraviers Marceau was den ien Maart 1769 te Chartres geboren. Hij trad vroeg in den krijgsdienst, verdedigde in 1792 Verdun aan het hoofd van een bataljon vrijwilligers, nam daarna als eskadronschef in een regiment kurassiers deel aan den strijd in de Vendée en werd na den slag bij Saumur wegens de daar betoonde dapperheid tot brigade generaal benoemd. Als Kléber's opvolger kreeg hij het opperbevel over het leger van het Westen en zegevierde den 12en December 1793 bij Le Mans. Wegens zijn grootmoedigheid tegenover de overwonnenen werd hij echter teruggeroepen uit de westelijke provincies, waar hij zoo dapper gestreden had. Twee jaar later trof generaal Hoche hetzelfde lot, toen hij in 1795 de royalisten overwonnen had. Hij moest zijn commando neerleggen, maar de Republiek kon zoo voortreffelijke veldheeren niet ontberen.

Marceau voerde in de beide slagen bij Fleurus het bevel over den rechtervleugel van het Ardennen-leger, maar moest voor den Oostenrijkschen aartshertog Karel wijken. In het jaar 1796 stond hij aan het hoofd der troepen, die tot insluiting van Mainz, Ehrenbreitstein en Mannheim waren achtergelaten en trok zich na de slagen bij Amberg en Würzburg aan de Lahn terug. Bij de verdediging van den pas van Altenkirchen tegen de Oostenrijkers wilde hij den 19en September, vergezeld door kapitein Souhait en eenige officieren, het terrein verkennen. Eer Tiroler jager, achter een hek verscholen, loste een geweerschot op hem, dat hem doodelijk wondde. Hij viel van het paard en zonk in de armen van zijn metgezellen, wien niets overbleef dan hem naar Altenkirchen te brengen en hem in de menschlievendheid van den Oostenrijkschen bevelhebber aan te bevelen, die pas bezit had genomen van de stad.

Op onze gravure zien wij den jeugdigen held op een geïmproviseerde draagbaar, terwijl de Oostenrijksche commandant getroffen belooft, zijn ten dood gewijden tegenstander, een van de vermaardste generaals der Republiek, onder zijn bescherming te nemen. Op de gezichten van Franschen en Oostenrijkers is dezelfde verslagenheid te lezen. Den 23en September stierf Marceau, en evenals de voornaamste Oostenrijksche generaals hem op zijn sterfbed bezocht hadden, zoo werd ook zijn begrafenis door de geschut-salvo's der beide legers gevierd. Op de plaats, waar hij gevallen was, en in zijn geboortestad Chartres werd den zeven-en-twintig-jarigen held een gedenkteeken opgericht.

Een kostbare monstrans. -

Vóór eenigen tijd is in het atelier van den heer H. van Gardingen te Eindhoven voor de kerk van pastoor Van den Heuvel te Cardiff een monstrans vervaardigd, die in Engeland een gunstig getuigenis zal afleggen van de hoogte, waarop de kerkelijke kunst tegenwoordig ten onzent staat.

Deze monstrans, van driehoekigen vorm, is in den stijl der latere Gothiek gebouwd en met liefdevolle zorg afgewerkt. Rondom de lunula, rustend in een bouquet van edelgesteenten, zweven aanbiddende engelen op het voorplan, omringd door de twaalf Apostelen, terwijl hoogerop de bijzondere vereerders van het H. Sacrament zijn geschaard, als de H. Alphonsus, de H. Ambrosius, de H. Philippus Nerius, de H. Thomas van Aquine. Boven dezen kring van heiligen vindt de H. David, de groote bisschop van Lincoln, zijn plaats, nog hooger de H. Maagd, en het fraaie kunstwerk wordt ten slotte bekroond door het Kruis, het teeken van strijd en overwinning.

[pagina 312]
[p. 312]

Is deze monstrans door de edelgesteenten, waarmee ze rijk getooid is, een kostbaar stuk, haar grootste waarde schuilt in het werk van den meester, die haar ontwierp en schiep.

Boonenverkoopers te Sidi-Okba. -

De Fransche schilder Gabriel Bompard, die het zoo schilderachtige leven der Arabieren heeft gezien en meegeleefd, heeft sedert de daar opgedane indrukken in meer dan één doek vertolkt.

Een zijner schilderijen, op deze bladzijde weergegeven, verplaatst ons in een klein vlek van Algerië, op de grenzen der Sahara. Deze oasis heeft haar naam te danken aan den emir Okba-ben-nafi, een vermaard opperhoofd uit den tijd van den inval der Franschen, en daar begraven. De puinhoopen, die wij zien, stellen zijn koeba voor, d.w.z. een bidplaats bij zijn graf.

Op het pleintje in het midden verkoopen eenige vadsige Arabieren boonen, het eenige gewas, dat in deze streek van het land geteeld wordt Maar zij niet alleen, heel de stoffeering der schilderij spreekt van de rustige, onaandoenlijke loomheid der Mohammedanen, een gevolg ook van hun fatalistische levensbeschouwing.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken