Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.37 MB)

Scans (738.34 MB)

ebook (30.26 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

(1900)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Voor de processie. -

Bruidje zijn in de processie ter eere van het H. Sacrament is de stil-vrome wensch van elk jong-meisjeshart. Gekleed in het wit, met den witten sluier, eerbiedig voort te schrijden, als een eerewacht van onschuld en reinheid het hoogheilig Sacrament te omgeven, daarvan droomen alle jonge meisjes, - al is het mogelijk, dat bij sommigen met dat vroom verlangen ook wel een beetje coquetterie het jonge hart binnensluipt.

Maar geen coquetterie mogen wij veronderstellen bij het jonge meisje op onze gravure, dat door de eerwaarde Zuster en haar gedienstige helpster voor de plechtigheid van straks wordt gekleed. Haar houding van nu is reeds zoo ingetogen, zij schijnt zoo wel de beteakanis der heilige handeling, waaraan zij mag deelnemen, te beseffen, dat iedere gedachte aan behaagzucht geheel is buitengesloten.

De schilder, Jules Bouquet, heeft in zijn doek den eenvoud en de soberheid weten te bewaren, die bij het onderwerp past.

De oude brug. -

Ernest Stanton's ‘Oude brug’ laat ons een poëtischen blik slaan in de stille eenzaamheid der natuur. De weg schijnt zich in verre, onbewoonde streken te verliezen; de bloemen en planten aan den weg staan er zoo rustig en onbekommerd, alsof ze nooit gevaar loopen, door een menschenvoet te worden vertreden. En de boomen verheffen zoo fier hun kruinen in de lucht, alsof nooit een houthakker de bijl aan hun wortels zou kunnen leggen. Ook de beide personen, die de oude brug betreden, zien er uit, of zij van de heele wereld met al haar zorgen en tobben, met al haar ellende en armelijk geluk geen vermoeden hadden. Heel de schilderij ademt een bekoorlijkheid, welke den beschouwer, die daar gevoelig voor is. met zacht, maar niet te weren geweld in het gemoed dringt.

De katoenoogst in Zuid-Amerika. -

Het katoen is de belangrijkste grondstof voor de textiel-nijverheid en geeft aan millioenen menschen brood, wat niet te verwonderen is als men weet, dat het katoenverbruik jaarlijks millioenen kilogram bedraagt.

De katoenstruik is een een- of meerjarig gewas ter hoogte van een halven tot anderhalven meter, met stevigen stengel en groote, bleekgele bloemen. De vrucht heeft den vorm van een ei en ongeveer de grootte van een walnoot. Als ze rijp is springt ze open en komen de lange, witte, elastieke zaadharen te voorschijn, die de zaadkern dicht omsluiten.

De katoenplant wordt uit zaad gewonnen. De bloesems verschijnen na acht of negen maanden, en na den oogst worden de stammen dicht boven den grond afgesneden, ten einde nieuwe loten te krijgen, die echter aanmerkelijk minder opleveren dan in het eerste jaar. Daarom gebruikt men een en dezelfde plant maar twee, hoogstens drie jaar, zoodat voortdurend nieuwe plantages moeten worden aangelegd. Daar echter ook de grond door voortdurende plantingen spoedig waardeloos wordt, is men verplicht steeds nieuwe streken in cultuur te brengen, zoodat de katoenteelt een nomadisch karakter bezit. Eerst in den laatsten tijd tracht men door bemesting den ouden grond weer geschikt tot voortbrengen te maken.

Nadat de vrucht zich heeft geopend, worden de zaadharen geplukt, maar daar het openspringen op verschillende dagen gebeurt, en het nadeelig is de wol lang in de opengesprongen vrucht te laten zitten, vereischt het inzamelen groote oplettendheid en veel werklieden, die ieder hoogstens 25 kilogram per dag kunnen oogsten. Van deze werklieden maken in Noord- en Zuid-Amerika de negers het grootste aantal uit. Het ruwe katoen wordt eenige dagen aan de zon blootgesteld om te drogen en dan met behulp van bijzondere machines van de zaadkern bevrijd. Voor de verzending wordt het ruwe katoen gewoonlijk sterk samengeperst en in groote balen gestopt.

In alle vijf de werelddeelen wordt katoen gewonnen, maar het leeuwendeel in de Vereenigde Staten, die in 1890 bijna 2200 millioen kilogram opleverden, terwijl de geheele oogst 2800 millioen kilogram bedroeg.

Het winnen en bewerken van katoen is reeds zeer oud. In Indië, het vaderland van het katoen, werd deze plant reeds voor vier duizend jaren geteeld.

In den tijd van Herodotus maakten katoenen stoffen de gewone kleeding uit. Ook aan de oorspronkelijke bewoners van Amerika was de katoenteelt en zijn bewerking reeds ten tijde der ontdekking bekend. Onder de geschenken, die Columbus van de bewoners van Guanahani ontving, was ook katoen. Op Cuba vonden de Spaansche ontdekkers groote voorraden grondstof en allerlei katoenfabrikaten. Cortez, de veroveraar van Mexico, ontving van Montezuma rijke geschenken, waaronder dertig fijne katoenen mantels, tapijten enz., die aan het hof van Karel V de grootste bewondering verwekten.

Tegenwoordig neemt de katoenspinnerij en weverij, wat betreft den omvang der inrichtingen, het verbruik der grondstof, het aantal werklieden en het gebruik van machines, onder alle takken der textiel-nijverheid de eerste plaats in.

Een meisje uit het Beiersche land. -

Tegen de ondoordringbare donkerte van het dichte woud steekt het witte, ronde kopje van het Beiersche meisje hel-licht af. De schilder heeft zijn model niet geflatteerd, niet mooier gemaakt dan het is, hij heeft het kind naar het leven geschilderd, met haar stevige, bloote beentjes, haar eenvoudig kleedje en dat aardige, ronde gezichtje, waar een tikje heimwee uit spreekt, dat zoowel aan de kinderen der zee als aan die der bergen eigen is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken