Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.37 MB)

Scans (738.34 MB)

ebook (30.26 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

(1900)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

De mandoline-speelster. -

Bijzonder fraai en voornaam is de eerste gravure in dit nummer. De eene zuster bespeelt de mandoline, een vier-, zes- of meersnarig instrument, dat veel overeenkomst heeft met de gitaar en zoowel met een penneschacht als met den vinger der rechterhand wordt bespeeld. De andere zuster luistert toe in stille ingetogenheid, verrukt door de zilveren tonen, die aan het speeltuig worden ontlokt, en haar begaafder zuster heur heerlijk talent benijdend.

De H. Lodewijk, als kind aalmoezen uitdeelend. -

Een der nobelste figuren onder de koningen en keizers in de wereldgeschiedenis is de H. Lodewijk, koning van Frankrijk, het type van een vroom ridder, wijs regent en schrander staatsman, die van zijn moeder, de H. Blanca van Castilië, een voorbeeldige opvoeding ontving.

Op elfjarigen leeftijd verloor de H. Lodewijk zijn vader en kwam nu onder voogdij zijner moeder, die tevens als regentes het koninkrijk met wijsheid en gematigdheid, maar tevens met mannenelijke kracht bestuurde.

Toen de groote Fransche kroonvazallen een bondgenootschap hadden gesloten met koning Hendrik III, trok de H. Lodewijk tegen hen ten strijde en versloeg hen in twee veldslagen: de eerste maal te Taillebourg, de tweede maal, vier dagen later, te Saintes, waar hij een volledige overwinning behaalde, den Engelschen koning tot een nadeeligen vrede dwong en de vazallen tot algeheele onderwerping bracht. De H. Lodewijk was, toen hij die overwinningen behaalde, nog maar 27 jaar oud.

Tijdens een hevige ziekte, waardoor hij in 1244 werd aangetast, meende hij een stem te hooren, die hem beval het kruis aan te nemen tegen de ongeloovigen, aan de Christenen de landstreken terug te geven, welke de Saracenen hun ontnomen hadden, en hen uit de wreede slavernij te verlossen. Hij legde toen de gelofte af, een kruistocht te zullen ondernemen. De koningin-moeder en zijn gemalin smeekten hem daarvan af te zien tot hij geheel hersteld zou zijn, maar de H. Lodewijk vroeg des te dringender om het kruis. De bisschop van Parijs hechtte het hem op de borst onder het vergieten van tranen. als voorzag hij de rampen, die den koning op zijn tocht zouden wachten.



illustratie
roodkapje: De ontmoeting met den wolf in het bosch.
Naar de schilderij van F. Hiddemann.


Gedurende vier jaren bereidde de koning de even roemrijke als ongelukkige onderneming voor; eindelijk scheepte hij zich, zijn moeder het bestuur des lands overlatende, in 1243 te Aigues-Mortes in, met zijn gemalin Margareta van Provence en zijn drie broeders, en vergezeld door bijna de geheele Fransche ridderschap.

Hij had besloten den oorlog in Egypte te beginnen, ten einde den sultan, die meester van het H. Land was, in zijn eigen rijk te bestoken. In 1249 tastte hij Damiate aan en maakte zich daarvan meester, stak in het gezicht der ongeloovigen den Nijl over, behaalde twee overwinningen op hen en verrichtte wonderen van dapperheid in den slag bij Massoerah. Maar nu keerde de krijgskans ter gunste der Saracenen, die machtige bondgenooten vonden in besmettelijke ziekten en hongersnood, die de Franschen tot den terugtocht noopten. De ongeloovigen bestookten onophoudelijk de afgematte kruissoldaten, dreven hen op de vlucht en richtten een groot bloedbad onder hen aan. De koning, die gevaarlijk ziek was, werd den 5en April 1250 met al de heeren van zijn gevolg en het beste deel van zijn leger gevangen genomen.

Lodewijk was in zijn gevangenis even groot als op den troon. De Muzelmannen konden niet nalaten zijn geduld en standvastigheid te bewonderen. Zij zeiden hem: ‘Wij beschouwden u als onzen gevangene en onzen slaaf, en gij, die in boeien zijt geklonken, behandelt ons, alsof wij uw gevangenen waren.’ Men durfde hem een buitensporig hooge som voor zijn losgeld voorstellen, maar de koning antwoordde aan de afgezanten des sultans: ‘Zeg aan uw meester, dat een koning van Frankrijk zich niet voor geld vrijkoopt. Ik zal de gevraagde som voor mijn leger geven en Damiate voor mijn persoon.’ Hij betaalde inderdaad 400.000 pond voor hun losgeld, gaf Damiate voor het zijne terug en sloot met den sultan een wapenstilstand van tien jaar. Zijn plan was naar Frankrijk terug te gaan, maar toen hij vernam, dat de Saracenen, in plaats van de gevangenen in vrijheid te stellen, een groot aantal hadden gemarteld, ten einde hen tot afval van hun geloof te bewegen, begaf hij zich naar Palestina, waar hij nog vier jaar bleef. Dezen tijd besteedde hij om de vestingen der Christenen te versterken en aan de bekeering der ongeloovigen werkzaam te zijn.

In Frankrijk teruggekeerd, vond hij zijn land in beteren toestand, dan hij na zoo lange afwezigheid had durven hopen. De Voorzienigheid had over een land gewaakt, dat hij enkel uit de meest christelijke beweegredenen had verlaten. Hij verbeterde de rechtspraak, verminderde de belastingen, vaardigde strenge bepalingen uit tegen de godslasteraars en goddeloozen, bouwde kerken, gasthuizen en kloosters, en gaf een Pragmatieke Sanctie uit, om de oude rechten der kathedrale kerken en de vrijheid der verkiezingen te beschermen. Ook in het buitenland erkende men de rechtschapenheid en de wijsheid van den koning, zoodat koning Hendrik III van Engeland en de Engelsche baronnen hem tot scheidsrechter verkozen in hun geschillen.

Toen de H. Lodewijk Frankrijk bloeiend en zijn regeering krachtig gevestigd zag, ondernam hij in 1270, op vijf-en-vijftigjarigen leeftijd, een nieuwen kruistocht. Hij belegerde Tunis, nam na acht dagen de citadel, maar overleed reeds den 25n Augustus van hetzelfde jaar aan een besmettelijke ziekte, die groote verwoestingen in zijn leger aanrichtte. De vrome koning stierf als een heilige en als een held.

In 1297 werd hij door Paus Bonifacius VIII heilig verklaard. De bulle van heiligverklaring is een heerlijke, uitvoerige lofspraak, berustend op een volledige zekerheid van de zuiverheid zijner zeden, de strengheid zijns levens, zijn liefde voor de rechtvaardigheid, zijn edelmoedigen ijver voor de bevordering van het geloof, zijn liefdadigheid jegens de armen, de zieken, de hulpeloozen, in één woord al zijn christelijke, koninklijke, heldhaftige deugden. Men had hiertoe de verklaringen onder eede van meer dan 300 getuigen ontvangen en de echtheid van 63 mirakelen geconstateerd.

De gravure in dit nummer stelt den jongen koning voor, aalmoezen uitdeelende en zich zoodoende voorbereidende voor de edele taak, die hij als man in zoo hooge volmaaktheid zou volbrengen.

Roodkapje. -

De beide afbeeldingen, die op Roodkapjes avonturen betrekking hebben, doen ons terugdenken aan onze kinderjaren, toen wij door dit en dergelijke sprookjes machtig geboeid werden en ademloos toeluisterden, wanneer ze ons met de eigenaardige smakelijkheid, die bij sprookjes-vertellen hoort, werden opgedischt.

Of we Klein Duimpje, of Roodkapje, of Blauwbaard het mooist hebben gevonden, weten wij niet meer zoo precies, maar mooi waren ze alle drie, en onze kinderlijke fantasie werd er verbazend door geprikkeld.

Onze eene afbeelding geeft de ontmoeting in het bosch van Roodkapje met den wolf weer, wien het kleine meisje vertelt waar ze naar toe gaat en waar grootmoeder woont. Hiervan maakt de valschaard gebruik om de oude vrouw op te eten en haar plaats in bed in te nemen.

De tweede afbeelding vertoont Roodkapje, verbaasd over de grove stem van grootmoeder, het bed naderend en haar de bekende vragen stellend over haar groote armen, groote ooren, oogen en tanden, met het zoo tragisch slot, dat de wolf, die blijkbaar aan grootmoeder voor zijn maal nog niet ge noeg heeft gehad, ook Roodkapje verslindt.

Maar men moet het sprookje niet critiseeren of ontleden, doch het nemen zooals de overlevering het heeft overgebracht, en in het oog houden voor wie het bestemd is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken