Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.37 MB)

Scans (738.34 MB)

ebook (30.26 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

(1900)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hertog Hendriks vaderland.

Het lijdt niet den minsten twijfel, dat de naam Mecklenburg in de laatste maanden in pers en gesprekken ten onzent vaker is genoemd, dan anders in een dozijn of meer jaren.

Mecklenburg! We hebben op de schoolbanken geleerd, dat er onder de zes en twintig staten, die te zamen het Duitsche Rijk vormen, twee zijn, die den naam Mecklenburg dragen: het grootste Mecklenburg-Schwerin, het kleinste Mecklenburg-Strelitz geheeten. Later vernamen we, dat Fritz Reuter, de geestige novellist en satirist, een Mecklenburger was, evenals zijn beroemde landgenoot graaf Moltke.

Maar heel veel meer wisten de meesten onzer van Mecklenburg niet af. De tijding, dat H.M. de koningin een Mecklenburgschen prins hand en hart had geschonken, wekte begrijpelijkerwijs ook belangstelling voor het land, waaruit de toekomstige hertog-gemaal stamde, waarover zijn voorvaderen reeds eeuwen en eeuwen op bijna patriarchale wijze hebben geregeerd.

In dit nummer der Illustratie, aan de heuglijke gebeurtenis der nauwe verbintenis tusschen de huizen Oranje-Nassau en Mecklenburg gewijd, moge een en ander over de geschiedenis en den toestand van hertog Hendriks vaderland op zijn plaats zijn.

Het groothertogdom Mecklenburg-Schwerin is ongeveer zoo groot als onze provincies Noord-Brabant, Gelderland en Noord-Holland te zamen (Meclenburg-Strelitz is niet eens zoo groot als Friesland) en telt een bevolking van, in ronde cijfers, 600.000 zielen, zoodat het, bij ons land vergeleken, uiterst schraal bevolkt moet worden genoemd.

Behalve in het noorden, waar het aan de Oostzee grenst, wordt Mecklenburg geheel door Pruisen ingesloten, en deze ligging alleen verklaart reeds, waarom de beide groothertogdommen in den broederoorlog van 1866 de zijde van Pruisen tegen Oostenrijk moesten kiezen.

Mecklenburg, over het algemeen vlak, wordt van het zuidoosten naar het noordwesten doorsneden door een lagen en breeden landrug, die in zijn hoogste punt een hoogte van 140 meter bereikt en de waterscheiding vormt tusschen de riviertjes, die in de Oostzee uitmonden, en het stroomgebied van de Elbe. Behalve dezen heuvelachtigen landrug, bestaat het land gedeeltelijk uit uitgestrekte heidevlakten, gedeeltelijk uit vruchtbaar laagland. Verder heeft Mecklenburg niet minder dan 300 meren, waarvan het Müritz-meer, 133, en het Schweriner-meer, 61 vierkante kilometer groot, de grootste zijn. Van de tallooze riviertjes, die het land doorsnijden, hebben enkel beteekenis de Warnow, die bij Warnemünde, de voorhaven van Rostock, in de Oostzee, en de Elde, die bij Dömitz in de Elbe uitloopt.

De bevolking, met uitzondering van enkele duizenden katholieken en Israëlieten geheel Lutheraan, woont voor ongeveer de helft in de 42 steden en stadjes van Mecklenburg, waarvan de havenstad Rostock met een groote 40.000 zielen de volkrijkste is. Noemt men hier nog bij de hoofdstad Schwerin, de havenstad Wismar, de plattelandsstadjes Güstrow en Parchim, dan heeft men de gemeenten boven 10.000 zielen alle gehad.

De domeingoederen, het eigendom van den groothertog, beslaan meer dan twee vijfden van de geheele oppervlakte des lands, terwijl het overige grondbezit toebehoort aan de ridderschap, de kloosters, afzonderlijke geestelijke stichtingen en kerspelen en aan de steden. Een algemeene staatsbegrooting bestaat niet; de kosten voor het landsbestuur worden op de eerste plaats door den groothertog uit de inkomsten van zijn domeingoederen gedragen. Het tekort wordt gedekt door belastingen, waarvoor ieder jaar de Stenden hun goedkeuring hebben te verleenen.

De beide groothertogdommen Schwerin en Strelitz maken sedert 1867 deel uit van den Noordduitschen Bond en sedert 1871 van het Duitsche Rijk. Schwerin heeft twee, Strelitz één stem in den Bondsraad; Schwerin zendt zes, Strelitz één afgevaardigde naar den Rijksdag. De titels der beide groothertogen zijn volkomen gelijkluidend; ook de wapens, in goud een naar voren gekeerden buffelkop met roode kroon, zilveren horens en een ring door den neus voorstellend, stemmen geheel overeen.

In de vroege oudheid woonden in het gebied van het tegenwoordige Mecklenburg verschillende Duitsche volksstammen. Gedurende de groote Volksverhuizing werd het land in bezit genomen door den Slavischen stam der Obotriten, die eerst door Hendrik den Leeuw, hertog van Saksen, werd onderworpen en tot het Christendom bekeerd. De vorst der Obotriten, Niklot, van wiens stamslot Mikilinborg (Mecklenburg, thans een dorp tusschen Wismar en het Schweriner-meer) het land zijn naam ontving, sneuvelde in 1160. Zijn zoon Pribislaw, de stamvader van het thans nog regeerende vorstenhuis, liet zich doopen en werd als vazal van het Duitsche rijk weer in de heerschappij bevestigd. Onder medewerking van Duitsche kolonisten begon de germaniseering des lands, zoodat mettertijd de taal en de zeden der Wenden geheel door de

[pagina 415]
[p. 415]

Duitsche verdrongen werden. Langzamerhand kwamen ook eenige steden tot bloei, onder welke de zeesteden Rostock en Wismar in de Duitsche Hansa een merkwaardige rol speelden.

Na den val van Hendrik den Leeuw werd Mecklenburg door koning Waldemar II van Denemarken onderworpen, maar in 1223 nam graaf Hendrik van Schwerin den Deenschen koning gevangen, en Waldemar moest na langdurige gevangenschap zijn vrijheid met een hoog losgeld en het afzien van alle aanspraken op Mecklenburg koopen. De slag bij Bornhöved in 1227 maakte voorgoed een einde aan de Deensche heerschappij in Noord-Duitschland.

Spoedig daarop werd het land verdeeld, waardoor vier liniën ontstonden, waarvan de oudste thans nog bloeit, terwijl de drie andere in verloop van tijd zijn uitgestorven.

Gedurende de middeleeuwen maakten de hertogen van Saksen en de markgraven van Brandenburg aanspraak op de suzereiniteit over Mecklenburg, en eerst in 1348 werden de Mecklenburgsche vorsten door keizer Karel IV tot hertogen benoemd en daardoor vormelijk als volberechtigde rijksvorsten erkend.

In den dertigjarigen oorlog werden de beide hertogen van Mecklenburg wegens hun bondgenootschap met Christiaan IV van Denemarken in den rijksban verklaard en verdreven, en werd Wallenstein door keizer Ferdinand met hun land beleend. Met behulp van Gustaaf Adolf van Zweden keerden de verdreven vorsten spoedig naar hun land terug, en de vrede van Praag bevestigde hen in 1635 in het bezit hunner erflanden.

De groothertog van Mecklenburg-Schwerin verkreeg in 1803 door een verdrag met Zweden Wismar, Poel en Neukloster in pand, onder beding dat Zweden dit pand na honderd jaar tegen betaling der pandsom met intrest van intrest tegen drie percent weer zou kunnen inlossen. Die termijn is thans bijna verstreken, maar de pandsom is door den samengestelden intrest in een eeuw tijds zoo opgeloopen, dat er geen sprake van kan zijn, dat Zweden die over twee jaar zal kunnen voldoen.

Ten einde hun bestaan te redden traden de beide hertogen in 1808 tot het Rijnverbond, Napoleons schepping, toe, maar maakten zich daarvan in 1813 los en sloten zich bij de coalitie tegen Napoleon aan. Op het congres te Weenen in 1815 werd aan de beide hertogelijke huizen van Mecklenburg de groothertogelijke waardigheid toegestaan, die door de groothertogen in een proclamatie aan hun volk werd aangenomen. In een tweede, gelijktijdig openbaar gemaakte proclamatie kende ieder der beide groothertogen zich en den erfgroothertog het predicaat ‘koninklijke hoogheid’ toe, en de overigen prinsen van hun huis den titel van hertog en het predicaat ‘hoogheid.’

Groothertog Frederik Frans II, wiens portret wij in dit nummer geven, aanvaardde in 1842 op 19jarigen leeftijd de regeering. Hij is driemaal gehuwd geweest, de eerste maal met prinses Augusta van Reuss-Schleiss, de tweede maal met prinses Anna zu Hessen, de derde maal met prinses Maria van Schwarzburg-Rudolstadt. Deze laatste is de moeder van hertog Hendrik.

De groothertog nam in 1864 onder den veldmaarschalk von Wrangel een werkzaam aandeel in den oorlog tegen Denemarken, voerde in den oorlog tegen Oostenrijk bevel over een legerkorps en onderscheidde zich in den oorlog tegen Frankrijk, gedurende welken hij in September Toul, in December Orleans innam, generaal Chanzy bij Vendôme en bij Le Mans versloeg en den 25en Januari 1871 Rouaan binnentrok. Bij den feestelijken in tocht der terugkeerende troepen binnen Berlijn benoemde de Duitsche keizer hem tot inspecteur generaal der tweede legerinspectie en in 1873 tot opperbevelhebber der infanterie.

In 1883 overleed de groothertog, opgevolgd door zijn zoon Frederik Frans III. Toen deze in 1897 overleed, volgde hem zijn zoon, de tegenwoordige groothertog Frederik Frans IV op, voor wien tijdens diens minderjarigheid zijn oom, hertog Johan Albrecht, een jongere zoon uit het eerste huwelijk van Frederik Frans II, het regentschap uitoefent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken