Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (35.79 MB)

Scans (791.91 MB)

ebook (28.72 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18

(1901)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Giuseppe Verdi.

In den vroegen morgen van den 27en Januari jl. overleed te Milaan in den ouderdom van 87 jaar Giuseppe Verdi, een der grootste toonkunstenaars van onzen tijd en een der gloriën van Italië.

Als zoo menig beroemd man was Verdi van zeer bescheiden afkomst. Hij werd den 9en October 1813 te Roncole, een dorpje bij Busseto, in het hertogdom Parma geboren, waar zijn vader herbergier was. Reeds zeer jong toonde hij aanleg voor de toonkunst, de stad Busseto schonk hem een beurs, een rijke kunstliefhebber vulde de som aan, die noodig was om hem in Milaan een muzikale opleiding te doen ontvangen. Maar de directeur van het Conservatoire aldaar vond zijn talent te middelmatig en weigerde hem. Verdi liet zich hierdoor gelukkig niet ontmoedigen, vond in Lavigna van den Scala-schouwburg een leermeester, die zich zijner aantrok, en begon een aantal kleine stukjes voor zang en orkest te schrijven. In 1839 gaf hij zijn eerste opera, die een tamelijk succes verwierf. Een tweede werk viel een minder goede ontvangst te beurt; daarentegen werd zijn reputatie voorgoed gevestigd door Nabuccodonosor en I Lombardi alla prima crociata (de Lombarden in

[pagina 12]
[p. 12]



illustratie

het oude lied, naar de schilderij van walther firle.


[pagina 13]
[p. 13]



illustratie

avondschemering te amsterdam, naar de schilderij van heinrich hermanns.


[pagina 14]
[p. 14]

den eersten kruistocht), die in 1842 en 1843 verschenen.

De volgende zeven of acht jaren waren voor Verdi jaren van tegenspoed en teleurstelling, maar in 1851 opende zich voor hem een nieuw tijdperk van succes met zijn drie beroemde opera's Il rigoletto (de rij dans), Il trovatore (de troubadour) en La traviata (de verdoolde), waaraan in geheel Europa een warme ontvangst ten deel viel. Onder de latere beroemde werken van den grooten meester verdienen vermelding Aïda, in 1871 gecomponeerd op verzoek van den khedive van Egypte voor de opening van den schouwburg te Kaïro, Otello van 1889 en Falstaff van 1893. Verdi gaf de wereld het zeldzame en verbazingwekkende schouwspel te zien van een tachtigjarige, die zijn geest vernieuwde, inhoud en vorm zijner kunst wijzigde, en op een leeftijd, dat de meeste menschen hoogstens in staat zijn tot een herhaling van hetgeen zij vroeger gemaakt hebben, nieuwe en krachtige werken schiep, vol pit en leven. Verdi is een in de kunstgeschiedenis eenig voorbeeld van een kunstenaar, die tot het einde zijner levensdagen niet ophield vorderingen te maken, zijn stijl te verruimen en zijn gedachte te vergrooten.

Ondanks den roem, hem door landgenoot en vreemdeling op kwistige wijze geschonken, is Verdi altijd een eenvoudig, bescheiden man gebleven. Hij bezat ridderorden van alle landen van Europa, was sedert 1875 lid van den Italiaanschen Senaat, waar hij overigens zelden of nooit verscheen, en was vereerd met de zeer zeldzaam verleende Annonciade-orde, die hem recht gaf op den titel van neef des konings. Den hertogstitel, dien de koning van Italië hem wilde schenken, weigerde hij, en hoewel hij tot de hoogst aangeslagenen des lands behoorde, leefde hij zeer eenvoudig.

Ten einde zich aan de betoogingen zijner vereerders te onttrekken, leefde de grijze meester de laatste tien jaren rustig op zijn villa tusschen Bologna en Piacenza. In den winter bracht hij geregeld eenige weken te Milaan, altijd in hetzelfde hotel, in het voorjaar te Genua, in den zomer in de badplaats Montecatini door. In de laatste jaren had hij het plan gevormd, te Milaan een tehuis te stichten voor oude en behoeftige musici, en met den bouw, waarvoor hij aanzienlijke sommen had bestemd, was reeds begonnen.

Buitengewoon is de deelneming geweest, bij het overlijden van den grooten toonkunstenaar betoond, en de rouw over Verdi's verscheiden had te Rome, Milaan, Genua, kortom in geheel Italië de afmetingen aangenomen van een nationalen rouw.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken