Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (35.79 MB)

Scans (791.91 MB)

ebook (28.72 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18

(1901)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Verwoesting van het klooster Walkenried in den Boerenkrijg. -

De gravure op blz 356 verplaatst ons in den bangen tijd van den Boerenkrijg, ontketend door den opstand van Luther en diens volgelingen tegen de Kerk. Het opgezweepte gepeupel vergreep zich niet enkel aan kerken en kloosters, maar spaarde ook de kasteelen der edelen en de huizingen der gegoede burgers niet. Zóó onmenschelijk woedde de Boerenkrijg, dat Luther, die in den aanvang, toen de verdwaasden zich tot de kerken en kloosters bepaalden, dat snood bedrijf had toegejuicht, ten laatste uitriep, dat men de boeren als dolle honden moest doodslaan.

Het tooneel van verwoesting, dat onze afbeelding te zien geeft, speelt te Walkenried in den Harz. Het oude Cisterciënserklooster, welks bouwval ook thans nog met voorliefde door toeristen bezocht wordt, werd in het jaar 1127 als een afdeeling van het klooster te Oud-Kempen aan den Rijn, door gravin Adelheide von Klettenberg gesticht en in 1129 gewijd. De in de dertiende eeuw in Gothischen stijl opgetrokken prachtige kloosterkerk, die 78 meter lang, 33 breed en tot de spits van het dak 33 meter hoog was, werd in 1525 door de boeren verwoest. Van de op 36 zuilen rustende basiliek zijn schilderachtige bouwvallen over, die de mooiste kerkruïne van den Harz zijn.

De monniken namen, voor zoover zij aan de handen der boeren konden ontkomen, de wijk naar Nordhausen, hun have en goed overlatend aan de woeste muiters, die kerk, klooster en bibliotheek in een puinhoop veranderden.

Het is een pakkend gezicht; op den voorgrond de indrukwekkende bouwval van het verwoeste Godshuis, de geknevelde kloosterlingen en de door den duivel van haat en wraakzucht bezeten rotgezellen; op den achtergrond het in vlammen opgaande dorp. De schoen, dien men op de door een der mannen gedragen banier ziet, was het zinnebeeld, waaronder de boeren den strijd hadden aanvaard, in tegenstelling met den laars van den edelman.

Aan het kanaal. -

Men zal wel geen moeite hebben, in onze gravure de hand te herkennen van denzelfden schilder, die op onze eerste bladzijde het fraaie kijkje in het schilderachtige Dordt gaf. Er is een sprekende gelijkenis tusschen het melkmeisje met de groote eigenaardige kannen op deze en op de vorige afbeelding.

‘Aan het kanaal’ is een echt Hollandsch gezicht. De vaart, de menschen aan den kant, de huizen, die daar zoo vredig liggen, de molen, waarvan wij het bovenstuk boven de boomen zien uitsteken, het is alles Hollandsch, een vaderlandsch tooneeltje, dat wij allen met genoegen aanschouwen, vooral wanneer het zoo knap is weergegeven als door den Berlijnschen kunstenaar is gedaan.

Inkoopen gedaan. -

Een echt huismoedertje in den dop, die kleine meid, met moeders mand aan den eenen, moeders paraplu onder den anderen arm. Daar moeder door ziekte verhinderd was, is zij naar de markt geweest om inkoopen te doen, en ze heeft zich van de opgedragen taak zoo flink gekweten, zoo parmantig met de koopvrouwen onderhandeld en zoo ferm afgedongen, dat moeder ongetwijfeld tevreden zal zijn.

Maar ze heeft ook - en dat is het mooiste - voor moeder een versnapering meegebracht, een pond lekkere, rijpe kersen, in een krant gepakt. En al zal moeder tegen haar zeggen: ‘Dat had je niet moeten doen, Keetje,’ Keetje weet heel goed, dat moeder er heimelijk heel blij mee is. Maar de blijdschap van moeder geldt meer het goede hart van haar kind, dan de sappige vrucht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken