Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.96 MB)

Scans (791.90 MB)

ebook (27.04 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19

(1902)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Het jongste portret van Z.H. Leo XIII. -

Wij houden ons overtuigd, dat dit portret van den H. Vader - een teekening van Dante Paolocci naar een instantané van de Federicis - voor al onze lezers een aangename verrassing zal zijn. Omdat het 't portret is van den H. Vader, natuurlijk, maar vooral, omdat het den Paus weergeeft zooals Hij is: zachte, edele en majestueuze grijsaard.

Die gestalte, licht steunend op den stok, hoofd en schouders even gebogen, de trekken van een denker en asceet, verhelderd door zijn fijnen, geestigen glimlach, - dàt is de Paus.



illustratie
stadhuis van gouda.


Dit portret zal, naar wij vertrouwen, een waardevolle herinnering blijven aan het zilveren Pontificaat van Leo XIII.

Het marktplein te Neurenberg omstreeks 1500. -

Een der merkwaardigste en meest typische steden van Duitschland is de voormalige vrije rijksstad Neurenberg, wier stichting en naam men afleidt van de oude Noriërs, die hier het Castrum Noricum zouden hebben gegrondvest.

In de middeleeuwen was Neurenberg een der bloeiendste en welvarendste steden in het Duitsche Rijk. Getuigen daarvoor zijn de kerken en andere monumentale gebouwen, die uit dien tijd dagteekenen. Herhaaldelijk werden daar van de elfde tot de zestiende eeuw Rijksdagen gehouden, en de Rijkskleinoodiën zijn er vier eeuwen lang bewaard gebleven. Beroemde mannen als de schilder Albrecht Dürer en de dichter-schoenmaker Hans Sachs zijn er geboren, en belangrijke uitvindingen zijn er gedaan, waarvan de meest bekende wel is die der zakhorloges door Peter Hele in 1500.

Op het tijdperk van bloei volgde een tijd van verval, toen de handel met het Oosten niet meer hoofdzakelijk over land, maar na ontdekking van den zeeweg naar Indië, meestal over zee gedreven werd. En het verval nam nog toe ten gevolge van den dertigjarigen oorlog, die over de Duitsche gouwen zoo nameloos veel wee uitstortte.

In de vorige eeuw is Neurenberg weer tot nieuwen bloei gekomen en hebben handel en nijverheid (men denke maar aan het Neurenberger speelgoed) zich tot zoo groote hoogte ontwikkeld. dat Neurenberg de eerste handels- en fabrieksstad van het koninkrijk Beieren is geworden.

De gravure in dit nummer, naar een schilderij van Paul Ritter, verplaatst ons naar het Neurenberg van omstreeks 1500. Wij zien op het groote marktplein de wereldbekende mooie fontein in haar oorspronkelijken, uit de veertiende eeuw dateerenden vorm; verder het oude patriciërshuis met fraaie fresco's versierd. In het hoekhuis aan den overkant had de keur der zilveren voorwerpen plaats. Daarboven steekt de zinken bekleeding der torens van de St.-Sebalduskerk uit, een der mooiste Duitsche kerken in spitsboogstijl, uit de tiende eeuw afkomstig.

Bij dit architectonische beeld der kunstrijke middeleeuwen past voortreffelijk de stoffage: de ouderwetsche reiswagen, de ridder, die zijn dame een bloemruiker overhandigt, de in ijzer gedoste bereden wapenknechten, en het bonte gewoel op het plein.

Het fraaie schilderij van Paul Ritter is in het bezit van prins Rupprecht van Beieren, hem bij gelegenheid van zijn huwelijk door de stad Neurenberg aangeboden.

Het stadhuis te Gouda. -

Als ge 's avonds voor de groote ramen van het vriendelijke hôtel ‘De Zalm’ staat, en u niet al te zeer ergert aan een hooggeboorden fat, die de gelagkamer vult met de kwalijk-riekende geuren van een dampend tabaksrolletje in papieren omhulsel en dát in de stad der pijpen, die even Goudsch zijn als haar makers en gouwenaars heeten gelijk zij, - als ge, zeg ik, u niet al te zeer ontstemd voelt over zooveel schennis van de historische lucht om u heen, over zooveel ontwijding van het oud-Hollandsch karakter van eene onzer meest typische steden, - dan is het u een genot op de ranke Gothische gevelspitsen te staren van het vermaarde stadhuis recht vóór u, het trotsche gebouw, dat ondanks zijn massalen omvang den indruk maakt van luchtig en vlug omhoog te schieten uit het ruime, vlakke, driehoekige marktveld.

Een praalteeken schijnt het en een symbool-in-steen van Gouda's wapenleus: Per Aspera ad Astera, d.i. ‘langs doornbanen tot de sterren’ of ‘door strijd tot heerlijkheid.’

Hebt ge 't bij dag nauwkeurig bekeken, ook aan de achterzijde het voormalige, op steenen palen rustende, schavot, thans bestemd voor de minder bloedige diensten van een vreedzame korenbeurs, - en hinderde het u misschien, dat latere hernieuwingen van het reeds in 1449 opgetrokken raadhuis niet altijd zonder wansmaak waren, - 's avonds op kleinen afstand zijn die kunst-historische vergrijpen minder opvallend en onbeduidender stoornis in het rustig genot dat het herinneringrijke geheel oplevert.

Dan is er niet veel verbeelding voor noodig om het vlakke plein, ingesloten door drie rijen brandende lantarens, water te denken, gelijk het vroeger was met het stadhuis, als een klein steenen eiland, in het midden. Het zware monument werd niet geheid, maar rust evenals de Groote Kerk op vlotten van eiken balken, zoo wijd zich ondergrondsch uitstrekkend, dat die van het eene en het andere gebouw elkander raken.

De prachtige dubbele trappen-opgang werd later vervaardigd, in 1603, het jaar der demping van de gracht. Ter zijde van het stadhuis bevond zich weleer een draaiende ijzeren kooi, waarin vrouwen van slecht gedrag tentoongesteld werden, die dan door het gemeen met vuilnis en slijk geworpen werden. Andere tijden, andere zeden, naar men ziet; denk u zulk een strafoefening eens als No. 1 op het program van hedendaagsche feministen!.... Ook de ‘sceldende wiven’ vonden weinig genade in de oogen der vroede vaderen, die weleer de trappen van het stadhuis bestegen. Men hing haar een paar zware steenen, met ijzeren kettingen verbonden, om den hals, tot vermaan en vermaak van Gouda's publiek.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken