Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.96 MB)

Scans (791.90 MB)

ebook (27.04 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19

(1902)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige

Allerlei.

Een nieuwe ruiter-sport. -

De Engelschen, die thuis hun, op allerlei sport afgerichte. paarden beter in hun macht schijnen te hebben dan hun muilezels in Afrika, waren er altijd het eerste bij om een of ander ruiterspel, dat Europeanen aantrok in den vreemde, op eigen bodem over te brengen.

Zoo kwamen in 1873 eenige Engelsche officieren, die in Indië in garnizoen gelegen hadden, thuis met de kennis van een balspel te paard, dat zij van inlandsche vorsten hadden afgezien.

Sindsdien burgerde het al heel gauw in bij de hoogste Britsche sport-kringen, terwijl het later ook, dank het circus Busch, in Duitschland bekend werd.

Op 't program van circusvoorstellingen wordt het aangeduid met de weidsche benaming ‘Ruiterspel met den reuzenbal’.

Hier komt het spel op neer. Twee partijen, zeg van vier ruiters elk, stormen op het sein van de manège-klok te gelijk op een met bruin leer omvoerden bal af, van 1.5 M. middellijn. Zij beproeven dien, in het nadeel der tegenpartij, met de schoft of het achterwerk hunner ongezadelde ponny's van zijn plaats te bewegen, een poging, die heel vaak gepaard gaat met de koddigste tuimelingen en buitelingen van de deelnemers, die zandruiter worden gemaakt.

In elk geval wel leuk om mee te maken als toeschouwer, zoo'n spel. Het publiek in Engeland is er dan ook dol op.

Apen en alcohol. -

Men gaat te ver, als men zich beroept op de geheelhouding der dieren om te bewijzen, dat het animale leven zich verzet tegen alle gebruik van alcohol als tegen een langzaam maar zeker doodend venijn. Hoeveel argumenten voor deze stelling zouden zijn aan te voeren, dìt argument mist allen redelijken grond en wordt door de feiten gelogenstraft.

De Ouden wisten reeds, dat zeer veel dieren, apen o.a., dol op druivennat zijn. En even moeilijk als weleer zou het nog heden ten dage zijn, om een volwassen baviaan meester te worden zonder het lokmiddel van den alcohol.

De geleerde Brehm weet daarvan het volgende mee te deelen:

‘Al onze getemde bavianen hebben met hun wilde broeders een zwak gemeen voor een soort van bier, dat de Soedaneezen brouwen, merisa genaamd. Roode wijn is voor apen een lekkernij, aan brandewijn echter hebben ze 't land. Eens goten wij zoo'n paar lievelingen van Darwin met geweld een glas in den bek. De gevolgen bleven niet uit. Ze werden smoordronken en trokken allererbarmelijkste snuiten, hun facies leken afzichtelijke caricaturen van het roode en gezwollen uiterlijk van een mensch, die door den drankduivel gekweld wordt. Men kon het den beesten aanzien, dat een geweldige hoofdpijn ze martelde, en toen wij - 't was tegen den nacht - hen overlieten aan hun lot, moesten we erkennen, dat de proefondervindelijke wetenschap haar dienaren soms tot beulen maakt en we hoopten, dat de dieren hun roes zouden uitslapen en den volgenden morgen weer frisch als een hoen zouden wezen.

Onze hoop mochten we echter den anderen ochtend niet verwezenlijkt zien. Ze waren half wakend, half slapend; ze zaten te knikkebollen met hun hoofd vol Katzenjammer, vol echte dronkemanslanderigheid en haarpijn, in de handen van de voorste ledematen. Ze maakten de potsierlijkste grimassen, stieten soms pijnlijke kreten uit en wilden eerst van geen voedsel weten. Het aardigste was, dat ze zich van de hun aangeboden merisa met evenveel afschuw af keerden als van wijn, anders een godendrank in de apenwereld. Kleine zachte citroenen daarentegen verorberden ze met gretigheid; het verfrisschende ooft had op de dieren dezelfde verkwikkende uitwerking als op een dronkaard.’

De beroemde orang-oetan, Bobi, een pracht-exemplaar, voor een Duitsche diergaarde bestemd, moest indertijd zijn zwak voor spiritualia met den dood bekoopen; de zeeboot, die hem vervoerde naar zijn nieuw vaderland, bracht slechts zijn opgezette lijk aan wal.

Bobi had van uit zijn kooi met gespannen aandacht den scheepskellner bespied, terwijl deze bezig was met het uitpakken van rumflesschen. Wat Bobi lachte in zijn apenvuistje, toen op een uur, dat hij den kellner ingeslapen denken kon, nog een drietal flesschen, onopgeborgen, binnen zijn bereik lagen. Handig ontkurkte hij er één van, maar van den knal ontwaakte de kellner, die echter lang genoeg aarzelde en tuurde op de donkere gedaante in den hoek, schaars verlicht door een nachtpitje op een tafel, en laat genoeg opsprong, om de flesch van Bobi's bek te trekken, toen er juist het laatste slokje in verdween.

Een uur daarna sprong Bobi als een nar, toen werd hij grimmig en woest, toen slaperig als een nona-lijder en hij ontwaakte niet meer.

Natuurlijk houden ook andere dieren van alcohol, paarden bij voorbeeld van wijn; Homerus wist dit reeds: in zijn ‘Ilias’ laat hij den helmboswuivenden Hector spreken van wijn, door Andromache geplengd voor de edele rossen Achaje's, maar apen maken misbruik van sterken drank, als ze kunnen.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken