De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20

Bij de Platen.

Woud in den herfst. -

Niet alleen de sprokkelende vrouw en net uit zijn leger opgeschrikte en ijlings wegschietende haasje zeggen ons, dat dit een herfsttafereeltje is, het woud zelf getuigt er voor.

De boomen hebben reeds heelwat van hun weelderigen zomerschen bladerentooi laten vallen en den grond met een zacht tapijt bedekt, waarin de voet diep wegzakt.

Maar voor wat ze in de hoeveelheid aan loover hebben verloren, stelt de natuur ze schadeloos door de ongemeen fraaie tinten, waarmee de bladeren thans gekleurd zijn, van diep roodbruin tot hel goudgeel, waartegen de wit-geplekte stammen der slanke berkeboomen en het diepe groen van de knoestige olmenstammen verrassend afsteken.

Zoo heeft ieder jaargetijde zijn eigen mooi, maar het kleurenrijkst van alle is dat van den herfst.

Poppenkast in Mantsjoerije. -

Jan Klaassen is, met andere namen, een internationale figuur. Tot zelfs in Mantsjoerije treft men hem aan, en de Mongoolsche kindertjes zijn even verzot op zijn kluchtige vertooningen als onze kleinen. En de Mongoolsche poppenkast-vertooner heeft er even goed slag van, zijn jeugdig publiek, waarbij zich ook wel eens ouderen aansluiten, aangenaam bezig te houden en te doen schudden van 't lachen, als de knapste virtuoos hier dat vermag.

De menschen, groote en kleine, zijn in den grond overal dezelfde, of ze in Nederland of in China wonen, en men moet al een onuitstaanbare misanthroop zijn, om den zin voor het komische geheel te zijn kwijtgeraakt. Gelukkig wie over Jan-Klaassen-grappen nog eens hartelijk lachen kan!