Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21 (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.51 MB)

Scans (837.61 MB)

ebook (30.89 MB)

XML (2.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21

(1904)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Bij de platen.

De porseleinschilder. -

Tegenwoording is er voor porscleinschilders, die, als deze, op eigen gelegenheid werken, weinig meer te verdienen, want de toegepaste kunsten, zooals het thans heet, worden veelal op groote fabrieken beoefend. Een goede decorateur van porselein en aardewerk kan daar best gebruikt worden, maar deze is nog van den ouden stempel: hij werkt op zijn eigen atelier, schildert en brandt zijn vazen zelf en doet er alles aan, wat op de fabrieken door vele handen geschiedt. Hij schijnt een meester in zijn vak, getuige de belangstelling, die zijn arbeid geniet; al kunnen wij er niets van zien, de knappe, intelligente kop van den grijsaard is óók wel een kijkje waard.

Straatzangers. -

Van den morgen tot diep in den nacht langs straat, 't moet een zuurverdiend stukje brood zijn; toch trekken ze er iederen dag maar weer op uit, vader met zijn twee dochters: hij speelt de viool, 't oudste meisje zingt en 't jongste verkoopt liedjes. Als we 't drietal, gezond en recht van lijf en leden, zoo aanzien, zijn we al gauw geneigd te vragen, waarom die nog fiksche man en die kloeke deerne geen eerlijk handwerk aanvatten, of, zoo er al geen zorgende moeder thuis is - wat de titel van 't liedje, dat de jongste omhoog houdt, doet vermoeden - waarom die vader zijn volwassen meisje niet de huishouding waarnemen laat en 't kleintje naar school stuurt. Dat zou een Hollander zeker doen, maar deze lieden zijn Franschen, en die vinden 't beroep van straatmuzikant lang zoo vernederend niet. 't Wordt in 't buitenland dan ook door knappe luitjes uitgeoefend en niet, zooals hier, als een soort van vermomde bedelarij door luiaards en drinkebroers en dergelijk uitvaagsel. In Parijs b.v. zijn de straatzangers, vooral als ze hun kunst verstaan, zeer geliefd en 't zijn lang niet altijd gemeene deunen, die ze uitkraaien, zooals bij ons; ze voelen zich wel degelijk artisten en vatten post op de ruime binnenplaatsen tusschen de huizen of 's avonds op de drukke boulevards, bij veel bezochte café's. Maken ze goede muziek, dan is de Parijzenaar niet karig met lof en belooning, maar naar gekrijsch luistert hij niet en den speelman, die niets beters op zijn programma heeft, is 't maar geraden beenen te maken, wil hij niet de dupe worden der welbespraakte straatjeugd, die zich maar al te bereidwillig als tolk der publieke meening gelden laat. Onze muzikanten zien er in de beoefening van hun kunst zóó ernstig en vol toewijding uit, dat we niet twijfelen aan hun succes en - aan een welgevulden geldbuidel, als ze thuiskomen,



illustratie
eekhoorn en spreeuwen, naar de schilderij van w. grabheins.


Eekhoorn en spreeuwen. -

Klein eekhoorntje weet niet hoe hij 't heeft: daar is hij uit zijn verheven woning gekropen, om, als naar gewoonte, een poosje op 't dak te zitten, en, opeens, hoort hij zich van omhoog aanschreeuwen door twee brutale spreeuwen. De vogels zijn kwaad, want juist in dien boom hadden ze hun nest, en nu, thuiskomend, vinden ze er dat akelige houten gevaarte met zijn harigen bewoner er bovenop. Eekhoorn weet natuurlijk van den prins geen kwaad, zijn huis is verplaatst, nu ja, maar 't is hier goed wonen in dien mooien boom, en nu maken ze aan alle kanten lawaai tegen hem, want beneden is er zoowaar ook een komen zitten en schettert uit al z'n macht. Laten ze 't eens wagen op z'n dak te komen, hij zal ze leeren, wie daar baas is: het pootje houdt hij gereed, en, zoo, de lange ooren steil opgericht, den vroolijken pluimstaart omhooggekruld, wacht hij ze af: die schreeuwers hebben venijnige snavels, je kon nooit weten hoe ze daarmee een eerzamen eekhoorn de oogen uitpikken zouden...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken