Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Leven. Jaargang 1 (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Leven. Jaargang 1
Afbeelding van Nieuw Leven. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Leven. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.18 MB)

Scans (537.17 MB)

ebook (4.78 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Leven. Jaargang 1

(1908)– [tijdschrift] Nieuw Leven–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 139]
[p. 139]

Rubriek van Tijdschriften

Het November-nummer van de XXe Eeuw bevat een aangenaam-geschreven novelle Nazomer van Herman Lysen, alweer-eens een riek-maar-'n-proef-niet van Uit het leven van Frank Rozelaar door Lodewijk van Deyssel, De Louteringsberg van Dr H.J. Boeken, Zomernacht een proza-stuk van H. Bouma en diens dood-geboren étagère-verzen Stilleven en Verzen. Niet veel biezonders in dit nummer behalve de bijdrage van Cornelis Veth: Herleving der Romantiek? die zeer merkwaardig is.

Uit het Tijdschrift Studiën (voor Godsdienst, Wetenschap en Letteren) is te melden: J.P. Van Kasteren over De Canon des ouden Verbonds bij de Syrische christenen, L. Van Miert's De Nijmegenaar Theodorus Lindanus Vic.-generaal van Breslau en P. Seegers zijn studie Over allegorieën en vergelijkingen. Van grooter belang de Vondel-studie - De Bekoring en Val - Adam in Ballingschap door J. Boelen.

De Gids schenkt ons ditmaal gewone verzen van Th. Van Ameide, een eigenaaadig artiekel van Mr J.N. van Hall over Goethe in Italië, het vervolg van Legervorming door G. Polvliet. Typiek de bijdrage Dialogen. I. Noblesse oblige van Johan De Meester. Biezonder aan te bevelen in het november-

[pagina 140]
[p. 140]

nummer is de studie over Albert Samain door P.N. Van Eyck.

In Groot Nederland verscheen Uit 't gevaar, een brok proza van Carry van Bruggen. Niet heel-erg de Gedichten van L.S. Hylsma. Dit nummer bevat Prof. Dr H. Logeman's opstel over De taaltoestanden in Noorwegen en Dr J.L. Walch's verhandeling Humanist en Christen in de XVIIe Eeuw (J. Koopmans, letterkundige studiën; Gerard Brom, Vondels Bekering) beide aanbevelingswaardige artiekels. Vergeten we niet René De Clercq's Kleine Jacht te vermelden.

Onder de titel Dramatische Kunst verscheen van W.G. Van Nouhuys het uiterst belangrijk artiekel: Jac. Van Looy als Shakespeare - vertaler (Macbeth en Hamlet).

Het November-nummer van De nieuwe Gids geeft ons enkele bladzijden middelmatig proza van Ed. Coenraads. Pieter van den Meer vervolgt en zijne vervelende reisverhalen Uit Italië en heeft het in dit nummer over Florence: me dunkt er ware over die stad heel wat anders te zeggen dan hetgeen van der Meer in een droog taaltje van achter een bijbel-groot geschiedenis-boek met ernstiggewild professoraal gezicht ons tot slapens-toe voorleest.

Soms wel subtiel, de Fijne fragmenten door Jacob Israël De Haan, waaruit onder anderen ‘Ondergang en van de zon’:

‘Ik weet van een woonhuis, dat aan de buitenrand van de stad is gebouwd, en waaruit ik een wijde blik geniet over zeer verre velden. Vlakke velden zijn het. Er staan weinige en niet-groote huizen. De wijde blik is vrij, zeer ver Westwaarst, en daar staat eene losse laan van jonge boomen gebouwd.
[pagina 141]
[p. 141]

Het Oosten is in den morgen het mooist. Het Westen in den avond. Want, waar de zon is, zijn hemel en aarde het mooist.
Het is in dezen tijd van het jaar winter. De Natuur slaapt. Maar de zon slaapt niet dood. Als dat zoo was, zou ik afsterven. En zoo mooi zijn de ondergangen van de zon van dezen tijd. Er zijn dagen in dit seizoen van het jaar, die dicht en dof zijn van damp. Achter deze damp is de vorm van de zon niet zichtbaar, maar wel het licht. Dat is rood. De doffe en ijzergrijze regendamp wordt roode zonnedamp, lichtrood en daar scherpen fel-roode strepen doorheen. Later dooft deze zonneroode felheid en verder doft de roode zonnedamp, zoodat mist loodzwaar, lood-blauwgrijs over landen wolkt van streek tot streek.
Er zijn ook opengebouwde winterdagen, zonder dampen. De lucht is hoog. De kleuren van de lucht zijn: blauw en wit. Beide koel, zonder tusschentinten. De zon gaat witschrijnend naar beneden. Een felle en sterke ster. Van de laan in het Westen is iedere boom nu zeer zichtbaar. Met smalle stam en met zwarte kruin, die stipt tegen de lucht de takken teekent.’

Verder De ingesluimerde hof en Henning lyrisch proza van Caecilia Ameye; eene heele reeks Spreuken van G.J.P.J. Bolland; een lang-niet-al-te-biezonder gedicht van Jeanne Reineke van Stuwe Amabella, maar mooi-eigenaardig de verzen van Laurens v.d. Waals, waarvan hier een paar strofen:

[pagina 142]
[p. 142]

Stads steeg

 
Waar de nacht het diepste neeg,
 
in den elboog van een steeg,
 
trok harmonica geluid
 
eene kleine nachtkroeg uit,
 
traaglijk deinende en zwierf
 
langs de gevels van de huizen,
 
tot het kwijnende verstierf
 
in het wind- en regenruischen;
 
tot op eens met dof gedreun
 
de lage buitendeur viel open
 
en men helderder den deun
 
door 't geruchten hoorde loopen,
 
achtervolgd door 't zwak gepraat
 
van de menschen, die beneden
 
uit het kleine kroegje deden
 
woorden dringen naar de straat.
 
.........

De cellist

 
De cellist zit in een gelen
 
welverspreiden kunstlichtschijn
 
een verkwijnend lied te spelen
 
(met een langgerekt refrein),
 
dat langzaam komt siddervaren
 
van de snaren
 
naar de deur,
[pagina 143]
[p. 143]
 
en verruischt in de portalen
 
als onrustig ademhalen,
 
of uit een der verdre zalen
 
zoekend nadert een geneur,
 
alsof van de breede trappen
 
met heel stil gezette stappen
 
iemand naar beneden schrijdt,
 
en het kraken van de treden,
 
even hoorbaar wordt vermeden
 
door het gaan op een tapijt.
 
........
 
 
 
De cellist nu licht gebogen,
 
met een goudgloed in zijn oogen
 
strijkt zijn stok zwaarder en snel
 
tot de klanken luid op klinken,
 
in hun eigen diepte zinken
 
en vervolgt dan stiller wel,
 
maar de gansche lucht blijft beven
 
en vereenzaamd schijnt het leven
 
door den toover van het spel.

Belangrijk het artiekel Over empirisme en metaphysica van G.J.P.J. Bolland, van wie de bewering: ‘Empirisme in metaphysica is eene achterlijkheid, waarin nog altoos en in slechte oneindigheid gestreden wordt tegen eene middeleeuwschheid, die sinds lang voorbijgestreefd is of onopgemerkt achter ons behóórde te liggen’.

In zijne verhandeling Dramatische problemen ‘om den Hamlet’ - een antwoord op de artiekels van G. Van

[pagina 144]
[p. 144]

Nouhuys in Het Vaderland en Groot Nederland - raakt H. De Boer in te zeer bekrompene woorden den grondslag aan tot de Hamlet-studie: ‘Het verschil van standpunt tusschen den heer Van Nouhuys en mij is, dat hij het stuk onwillekeurig blijft zien als leesdrama, terwijl ik het zie als reeds geprojecteerd tooneelstuk. Voor mij is de tekst niet, of weinig meer dan een partituur; voor den heer V.N. - ik zal er de bewijzen voor geven - is zij te vaak het drama in zijn voltooiing.’

Literaire Kroniek: ‘Het is soms prettig en profijtelijk (kursief en!?- Red.) vergelijkingen te treffen tusschen twee dichters, die heel ver van elkaar staan in den tijd.’... en ten slotte geen mogelijke vergelijking te vinden!!! want hoe meneer Kloos er toe komt een parallel te trekken tusschen Sir Philip Sidney en... Karel Van de Woestijne, weten de duivels. Het eenig verband is wellicht te zoeken in 't louter toeval dat de werken dier dichters juist naast mekaar in Kloos zijn boekenkast staan.

 

Redaktie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Pieter van der Meer

  • over Jacob Israël de Haan

  • over Laurens van der Waals

  • over G.J.P.J. Bolland

  • over Willem Gerard van Nouhuys