Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 22 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 22
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.91 MB)

Scans (31.18 MB)

ebook (6.41 MB)

ebook (5.97 MB)

XML (1.53 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 22

(1899)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Heeft-i.

De heer M.K. de Jong zegt (bl. 9 van jaargang XXI): ‘Eigenaardig is het, dat in 't Friesch in vragende zinnen in plaats van hij steeds er gebruikt wordt: what wol er? maar hij wol what enz.’

Dit is niet geheel nauwkeurig, niet alleen in vragende zinnen maar in 't algemeen in zinnen, waar zoogen. inversie plaats heeft, bezigt men in 't Fri niet hij maar er. Zoo zal men zeggen: Dat wol er (net) = dat wil hij (niet); dat meent er = dat meent hij.

Buitendien is het bezigen van den stam hi- vóor 't werkwoord naast het enclitisch gebruik van den stam i- nà 't werkwoord niet alleen een ‘eigenaardigheid’ van 't Friesch. Juist 'tzelfde verschijnsel zien wij immers in 't Nederlandsch; wij zeggen: hij zegt, hij heeft, hij komt nooit: i zegt enz., maar naast zegt hij, heeft hij, komt hij wel: zegt-i, heeft-i, komt-i. Fr. hy: Ned. hij = Fr. er: Ned. i.

De twee eerste vormen gaan terug op een Oudgermaanschen vorm hiz, die volgens een vaste wet hi, resp. hij werd.

De twee laatste vormen beantwoorden aan den Oudgermaanschen vorm iz (Gotisch is), die ir opleverde, gelijk feitelijk het rijn-frankische dialect van Indorus bewijst, en dan er, den vorm, die in 't Hoogd. nog bekend is en in 't Friesch alleen als enclitische vorm gebezigd wordt en werd, zie v. Helten, Altostfriesische Grammatik § 97, § 224. Paul u. Braune, Beitr. 14, 2826.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken