Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 26 (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 26
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.30 MB)

Scans (26.77 MB)

ebook (3.97 MB)

XML (1.51 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 26

(1903)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 280]
[p. 280]

Tijdschriften.

De Gids, April Gelijk vele andere Tijdschriften wijdt ook De Gids een artikel aan Nicolaas Beets. De goede en groote dichter - immers groot voor òns volk door de vele uitnemende verzen en prozastukken, die hij ons heeft geschonken -, wiens verscheiden het hart der besten met weemoed vervulde, wordt ook door Mr. J.N. van Hall op waardeerende wijze herdacht. De Camera neemt de eereplaats in: ‘Het boek... met de allervermakelijkste tooneeltjes van Hollandsch burgerleven, met onweerstaanbaren luim verteld en zoo echt als nog niemand het vóór hem deed. Telkens opnieuw schenkt het ons het genot van het lenig, helder en krachtig proza dat Beets schreef toen geen ander nog zoo schrijven dorst en dat hij is blijven schrijven zijn leven lang, hoog houdend de frissche, zuivere Hollandsche taal die hij zoo lief had en niet ophield te verdedigen tegen wie haar te na mocht komen.’

Beets gedichten, - er zijn er onder, oordeelt schr. terecht, er zijn vooral in zijn gedichten brokstukken van groote schoonheid, van frisschen eenvoud en diep gevoel. Als de dichter van het Hollandsche gezin heeft Beets verzen geschreven, die niet vergeten zullen worden.’ Minder billijk schijnt over het geheel de volgende uitlating: ‘Maar waarom moest Beets zooveel verzen schrijven? Men raakt er in verdwaald en ziet verlangend uit naar den man van smaak die er ons den weg in wijze, ons waarschuwend wat wij zonder schâ kunnen overslaan en welk minder bekend gedicht, welke treffende versregels onze bijzondere aandacht verdienen.’ Maar juist en treffend is het volgende: ‘De voorwaarde, die hij in zijn verhandeling ‘Het Populaire’ aan den populairen schrijver stelde, heeft hij alle vervuld. ‘Het instrument van den populairen toon is het volledig, is het welbesnaard menschelijk hart. Nicolaas Beets heeft niet opgehouden dat instrument als een meester te bespelen..... Een volk dat aan het bezit van een eigen karakter hecht en dat karakter ook in zijn letterkunde bewaard wil zien, houdt zulk een man en zijn werk in hooge eere.’

Twee trouwe Vrienden heet het artikel van S.A. Naber, die naar aanleiding van Potgieter's brieven, de verhouding tusschen dezen kunstenaar en zijn Vriend Huet bespreekt Wij erkennen gaarne dat het stuk belangrijk is - veel belangrijker en onpartijdiger dan b v. het leelijk geschrijf van den heer Chantepie de la

[pagina 281]
[p. 281]

Saussaye - maar kunnen, na al hetgeen reeds over dit onderwerp gezegd is, niet de doorwrochte studie in haar geheel nagaan. Waar zou het begin, waar het einde zijn? De brieven bevatten toespelingen op personen en zaken van dien tijd - daarover wordt door dezen bevoegden schrijver nogmaals het een en ander in het midden gebracht. Wij halen alleen het volgende aan: ‘Zij die Potgieter of Huet en hunne tijdgenooten persoonlijk gekend hebben, stellen het op prijs door de uitgave dezer brieven de verhouding van beide vrienden thans nauwkeurig te kunnen ontleden. Ook mag men aannemen dat, in het algemeen de oudere beminnaars der Nederlandsche letterkunde, die hunne geschriften bij de eerste verschijning hebben leeren kennen, nog wel iets naders wenschen te hooren van de verhouding tusschen zulke merkwaardige mannen Maar hun aantal is reeds nu sterk verminderd en binnen enkele jaren beschouwt een jonger geslacht al die levensbijzonderheden als vrij wel onbeteekenend en ten hoogste een korte vermelding waardig in eene niet al te beknopte geschiedenis der vaderlandsche letterkunde. Bij den herdruk hunner geschriften zijn Potgieter zoowel als Huet met oordeel te werk gegaan en hebben een aanmerkelijk deel van hunnen jongelings-arbeid der vergetelheid prijs gegeven. Men mag aannemen dat deze omvangrijke dubbele letterkundige nalatenschap ook nog verder zal geschift worden, al kunnen wij niet gissen, welke gedeelten de vereischte frischheid en aantrekkelijkheid zullen bewaren voor hen, die later gericht moeten houden. Maar dit mogen wij toch verwachten, dat zeer veel van het beste, dat de twee vrienden gedacht en gearbeid hebben, in de geheugenis zal blijven en zij zullen medetellen onder de enkele hoofdfiguren der Nederlandsche stylisten omstreeks het midden der vorige eeuw.’

Voorts vermelden wij nog dat er te genieten valt van een Driemaandelijksch overzicht der Nederlandsche letteren’ door C. en M. Scharten-Antink. Wat zou Potgieter (zijn naam hangt ons nog in 't geheugen) wel gezegd hebben van zulk een Gids-bijdrage? Van zoo bevoegde kunstrechters? Van zooveel ‘gepast’ gevoel van eigenwaarde? Laat ons liever zwijgen dan hierop een antwoord geven. Er is een spreekwoord dat zekere voortreffelijkheid toekent aan wat men ver haalt - maar al komt deze bijdrage heel uit Parijs, zij bewijst dat ook een spreekwoord wel eens geheel bezijden de waarheid kan zijn.

Nederland. April. De Kroniek behandelt een drietal pas ver-

[pagina 282]
[p. 282]

schenen boeken. Van J. Everts' Samenleving lezen wij: ‘De heer Everts heeft zeer goede eigenschappen als verteller. Hij teekent met vaste consequente trekken gemoedstoestanden, zonder overdreven uiterlijke detailschildering... Maar van de sympathie voor zijn personen opgewekt, maakt schr. geen gebruik... Er is inderdaad averechts opvatten van den roman en misbruik maken van 's lezers goeden wil; en er zijn kleinigheden, die een onduidelijkheid van atmosfeer geven, die bij een modern werkelijkheidsverhaal niet past; zij verminderen zelfs de waarschijnlijkheid van de heel mooie bladzijden, waarin het sentiment der huisvrouw geschilderd wordt.

J. de Meester. Allerlei Menschen.

‘Van de twee-en-twintig schetsen, in den bundel vereenigd, zijn eenige aardig genoeg; men zou ze langer, meer uitgewerkt wenschen. Het is alsof de schrijver, met hooghartige generositeit, tot anderen zei: Kijk, daar is een gegeven; ik zal je laten zien hoe men dat aanlegt en wat er van te maken is... daar heb je het begin, maak jij het nu maar af’. De lezer had liever dat de heer De Meester het zelf afmaakte... verschillende schetsen zijn in den beginne uitvoerig geteekend en dan plotseling geëindigd.’

W. van Amsterdam, Kleurig en donker. ‘Indertijd scheen ons diens bundel Marionetten bijzonder geslaagd; Kleurig en Donker is geen teleurstelling. Dezelfde uitmuntende observatie, dezelfde bescheiden humor en vooral dezelfde opgeruimde goedhartigheid doen weer even aangenaam aan. De schrijver ziet goed en hoort goed, geen curieus aanwendsel van arme, onbeschaafde menschen ontgaat hem; de taal, de gedachten, de grieven, de kleine beschaamdheden en slimheden en brutaliteiten van cleyne luyden geeft hij weer, maar ook en vooral hun hartelijkheid en berusting en ambitie en gevoel van betamelijkheid... Onder de kleine schetsen van Dickens en Beets vindt men er heel wat, die niet beter zijn dan deze.’

De XXe eeuw. De April-aflevering wordt geopend door een In Memoriam, waarin L. van Deyssel de nagedachtenis van Beets huldigt. Merkwaardig zijn die woorden uit dezen mond: ‘In den persoon van Nicolaas Beets is aan de Nederlandsche letterkunde een figuur ontvallen, in tweeërlei opzicht gedenkwaardig.

In de eerste plaats was Beets de vertegenwoordiger van een der bloei-tijdperken der Nederlandsche Literatuur in de negentiende eeuw; het tijdperk beginnende omstreeks 1840.

[pagina 283]
[p. 283]

Het talent van Beets zelf heeft slechts ééne, kortdurige, hooge opleving gekend: zijn jongen tijd, toen de Camera Obscura ontstond en de eerste gedichten, met hun muzikale hoedanigheden, door hem werden geschreven. Maar gedurende dien kortstondigen en zoo lang geleden opbloei, heeft Beets ons bladzijden geschonken, omtrent welke het te betwijfelen is of hun deugdelijkheid in de daarna verloopen halve eeuw werd overtroffen en die dus tot het beste behooren, zoo niet zelf het allerbeste zijn, door de Nederlandsche Letterkunde tusschen 1835 en 1880 voortgebracht.

In de tweede plaats werd in de persoonlijkheid van Beets zelf eene vereeniging van den letterkundige en van het maatschappij-lid gevonden, die tot een eerbiedwaardige en harmonische levensopvatting behoort, die aan den letterkundige een zekere maatschappelijke waardigheid en aan het maatschappelijk leven eenigermate de letterkunde tot bestanddeel gaf; een opvatting die door geheel den aard van het tijdperk, waarin Beets leefde, werd gesteund, en die ook daarom gehandhaafd kon blijven; een opvatting die wij, mannen van '80, niet geheel deelen, maar die haar goede eigenschappen heeft.

Om deze twee redenen, om de ontzach-wekkende hoogte, waartoe zijn geestes-leven eenmaal wist te stijgen, en om de waardige standvastigheid, waarmede hij de letterkunde in de maatschappij vertegenwoordigde, brengen wij onzen dank, de hulde onzer bewondering en een weemoedigen afscheidsgroet bij het graf van Nicolaas Beets.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken