Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

22 capittel

Doe dit gesciet was, doe tempteerde God Abraham ende seide: "Abraham, Abraham." Hi andwoerde ende seide: "Heer, hier ben ic." Doe seide God: "Neemt Ysaac, uwen soen, die gi minde, ende gaet in dat lant dat Ic u wisen sel, op enen berch. Offert Mi daer Ysaac, uwen soen." Abraham stont des nachts op ende loet enen ezel mit hout, daer hi dat offer mede barnen soude. Ende hi nam Ysaac mit hem ende twee knechten, die den ezel leden. Ende hi ginc ten berch waert, daer hem God wijsde. Opten dorden dach doe sach Abraham den berch van verre, daer hi wesen soude. Doe seide hi tot sinen knechten: "Ontbeit ons hier mit den ezel, waent wi weder comen. Ic ende mijn kint sellen gaen be\den."

[Folio 13vb]
[fol. 13vb]

Ende doe was Ysaac 25 jaer out. Abraham leide Ysaac dat hout op sijn scueren. Ende hi nam een swaert ende vuer mit hem. Ende si ghingen den berch op. Doe si opwaert ghingen, doe seide Ysaac: "Vader, hier is vuer ende hout. Waer is dat offer?" Doe seide Abraham: "Zoen, God sel dat offer versien." Doe ghingen si opwaert ende quamen, daerse God wijsde. Ende daer maecte Abraham een outaer ende leide daer dat hout op. Doe nam hi Ysaac, sinen soen, ende leiden op dat outaer boven op dat hout ende toech dat swaert uut ende woude sinen soen offeren. Siet, die engel Gods die riep van den hemel ende seide: "Abraham! Abraham!" Abraham seide: "Hier ben ic." Doe seide die engel: "Steec u hant niet an dat kint, noch en doet hem niets niets. Nu kent God, dat gi Hem ontsiet ende dat gi uwen enigen soen niet en spaert." Abraham sloech sijn ogen op ende sach after hem hangen een weer, verwarret in den doorn. Ende Abraham nam den weer ende offerdet voir sinen soen. Noch riep die engel anderwerf van den hemel ende seide: "God heeft bi Hemselven gesworen: omdat gi dit nu gedaen hebt ende en hebt uwen enigen soen om sinen willen niet gespaert, daerom sel Hi u gebenedien. Ende Hi sel u geslacht vermenichvoudigen als die sterren des hemels ende gelijc dat sant bi den over der zee. Ende u geslacht die sellen haer vianden stede besitten. Ende u geslacht sel gebenedijt wesen,

[Folio 14ra]
[fol. 14ra]

want gi Mi onderdanich geweest hebt." Abraham quam doe weder tot sinen knechten ende si ghingen in Barsabee. Daer woenden si.

Doe Abraham thuusgecomen was, doe wort hem geboetscapt dat Nachor, sijn broeder, hadde 8 kinder bi Melcha, Saren suster. Die outste hiet Hus, die ander Bus, die dorde Batuel, die vierde Cafed, die vijfte Chanel, die seste Asau, die sevende Laphat, die achte hiet Yed. Hus wan enen soen, hiet Job. Bus wan enen soen, hiet Balaam. Batuel wan enen soen, ende hiet Laban, ende Rebecca.

Scolastica seit: Dat Abraham sinen soen offerde, dat was een fyguer dat God soude offeren sinen enigen soen. Ghelijc dat Abraham offerde sinen soen ende leide hem op enen berch ende leide hem op dat hout, alsoe wort Cristus geleit op den berch van Calvarien ende geleit op dat hout des crucen. Ende dat Ysaac ontginc van den offer ende den ram geoffert wort, dat bedude dat die godheit Jhesu onberoerlic bleef. Mer die menscheit Jhesu die wort gepijnt ende gedoot an dat hout des crucen.

Scolastica seit: Op dien berch daer Abraham sinen soen offerde, dat op dien berch Salomon daerna den tempel Gods maecte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken