Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

34 capittel

Doe Jacob daer woende, doe ghinc Dyna, sijn dochter, in die stat om die vrouwen te besien. Ende des princen soen van der stat, die genoemt was Scychem, die versachse ende ledese mit hem ende vercraftese. Dyna en woude niet bi hem bliven. Mer si was bedroeft ende ghinc al screyende tot haren vader ende seide hem wat haer gesciet was. Doe Jacob dat hoerde, doe sweech hi, want sijn kinderen waren in die weide tot den beesten. Doe ghinc Scychem tot Emor, sinen vader, ende seide hoe hi gevaren hadde, ende bat hem dat hi tot Jacob ghinge om hem te bidden, of hi hem sijn dochter woude geven. Ende doe Emor stont ende sprac mit Jacob, doe quamen sijn kinder van den acker. Ende doe si hoerden wat daer gesciet was, doe waren si seer toornich. Doe seide Emor tot hem: "Mijn soen die begheert dat gi hem u suster wilt geven tot enen wive. Ende gi selt an ons hilicken ende wi sellen dit lant tesamen besitten. Doe seide Scychem tot Jacob ende tot sinen kinderen: "Laet mi vrientscap mit u hebben. So wat gi begheert, ic selt doen. Eyschet hoe voel guets dat gi hebben wilt, ic selt u geven. Geeft my Dyna tot enen wive."

Doe seiden Jacobs kinderen tot Schychem ende tot sinen vader: "Gy hebt onse suster gehouden ende mit scanden vercraft. Wy en mogen

[Folio 21rb]
[fol. 21rb]

dat niet doen dat gi begeert, noch oec onse suster u geven, want ten is ons niet geoerloft, want gi sijt onbesneden menschen. Mer wil gi een dinc doen, so willen wi vrede mit u hebben, ist dat gi ons gelijc worden wilt ende doen alle die mannenpersonen besnyden die in uwer steden sijn. Dan sellen wi u onse suster geven. Ende wi sellen an u volc hilicken ende gi an ons. Ende wi sellen mit u wonen ende wesen een volc. Ende en wil gi dat niet doen, so willen wi onse suster nemen ende treckense van u." Dat genoechde Emor ende Scychem, sinen soen, wel, want Sychem hadde Dyna lief ende begheerdse te hebben tot enen wive. Doe ghinc Emor mit sinen soen in die stat ende seide tot sinen volc: "Dese mannen hebben wi te vreden geset ende si sellen mit ons wonen. Ende wi sellen an hem hylicken ende si sellen an ons hilicken. Mer een dinc moeten wi doen; dat is dat wi alle onse mannenpersonen moeten doen besnyden. So sellen wi onder malcander bliven ende wesen een volc." Ende si concenteerdent. Ende alle mannepersonen die deden hem besniden. Ende siet, opten dorden dach, doe die mannen op haer siecste waren van den wonden, doe waren daer twee van Jacobs kinderen, als Symeon ende

[Folio 21va]
[fol. 21va]

Levy, Dinen bruederen van vader ende van moeder. Die namen swaerden ende ghingen in die stat ende slogen alle die mannepersonen doot, die daer gequetset lagen: Emor ende Scychem ende al sijn volc. Ende si namen Dyna, haer suster, uut Scychems huys ende ledense mit hem. Ende die ander Jacobs kinderen die verwoesten die stat om die craft te wreken. Si namen haer scapen ende haer ezelen ende ander beesten die in den ackeren waren ende oec die gueden die in den husen waren. Ende die wiven ende die kinderen die vingen si ende leidense mit hem. Doe Jacob die cloecheit hoerde, doe seide hi tot Symeon ende tot Levy: "Gy hebt mi vertorent ende in haet gebrocht jegen die Cananeen, Phereseen ende alle die hier int lant wonen. Est dat si vergaderen, si sellen my mit al mijn huysgesyn verjagen, want wi luttel sijn." Doe seiden Jacobs kinderen: "Neen, si en sellen onse suster te vergeefs niet vercraft hebben."


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken