Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[Folio 33ra]
[fol. 33ra]

Hier beghint dat ander boec, Exodus

Dat eerste capittel

Dit sijn die namen der kinder van Ysrahel die in Egipten quamen: Ruben, Symeon, Levy, Judas, Ysachar, Sabulon, Benyamin, Dan, Neptalim, Gad ende Azar. Jacob quam in Egypten mit 75 mannenpersonen, behalven die vrouwen. Ende Joseph was in Egipten. Doe Joseph doot was ende al sijn bruederen, doe worden die kinder van Ysrahel gemenichvoudicht in Egypten. Ende si worden seer rijc ende sterc. Die coninc daer Joseph onder regierde, die was genoemt Nempers Pharo. Ende dat conincrijc verstarf van den sinen ende quam an een coninc, genoemt Amonesis Pharo. Ende die en wist van den doechden niet, die Joseph den lande van Egypten gedaen hadde.

Die coninc Amonesis Pharo die sach: "Dit volc van den kinderen van Ysrahel dit wort seer groet ende sterc boven ons. Laetse ons wiseliken verdrocken, opdat si niet meer en vermenichvoudigen. Want, waert dat si jegens ons begonden te striden, si souden ons verdriven." Doe scicte Pharo meesteren over die kinderen van Ysrahel, die hem mit werken

[Folio 33rb]
[fol. 33rb]

belaste den. Ende Pharo dede maken twee steden, als Pyton ende Ramasses. Ende die steden mosten die kinder van Ysrahel bearbeiden, delven ende graven, ende die stenen ende die tegelen backen. Ende in allen steden mosten si die missche van der straten dregen. Ende hoe dat die kinder van Ysrahel meer belast worden, hoe dat si meer wyessen ende menichvoudichden. Doe ontboet Pharo die vruedemueren. Die een hiet Sophora; die ander hiet Pua. Ende hi geboet hem ende seide: "Als gi coemt totten Ebreeuwschen vrouwen, so doot alle die knechtgins die daerof geboren worden. Mer die meistgins laet leven." Die vroedemueren ontsagen God ende si en deden niet als hem die coninc geboet, want si en doden die knechtgins niet. Doe ontboetse die coninc ende seide: "Waerom en doe gi niet dat ic u bevolen hadde?" Doe seiden die vroemoeren: "Die Ebreeusche vrouwen die en sijn niet als die Egipce vrouwen, want als wi daertoe comen, so hebben si die kinder gecreghen." Ende om dier woerden willen so dede God die vroemoeren doechden. Doe geboet Pharo, dat men alle knechtgins die van den

[Folio 33va]
[fol. 33va]

Ebreeuschen vrouwen gheboren worden, dat men die worpen soude in die ryvyer. Ende doe wort daer in Egipten menich 100 kinderen verdrenct, want die van Egipten die en bekenden den almachtigen God niet, want si aenbeden een stier, die uten water quam.

Doe was daer een man, hiet Amram, ende was van Jacobs geslacht, want Jacob wan Levy, Levy wan Caath, Caath wan Amram, Amram wan Moyses. Aldus was Moyses die vijfte van Jacob. Daer was een man in Egipten, die was gedroemt dat van den Ebreeuschen vrouwen een kint soude geboren worden, dat soude Egipten verderven. Daerom geboet Pharo alle die knechtgins te drencken. Doe seide Amram ende Jacobet, sijn wijf: si wouden liever sonder kint bliven, dan si kinder souden winnen ende die kinder verdrencken. Doe sprac God tot Amram, dat hi dat kint winnen soude bi Jacobet, sinen wive, die die kinder van Ysrahel uut Egipten soude leyden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken